Pocket & paperback
A revolutionary woman door Sheila Fugard (Virago Press f19,95) Er was een tijd dat je de boeken van Virago Press blindeling kon kopen als je goede vrouwenboeken wilde lezen. A revolutionary woman van Sheila Fugard is het bewijs dat die tijd voorbij is. Het is een draak van een verhaal waarin alle mannen alleen maar aan oorlog en geweld denken, vrouwen verraden of ze verkrachten. Het is 1920. Cristina, een blanke Engelsprekende vrouw, geeft les aan een school voor kleurlingen in Zuid-Afrika. Ze is discipel van Ghandi en heeft net een verhouding met een Indiase jongen achter de rug, die toch maar een kindbruidje heeft genomen. Nu helpt ze een achttienjarige kleurling met zijn examens, maar de Boeren ontslaan haar. Zij blijft achter de jongen staan, ook als hij een veertienjarig, achterlijk meisje verkracht, omdat hij zegt het uit liefde gedaan te hebben. Als de Boeren de jongen komen halen, probeert ze beide partijen ervan te overtuigen dat geweld geen zin heeft. Zonder succes. Hij verkacht haar en wordt vervolgens doodgeschoten. Zij blijft met lege handen achter. Christina vecht tegen de apartheid en heeft kritiek op haar leermeester omdat ook hij zijn vrouw, Kasturbai, misbruikt. Prima, maar het is zo vreselijk beschreven. De vetgedrukte woorden als REVOLUTION, het gedweep met Ghandi en zinnen als ‘Then, his hugeness vanished into my wetness’ maken dit boek tot een straf om te lezen.
Dead man leading door V.S. Pritchett (Oxford University Press, 226 p., f21,95) V.S. Pritchett, de ‘master of the short story’ heeft in 1937 een roman over een expeditie naar Brazilië gepubliceerd. De belangstelling voor reisverhalen is groter dan ooit en dat zal ook de reden zijn dat dit boek nu, voorzien van een voorwoord van Paul Theroux, opnieuw uitgegeven wordt. Het gaat om een fictief, ouderwets spannend reisavontuur dat Pritchett geschreven heeft vóór hij in Zuid-Amerika geweest was. Drie mannen gaan op expeditie in Brazilië en proberen daar te weten te komen onder welke omstandigheden een missionaris zeventien jaar eerder verdwenen is. Alledrie zijn ze verbonden met Lucy, een dame die niet mee is op reis maar wier aanwezigheid allesoverheersend is. Centraal in het verhaal staat de zoon van de missionaris, Harry Johnson, die na een korte ontmoeting met Lucy volkomen geobsedeerd is door haar. Charles Wright, de leider van de expeditie is haar stiefvader, en de journalist die mee is, was eens haar minnaar. Het gaat niet zozeer om de reis als wel om de relaties tussen deze drie mannen, die eigenlijk rivalen zijn en ieder met een eigen doel reizen. Een mooi verhaal dat samen met drie andere boeken in de nieuwe serie Twenthieth-century classics uitgekomen is. De andere titels zijn: The Mackerel Plaza door Peter de Vries, The four men door Hilaire Belloc en The fifth queen door Ford Madox Ford.
If I should die before I wake
door Michelle Morris (Black Swam, 188 p., f 19,20) De zeventienjarige Carla zit met een pistool naast het bed van haar slapende vader. Als hij wakker wordt, zal ze hem straffen voor alles wat hij haar heeft aangedaan. Carla's moeder is bij haar geboorte overleden en zij woont nu alleen met haar vader, die haar al vanaf haar zesde jaar seksueel misbruikt. Zij schrijft aan ‘een vriendin’ Jessie wat er met haar gebeurt. Over haar vriend Dean, die ook een geïsoleerd bestaan leidt, over haar poppen van het Upside Down Theater met wie ze praat. En over Emily Dickinson met wie ze zich verwant voelt. Ze eet haast niet meer, knipt haar haar kort en draagt jongenskleren. Als ze haar vader een keer weigert, wurgt hij haar bijna. Toch blijft ze hem verdedigen tegenover Dean. Pas als ze achter de waarheid komt omtrent haar moeder is er geen weg meer terug. Michelle Morris is een sociaal werkster die veel met kindermishandeling te maken heeft gehad. Ze schetst in dit boek een indringend beeld van een geval van incest zonder het woord veelvuldig te gebruiken en zonder enige obscene agressie. De roman kan gelezen worden als een case-study en lijkt bedoeld voor hulpverleners. Of het daarmee ook tot de ‘grote literatuur’ behoort, zoals de flaptekst beweert, valt te betwijfelen.
The life and loves of a shedevil
door Fay Weldon (Coronet Books, 240 p., f 13,60) Als in huwelijk manlief een jonge, aantrekkelijke minares neemt, wil de jaloerse vrouw niets liever dan ‘die del’ de ogen uitkrabben in plaats van hem, omdat hij voor de ander kiest, een goeie stamp voor zijn kop te verkopen. Zo ook in The life and loves of a shedevil van Fay Weldon. De in de steek gelaten echtgenote Ruth, enorm groot en lelijk, heeft een gigantische wraakactie op touw gezet die in eerste instantie tegen Mary Fisher gericht is, de kleine supervrouwelijke, romanschrijvende minnares. Zij mag niet gelukkig zijn met Bobbo, haar weggelopen man. Hij noemt Ruth een duivelin als ze blijft protesteren. Dat geeft haar een vrijbrief: een duivelin kent geen schaamte, geen schuld en ze kan nemen wat ze wil. Wat ze wil is wraak, macht en geld. Ze intrigeert, fraudeert en zet alles op het spel om Mary aan de kant te zetten en haar man terug te winnen, maar dan wel op háár voorwaarden. Ze slaagt hier wonderwel in. Deze tot in het absurde doorgevoerde manoeuvre is absoluut aardig om te lezen, niet in het minst omdat iedere instelling, van het huwelijk tot de feministische commune en het bejaardenhuis tot het gesticht, bespot en op ‘witty-Weldon’ manier beschreven wordt.
REINTJE GIANOTTEN