[Nummer 12 - 24 november 1984]
Ter zake
Rudie Kagie
Schrijver Maarten Biesheuvel begeeft zich in een eminente bovenkooi: in de winkel van het Amsterdamse sigarenmagazijn P.G.C. Hajenius schaart zich donderdagmiddag 22 november ZKH prins Bernhard onder het gehoor van zijn voordracht die tien minuten mag duren. Daarna zal de prins de eerste serie van het nieuwe Hajenius-assortiment pijptabakken in ontvangst nemen. ‘Mijn man vond het moeilijk om speciaal voor deze plechtigheid een verhaal te schrijven,’ zegt de wettige echtgenote van de auteur. ‘We hebben toen samen gekeken of er in gepubliceerde verhalen niet ergens over een pijp gesproken wordt. Dat bleek niet het geval, hij heeft wel diverse verhalen over sigaren geschreven. Een van die verhalen heeft hij nu aangepast door het woord sigaar in pijp te veranderen. Thuis rookt mijn man meestal pijp. Als hij op reis gaat neemt hij altijd een paar sigaren mee, meestal van Hajenius.’
bert nienhuis
‘Enjoy this book!’ roept samensteller Jan Donkers de lezers van zijn voorwoord in Amerikanen vertellen olijk toe. De kloeke bloemlezing van Amerikaanse short stories werd gemaakt door uitgeverij Loeb in opdracht van Bruna-boekwinkels. Daar gingen de gebonden uitgaven tegen de spotprijs van vijftien gulden voor vierhonderdvijftig pagina's over de toonbank in het kader van een - inmiddels afgesloten - ‘Amerika-actie’. Minder verguld met de stuntaanbieding toonde zich De Bezige Bij, die met een kort geding dreigde als de verkoop niet onmiddellijk werd gestaakt. Wat is het geval? Vóór in het boek wordt dank uitgesproken aan De Arbeiderspers, Bert Bakker en Meulenhoff ‘voor hun welwillende medewerking aan dit project.’ De Bezige Bij komt in dit rijtje niet voor, hoewel het verhaal De lachvogel van J.D. Salinger is gekopieerd uit een Bezige Bij-uitgave. ‘Loeb heeft ons toestemming gevraagd om dat verhaal in die bundel over te nemen. Die toestemming hebben wij geweigerd, maar van die weigering heeft hij zich niets aangetrokken,’ zegt Bezige Bijdirecteur Dolf Hamming. Een kort geding dat hij aankondigde ging niet door, omdat Bruna en Loeb vorige week dinsdagmiddag bezworen dat het boek spoorslags uit de handel zou worden genomen. Eind vorige week was het echter nog in elke Bruna-zaak verkrijgbaar, met dien verstande dat de prijs inmiddels van f 15, - tot f 25, - bleek te zijn opgetrokken omdat de Amerika-actie voorbij is. ‘Waar gehakt wordt vallen spaanders,’ verklaart Loeb het ‘misverstand’. Hij noemt het een ‘geluk’ dat De Bezige Bij er zo laat achterkwam dat het verhaal van Salinger ondanks
een uitdrukkelijk verbod tóch het boek binnensloop: ‘Nu zijn er aardig wat exemplaren van verkocht. Als de oplage meteen aan het begin van de Amerika-actie uit de roulatie zou zijn genomen was de schade enorm geweest.’ Over het aantal verkochte boeken toucheert De Bezige Bij een ‘passende schadevergoeding’. Loeb zal Amerikanen vertellen herdrukken zonder de gewraakte bijdrage van Salinger. Samensteller Jan Donkers houdt zich afzijdig van het geruzie over copyrights: ‘Ik weet van niks, ik kom zo juist terug uit Amerika.’
eddy de jongh
In de thriller The Fourth Protocol suggereert Frederick Forsyth dat vrouwelijke demonstranten - ‘in anoraks and crewcuts, who held hands with their younger lady friends’ - lesbisch zijn. In de onlangs bij Bruna verschenen vertaling van het boek laat Gerard Grasman deze passage achterwege. Over de noodzaak van samenwerking tussen geheime diensten van het Verenigd Koninkrijk en Zuid-Afrika meldt Forsyth: ‘It exists, but for political reasons it is a difficult one.’ Vertaler Grasman draait de zaak om: ‘Om zuiver politieke redenen onderhouden beide geheime diensten contact met elkaar.’ Hoofdstuk vijf uit de bij Hutchinson in Londen verschenen editie is in de Bruna-uitgave bijna helemaal weggelaten. Een argwanende lezer zou bijna denken dat Bruna het manuscript van Forsyth aan milde censuur heeft onderworpen. Bruna-directeur Chris Meijer doet zijn best die indruk weg te nemen. De vertaler heeft zich ‘strikt aan de opdracht’ gehouden. Van ‘doelbewuste’ kuisingen, afzwakkingen of verdraaiingen is geen sprake. De drastische inkorting van het vijfde hoofdstuk geschiedde op verzoek van de auteur. ‘Ik heb een brief voor me liggen die Forsyth ons op 24 februari 1984 stuurde,’ zegt Meijer. ‘Hij geeft daarin buitenlandse uitgevers toestemming om drie ellenlange memoranda over de Labour Party die hoofdpersoon Harold Philby aan de Russische regering stuurt achterwege te laten. Speciaal voor de vertaling schreef Forsyth een samenvatting die in de Nederlandse editie is tussengevoegd in hoofdstuk drie. Van deze mogelijkheid hebben we dankbaar gebruik gemaakt; eerlijk gezegd zijn die memoranda nogal slaapverwekkend om te lezen.’
Bijna tien jaar voerde het tweemanschap Henk Bouman en Errit Petersma in perfecte harmonie de redactie van wetenschappelijke uitgeverij Boom. De laatste tijd was de onderlinge coöperatie aan slijtage onderhevig - en wel zo ernstig dat Petersma in april met ziekteverlof van het toneel verdween. Een paar maanden later werd hij op non-actief gesteld en met ingang van november is hij ontslagen. ‘Vergelijk het met een echtscheiding,’ zegt de werkloze redacteur. ‘Duurzame ontwrichting en een onwerkbare situatie. Het verschil met een huwelijk dat strandt is alleen dat daar geen god is die bepaalt wie van de twee partners het veld dient te ruimen.’ De almachtige heet in dit geval John Boom, courantier te Meppel. Hij decreteerde welke helft van het duo de buitenpost aan de Amsterdamse Sarphatistraat definitief diende te verlaten. Redacteur Henk Bouman, zevenentwintig jaar bij de firma in dienst, kon blijven. Petersma - ‘last hired, first fired’ - wordt door bewonderaars van het Boom-fonds geprezen als een redacteur met een scherpe neus voor schrijftalent onder veelal erbarmelijk formulerende academici.
Over de aard van conflicten die het arbeidsklimaat ter uitgeverij vertroebelen willen Petersma en Bouman niets zeggen. Een ‘beetje zuur’ noemt Petersma het dat Boom na zijn vertrek besloot tot het engageren van een extra bureauredacteur en enige ‘buitenredacteuren’ die het fonds met raad en daad ter zijde zullen staan. Beide ingrepen ter verlichting van de werkdruk zegt hij jarenlang vergeefs te hebben bepleit. Reactie van Bouman: ‘Schrijft u liever iets over onze Freud-reeks, waarin onlangs kort na elkaar drie nieuwe delen zijn verschenen.’