Het openbaar boekenbezit van Nederland
Bibliotheken en archieven gevuld met kennis
Nederlandse bibliotheek- en documentatiegids '84-'85 Uitgever: Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum/Samson, 546 p., f125,-
Boudewijn Büch
De ontsluiting van bibliotheken, archieven en andere museale collecties zal eerlang vergemakkelijkt worden indien een net van computers, databanken en computerschermen over Nederland verspreid is. Dat ‘eerlang’ zal echter niet over een paar jaar zijn. Het zal nog zeker een eeuw duren voordat alle cultuurhistorische data (boeken, archiefstukken, oorkonden, briefwisselingen et cetera) in de computers zijn ingevoerd. Er is dus nog steeds een behoefte aan gedrukte bibliografieën, catalogi en inventarissen. Daarom verscheen ook onlangs, gewoon: gedrukt op papier, Mies Campfens De Nederlandse archieven van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis te Amsterdam. (Van Gennep f28,50). Uit deze inventaris kan men, thuis in de gemakkelijke stoel, te weten komen dat het IISG de archieven bewaart van de Alg. Ned. Bierbrouwersgezellenbond én die van de Alg. Ned. Geheelonthoudersbond.
Sedert 1979 geeft uitgeverij Samson te Alphen aan den Rijn de dertiendelige reeks Overzichten van de archieven en verzamelingen in de openbare archiefbewaarplaatsen in Nederland uit. In deel IX (Algemeen Rijksarchief) leert men door een asterisk dat een bepaald archief ‘beperkt raadpleegbaar’ is. Zo is er in Den Haag het archief L.G. Kortenhorst (elf meter, 1945-1952) dat beperkt raadpleegbaar is. Doch dat wisten we al sedert de Menten-affaire. Anderzijds vinden we in Den Haag ook het archief van de nog levende P.J. Koets (drie meter) dat wél raadpleegbaar is. In de tot nu toe verschenen delen komt de belangstellende archiefrat herhaaldelijk literaire of semiliteraire deelarchieven tegen. Bijvoorbeeld archiefstukken betreffende Bontekoe in Archieven in Drenthe (‘Losse stukken afkomstig van particulieren, 1313-1936, 4 m.’, blz. 64).
Dat bibliotheken gedrukte catalogi uitgeven, komt steeds minder voor. Men is algemeen in afwachting van de computer en komt de laatste jaren dan ook niet veel verder meer dan een catalogusje naar aanleiding van een expositie. Een uitzondering wat betreft de publikatie van gedrukte catalogi is de hoofdstedelijke Universiteitsbibliotheek. Ik wijs op de tiendelige Systematische catalogus van de judaica der Bibliotheca Rosenthaliana (voor de UB door twee uitgevers uitgegeven, 1936 e.v.), de zeer gebruiksvriendelijke driedelige Catalogus Nederlands toneel (1954-1956) en de lopende, andere catalogi.
Dit is geen bibliotheek, maar een deel van de afdeling Antiquariaat van Boekhandel H. de Vries in Haarlem in 1905 begonnen door Hendrik de Vries en nu een winkel die zich uitstrekt over vijf oude panden aan de Jacobijnestraat, met verschillende afdelingen, gesitueerd in verschillende ruimten. De foto komt uit ‘De boekhandel van mijn vader’, uitgegeven door De Vrieseborch ter gelegenheid van de vijftig jaren werkzaamheden van Johan Hendrik de Vries in de boekhandel van zijn vader, van hemzelf en van zijn zoon.
[Vervolg op pagina 16]