Vrij Nederland. Boekenbijlage 1984
(1984)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 16]
| |
Hans Scholl, Sophie Scholl Briefe und Aufzeichnungen bezorgd door Inge Jens Uitgever: S. Fischer, 306 p. Importeur: Nilsson & Lamm, f40,80
| |
ObstructieHet accent dat het historisch onderzoek de laatste jaren heeft gelegd op het dagelijks leven onder het nationaal-socialisme, bracht veel nieuwe feiten aan het licht en ook nieuwe inzichten in allerlei vormen van verzet. Het begrip Widerstand is nu niet meer alleen voorbehouden aan gewapende acties als die van de groep rond Von Stauffenberg, die op 20 juni de aanslag op Hitler pleegde, ook de waarde van de kleine daden, de individuele obstructie, het bescheiden Nee tegen de onmenselijke terreur wordt onderkend, lang nadat Heinrich Böll in boeken als Gruppenbild mit Dame, Albrecht Goess in Das Brandopfer en Anna Seghers in Het zevende kruis die nooit totaal verloren gegane humaniteit hebben gethematiseerd. (Nergens wordt duidelijker geïllustreerd hoezeer literatuur als vorm van geschiedschrijving onontbeerlijk en onvervangbaar is.) In het kielzog van bovengenoemde historische belangstelling is er ook rond de verzetsgroep Die weiße Rose veel nieuw materiaal boven tafel gehaald. Inge Aicher-Scholl schreef al een aantal jaren geleden een uitvoerige studie over de activiteiten van de voornamelijk uit intellectuelen bestaande groep (Die weiße Rose, Fischer) en vele andere boeken volgden. Twee films werden er in 1982 gemaakt: Michael Verhoevens Die weiße Rose en Vijf laatste dagen van Percy Adlon, beide met Lena Stolze in de rol van Sophie Scholl. De Tübingse germaniste Inge Jens - dezelfde die na de dood van Peter de Mendelssohn het editeren van de dagboeken van Thomas Mann op zich heeft genomen - heeft nu het boek gemaakt dat nog ontbrak: een keuze uit brieven en dagboekaantekeningen van Hans en Sophie Scholl, uitvoerig becommentarieerd en van een register voorzien. Toen Hans en Sophie Scholl op 22 februari 1943 wegens hoogverraad werden terechtgesteld, waren zij respectievelijk 25 en 23 jaar oud. Hun jeugd had zich onder het kwade gesternte van het nationaal-socialisme voltrokken, veel kans op een volwaardige geestelijke groei tot volwassenheid leek er sinds 1933 niet te bestaan. Uit de brieven en dagboekaantekeningen die vanaf 1937 van beiden bewaard zijn gebleven blijkt echter dat het nazisme zo totalitair niet was of er bestonden nog eilandjes in de Duitse samenleving, waar het denken onafhankelijk kon zijn en waar de geest zich kon ontwikkelen. In het geval van Hans en Sophie Scholl is de basis van hun afkeer van het nationaal-socialisme een christelijk-humanistische levensbeschouwing, een combinatie van onwankelbaar verlangen naar het goede, ware en schone enerzijds en een vooral uit het voorbeeld van Christus puttende offermoed anderzijds. Langzaam kristalliseren zich de overtuigingen bij beiden uit, het is er niet allemaal zo maar. Pas tijdens zijn verblijf als hospitaalsoldaat aan het front in Frankrijk ziet Hans het zinloze en onrechtvaardige van de oorlog langzaam in. Het lijden van de gewonden en het sterven om hem heen brengen hem tot andere inzichten over ‘diesen gottverfluchten Krieg’. Veel is in de brieven sprake van de natuur, waaruit hij zijn voorstelling van het volmaakte put, en vooral ook van de literatuur waaraan hij zijn denken ontwikkelt: Léon Bloy, Stephan George, Rilke, Nietzsche, Pascal, Bernanos, Baudelaire, en later, tijdens zijn verblijf aan het Russische front, Dostojewski. In Frankrijk zet hij zich aan het vertalen van André Gide. | |
Demonische krachten
Hans Scholl
Sophie ontwikkelt zich in de tien jaar waarvan haar brieven en dagboeknotities getuigen van een nooit geheel en al van ernst gespeende bakvis tot een naar waarheid en inzicht zoekende vrouw. Haar weerzin tegen de oorlog en tegen de demonische krachten die aan de macht zijn hoeft zich bij haar echter niet eerst te ontwikkelen, die is er spontaan: al op haar zeventiende verlangt ze van haar naar het front vertrekkende vrienden de belofte nooit op iemand te schieten. Zowel Hans als Sophie zijn briljante stilisten. De brieven zijn met grote spankracht en gedrevenheid geschreven, het dagboek dat Hans aan het front in Rusland schreef legt sfeer en landschap, mensen en situaties, gevoelens en gedachten heel precies vast. Vanzelfsprekend moesten Hans en Sophie in hun brieven rekening houden met de alom tegenwoordige censuur, zeker sinds zij beiden wegens hun activiteiten in de verboden ‘Bündische’ jeugdorganisatie verhoord en bestraft waren. De brieven bevatten daarom slechts verborgen toespelingen op hun werk in het verzet en ook hun kritiek op de Nazi's wordt steeds indirect geuit. Tussen wat verwoord wordt en wat verzwegen moet worden, maar waarvan de lezer wel weet heeft, bestaat een tragische spanning. Meer dan welke beschrijving ook zijn het deze brieven en aantekeningen die deze twee jonge mensen tot leven wekken en met hen een grote vriendenkring van intellectuelen die er in de moeilijkste jaren nog in slagen hun integriteit te bewaren. De door Inge Jens aan de brieven toegevoegde verduidelijkingen in dit mooi verzorgde boek zijn zorgvuldig gedoseerd en dragen er toe bij dat deze Briefe und Aufzeichnungen meer bieden dan het puur persoonlijke: ze geven ook een beeld van een generatie en van een intellectuele cultuur die aansluit bij wat voor de voorafgaande jaren in Klaus Manns Wendepunkt is beschreven en waarin op een indrukwekkende manier duidelijk wordt wat Geist en Ungeist van elkaar onderscheidt. ■
Op uitnodiging van het Genootschap Nederland-Duitsland zal dr. Inge Jens volgende week een lezing houden over het onderwerp: ‘Die weiße Rose: Motive studentischen Widerstands gegen das NS-Regime 1942/1943’. In de volgende plaatsen: Amsterdam 26 nov. 20 uur, Goethe Instituut, Herengracht 470. Den Haag 27 nov. 20 uur, Deutsche Schule, van Bleiswijkstraat 125. Utrecht 28 nov. 20 uur, Muntstraat 2, zaal 216. Nijmegen 29 nov. 19.30 uur, Erasmusgebouw, Erasmusplein 1. |
|