Is het David tegen Goliath?
De Joodse geschiedenis als ontmoeting
Heritage: civilization and the Jews door Abba Eban Uitgever: Summit Books, ca. f113, - Importeur: Van Ditmar
Edward van Voolen
Het schrijven van joodse geschiedenis is een gewaagde onderneming. Die geschiedenis speelt zich immers af in verschillende landen en strekt zich uit over een lange periode, ruim duizend jaar. Er komt nogal wat bij kijken: de bijbelse episode van Abraham tot de profeten, gevolgd door het jodendom in de klassieke oudheid, de middeleeuwen, de Renaissance en de modernere tijd. Daarbinnen moeten dan aan de orde komen: het monotheïsme van het Oude Israël, het ontstaan van de verstrooiing en het overlevingsmechanisme van het joodse volk, de getto's van Italië en Duitsland, de gevolgen van de pogrom's in Rusland, maar ook het ontstaan van het anti-semitisme en het zionisme, de gevolgen van de Holocaust en van de stichting van de Staat Israël. Bovendien doet zich het gegeven voor, dat slechts een minderheid van de tegenwoordige joden in Israël woont, terwijl het merendeel nog steeds verspreid leeft over de continenten.
Afgezien van het omvangrijke terrein dat bestreken moet worden doet zich nog een ander probleem voor. Op welke wijze worden alle gegevens gerangschikt? Is joodse geschiedenis een heldengeschiedenis van het kleine volkje dat zich wist te handhaven temidden van overweldigende culturen, is het de strijd van David tegen de reus Goliath die uitmondt in Nobelprijswinnaars en een militair gewiekste staat in het Nabije Oosten? Of is het de geschiedenis van tweeduizend jaar lijden en leren als intermezzo tussen de onafhankelijke bijbelse staat en het moderne Israël? Is de Holocaust het onvermijdelijke gevolg van joods leven als minderheid in de diaspora, en is Israël de oplossing voor het ‘joodse vraagstuk’? Vertegenwoordigers van beide stromingen hebben deze opvattingen op misschien wat genuanceerdere wijze aan de goe-gemeente gesleten. Sommige historici willen dan wel eens de nadruk leggen op de prestaties van de joden, de joodse ‘bijdrage’ aan de maatschappij en met trots wijzen op Mozes, Jezus, Spinoza, Marx, Freud, Einstein, Kafka en Canetti. Andere wekken nogal eens de indruk, dat het na de zelfmoord van een klein groepje joden op de burcht Massada in het jaar 73, snel bergafwaarts is gegaan met de joodse geschiedenis. Pas in 1948 zou de draad weer zijn opgevat en ‘Massada mocht nooit meer vallen’. Ten slotte zijn er nog schrijvers die Gods hand ook in de nabijbelse geschiedenis menen te kunnen ontwaren - hetgeen voor henzelf misschien veel verklaart, maar de lezer met veel vragen laat zitten.
Het schrijven van joodse geschiedenis is een vak apart. Het vergt, zoals elke geschiedschrijving natuurlijk, grote kundigheid, enige diplomatie en een stellingname ten opzichte van de reeds bestaande inzichten. Het is precies die kundigheid, diplomatie en stellingname waarover Abba Eban in deze populaire geschiedschrijving beschikt. Hij heeft een vlotte pen, zonder oppervlakkig te zijn. Hij omzeilt de klippen van het chauvinisme en het simplistische zionisme. Op het terrein van de joodse geschiedenis heeft hij zich al eerder met enig succes begeven: Mijn Volk en Mijn Land zijn ruim tien jaar geleden ook in het Nederlands verschenen. Als parlementariër, minister van Buitenlandse Zaken en ambassadeur van Israël heeft hij getuigenis afgelegd van zijn grote retorische en diplomatieke gaven. Ook nu hij geen regeringsposities bekleedt, worden zijn opvattingen gerespecteerd en aandachtig beluisterd, hoewel zij niet altijd gewaardeerd werden door de regering-Begin.
chuck fismuth/abc
In Heritage wendt Eban zijn kennis en gezag aan om een mijns inziens geslaagde poging te doen joodse geschiedenis te schilderen als een ontmoeting tussen verschillende beschouwingen. Een ontmoeting die misschien vaker gedwongen dan bewust en gewild was, maar die nooit zonder gevolgen is gebleven. In een dikke driehonderd bladzijden weet Eban een duidelijk beeld te schetsen van die confrontaties. De wederwaardigheden van het joodse volk worden telkens geplaatst tegen de achtergrond van de omringende culturen, of dat nu de Mesopotamische, Griekse, Christelijke, Islamitische of moderne beschaving betreft. Vierduizend jaar geschiedenis op ruim driehonderd bladzijden? Geen leesvoer voor een avondje, maar Eban geeft steeds een heldere vraagstelling en een duidelijke belichting van hoofdzaken, zonder het oog voor saillante details en anekdotes te verliezen.
De kenner, per definitie op de hoogte, zal aangenaam verrast zijn door de wijze waarop de auteur de joodse geschiedenis als een aantal stromingen in de bedding van de wereldgeschiedenis weet te beschrijven. Voor die kenner is het boek evenwel niet geschreven. In feite is de gedrukte tekst een uitvloeisel van een negendelige televisieserie, die is vervaardigd voor de Amerikaanse Public Broadcasting Service. Dergelijke series worden op de culturele zenders (‘Channel 13’) uitgezonden en vaak aan het buitenland verkocht. Ik neem aan dat het ontstaan van deze serie is te danken aan de grote belangstelling die er tegenwoordig voor het jodendom bestaat. Hiervan zijn het docudrama Holocaust, enkele jaren geleden door de Tros vertoond, en de foto's van Roman Vishniac, onlangs in het Joods Historisch Museum te zien, getuigen. Waar die herlevende interesse voor de Holocaust of de verdwenen wereld van het Oost-Europese jodendom nu precies vandaan komt doet minder terzake dan het constateren van dit feit.
Zoals de zwarte Amerikanen in Roots hun verhaal aan de blanke angelsaksische protestanten in Amerika vertelden, zo brengen de joden in Heritage hun verhaal naar buiten. Eban verstaat de kunst dat verhaal te vertellen zonder omhaal van moeilijk woorden, zonder zich te verdedigen en belangrijk voor een Israëlisch diplomaat en geleerde, zonder een zionistisch happy-end te presenteren. Natuurlijk spelen in de modernste tijd en Holocaust en Israël een rol en wordt begrijpelijkerwijze de positie van de joden, in Amerika sterker belicht dan die van de joden in bijvoorbeeld Frankrijk, die sinds een jaar of tien vaker van zich doen spreken. Wat Eban betreft is echter de moderne tijd een uitdaging, voor Israël niet minder dan voor de diaspora - zoals ook het verleden steeds een uitdaging is geweest. Wat de toekomst betreft: dat is een open vraag. Met het stellen daarvan eindigt Eban volgens een goede joodse traditie, waarin het stellen van vragen belangrijker is dan het geven van antwoorden.
Is er niets op dit boek aan te merken? Zeker wel. Er nog van afgezien dat elke lezer wel bepaalde aspecten zal missen, heb ik me geërgerd door de slordigheid waarmee het boek is uitgegeven. De kwaliteit van de reprodukties is ronduit abominabel: de kleurenplaatjes zijn voor een deel beneden elk niveau en sommige afbeeldingen zijn spiegelbeelden of op de kop afgedrukt. De uitgever en uiteindelijk de auteur zijn hier schromelijk te kort geschoten. Voor de televisieuitzending zijn kennelijk wel geografische kaarten gemaakt, die ook in het boek zijn opgenomen. De lezer zou evenwel ook baat hebben gehad bij chronologische tabellen aan het begin of eind van elk hoofdstuk. Voor wie verder belangstelling voor joodse geschiedenis heeft, en dat zijn er toch kennelijk velen, was een boekenlijst, hoe summier dan ook, toch wenselijk geweest.
Gelukkig is er wel een register opgenomen. Verder kan de auteur een zekere ijdelheid niet ontzegd worden: aan het begin van elk hoofdstuk prijkt zijn portret: telkens tegen een andere achtergrond - de zee, de woestijn, een straat, een studeerkamer of het crematorium van Dachau. In de film zal dat alles ongetwijfeld wel een functie hebben, wanneer de Meester door de relieken van de geschiedenis rondwaart: voor dit boek was dat allemaal niet zo nodig.
■
E. van Voolen is verbonden aan het Joods Historisch Museum te Amsterdam.