Zoeken zonder waarom
De tweede roman van Jan Meyers
De wandeling door Jan Meyers Uitgever: Manteau, 188 p., f2,50
Eddy Mielen
Op zoek zijn naar de verdwenen geliefde is het thema in de roman De wandeling van Jan Meyers. Nadat zijn vriendin Alexandra hem onverwachts en zonder uitleg verlaten heeft, stroopt Victor Anders wanhopig speurend de stad af in de hoop haar ergens aan te treffen. Tijdens die tocht, die een dag en avond bestrijkt, wordt hij voortdurend gekweld door broeierige zomerse temperaturen en draait hij in zijn hoofd de film af met herinneringen. Door dat terugschakelen naar vroeger komen we te weten hoe Victor haar voor het eerst ontmoette en hoe ze beiden enige tijd met elkaar optrokken. Voor zover die beelden helder zijn althans, want de alcohol krijgt hem steeds meer in de houdgreep. Heden, doorschoten met brokken verleden tijd zogezegd. Meyers beschrijft deze queeste wel erg barok en luidruchtig. Wat een woordenvloed! Bijna alles krijgt een vette metafoor mee: handen zijn ‘visblanke misbaksels’, gezichten ‘wezenloos als dooie platvis’ en woorden zwermen ‘uit als wolken muggen’. Mensen praten ‘krols-kelig en met overdreven klemtonen’ en vervolgen hun weg pas begeleid door minstens vier bijwoorden. Als Victor en zijn vriendin (in een terugblik) de liefde bedrijven heet het: ‘Ze waren getransformeerd tot een nieuw, hoger begrip. (...) Zelfs hun aggregatietoestand was twijfelachtig: vastheid, vloeibaarheid en vluchtigheid waren losgeslagen van de ankers van hun definitie. Een totaal nieuw lichaam waren zij dat intern gestreeld werd door het mengsel van hun adem.’ Maar ook inhoudelijk schort er veel aan dit boek. De flaptekst (nog boller dan bol van humbug in dit geval) mag dan spreken van een ‘dubbelsporige Odyssee’ naar de vrouw ‘en in haar naar de verloren onsterfelijkheid van de kinderjaren’, terwijl de stad het symbool zou zijn van ‘het grimmig geworden leven zelf’, je moet je best doen dat eruit te destilleren. In dit boek
blijft veel wazig en duister. Wie is die Alexandra eigenlijk voor wie Victor als een stuk wrakhout de stad afschuimt? Welke idylle had hij met haar die zijn speurtocht van 188 pagina's ook maar enigszins rechtvaardigt? Waarom gaat ze bij hem weg en waar is ze heen? Het zijn vragen waarop geen antwoord gegeven wordt. Aan het eind van de tocht besluit de hoofdpersoon voortaan te blijven zoeken, omdat dat zoeken inmiddels doel op zichzelf is geworden. Als lezer blijf je even katerig achter als hij: Penelope noch Ithaca zijn in zicht.
■