Vrij Nederland. Boekenbijlage 1984
(1984)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermdRoger Vailland: Chronique des années à la libération 1928-1945 Redactie: René Ballet Uitgever: Messidor, éditions sociales, 504 p., f58, -
| |
VernederingDe negen romans die hij vanaf 1945 tot aan zijn dood schreef, dragen een sterk autobiografisch karakter. Zij geven zijn ontwikkeling weer van verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog, communistisch sympathisant, partijlid, partijlid-af (na de ontmaskering van Stalin, weergegeven in La loi), en libertijn. In Un jeune homme seul schetst hij bovendien nog zijn burgerlijke afkomst. Als drie jaar na zijn dood nog eens een dik deel Ecrits intimes met onuitgegeven teksten, brieven en dagboekaantekeningen verschijnt, is voor een groot deel het materiaal aanwezig dat in staat stelt een redelijk compleet beeld te krijgen van werk en schrijver. Het verbaast dan ook niet, dat al vrij snel, in 1971, een psycho-analytische studie over hem verschijnt van de hand van Jean Recanati, en in 1975 een biografie in het Engels van J.E. Flower, over ‘de man en zijn maskers’. Kortom, tien jaar na zijn dood kon Vailland al gerekend worden tot een van de schrijvers over wie nauwelijks nog geheimen bestonden. Toch diende een periode nog in kaart gebracht te worden: de ‘stille’ jaren dertig, waarin hij als journalist werkzaam was, onder een aantal pseudoniemen, bij rechtse kranten als Paris-Midi en Paris-Soir. Bekend was, dat hij de politieke ontwikkelingen met een zekere afstandelijkheid volgde. De ‘koele blik’, ‘le regard froid’, zoals hij het noemde, was als het ware zijn handelsmerk, en was waarschijnlijk ook noodzakelijk om niet in conflict te komen met zijn werkgever, want zijn ‘instincten’ waren van meet af aan verbonden met politiek links. Het journalistieke werk verrichte hij uitsluitend om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien. In Drôle de jeu heeft hij het over ‘de vernedering om zijn tijd te moeten verkopen tegen een salaris, werk te doen waar men niet van houdt enkel en alleen om brood op de plank te hebben.’ Maar toch, niet alleen omdat men geïnteresseerd is in het werk van Vailland, maar ook omdat de jaren dertig nu eenmaal niet geheel en al zonder belang waren, zou men graag kennis maken met de journalistieke kant van Vailland. | |
Greta GarboIn deze leemte is nu voorzien. Dezer dagen verscheen: Roger Vailland: chronique des années folles à la libération, 1928-1945, een uitvoerige bloemlezing uit de journalistieke teksten, en steeds per periode voorzien van overzichtelijke inleidingen door René Ballet. En werkelijk, het blijkt een fascinerend boek te zijn. Vailland leert in een avond van zijn vriend Robert Desnos de journalistieke stijl en weet zich er voortaan voortreffelijk van te bedienen. Het kan niet anders of deze sti- | |
[pagina 33]
| |
listische vingeroefeningen zullen ook later, bij het schrijven van de romans hun invloed hebben gehad. Aanvankelijk wijdt hij zich aan gemengde berichten, zoals in 1929 het verschijnsel dat de parisiennes steeds vaker met blote benen de straat op gaan - vijfenvijftig jaar voordat de eerste monokini's op de stranden langs de Seine worden gesignaleerd -, en aan het uitgaansleven, met vooral ook de film. Het is natuurlijk uiterst curieus om première-verslagen te lezen van films als ‘Citylights’ van Chaplin of ‘Le chien andalou’ van Bunuel, en de eerste impressies van de geluidsfilm. Ook een filmportret als van Greta Garbo vind ik mooi om te lezen door de voortreffelijke observatie. Wat later is het de politiek, die hem bezighoudt: de Staviskyaffaire, de Duitse verkiezingen van 1932 met de schijnoverwinning van Hindenburg die door Vailland fraai wordt becommentarieerd. Hij maakt als journalist buitenlandse reizen naar Spanje, Portugal, Zweden, Turkije, Ethopië, en het pleit voor zijn niveau dat ook de verslagen uit deze landen nog steeds interessant zijn om te lezen. De ‘onvergetelijke lente van 1936’, als het front populair aan de macht komt, markeert voor hem de overgang van een passieve naar een actieve rol, maar het zal toch nog tot 1942 duren voor hij daadwerkelijk partij kiest en in het verzet gaat. Dit laatste valt samen met een ontwenningskuur voor opium die hij dan ondergaat en het een zal ongetwijfeld met het ander te maken hebben: het is het einde van een afhankelijke positie en het begin van een ‘soeverein’ leven, zoals hij dat graag noemt. | |
Elisabeth VaillandNa de bevrijding van Frankrijk trekt hij met de geallieerde troepen mee als oorlogscorrespondent en ik weet niet in hoeverre het aan zijn journalistieke ‘feeling’ te danken is, dat hij voortdurend aanwezig blijkt te zijn op spectaculaire plaatsen. Hij verslaat bij voorbeeld de verovering van de Rijnbrug bij Remagen, bezoekt Hitlers adelaarsnest in Berchtesgaden en is in Sigmaringen daags nadat Pétain daar zijn biezen pakte. Hij treft de kamer van de oude maarschalk nog in wanorde aan. Céline is dan al langer vertrokken, zodat een hernieuwde confrontatie achterwege blijft. Een bizar toeval wilde namelijk, dat Vailland met zijn verzetsgroep regelmatig bijeenkwam in een kamer onder de étage waar Céline woonde, en het plan rijpte toen om Céline uit de weg te ruimen. Door een aantal praktische bezwaren is dat godzijdank niet doorgegaan, maar het is na de oorlog wel aanleiding geweest voor een aantal typisch Céliniaanse scheldkanonnades aan het adres van Vailland. Voor dat wat oudere Nederlandse lezer zullen vooral de verslagen van de operatie Marketgarden in Nederland, onlangs in alle toonaarden herdacht, interessant zijn. Men beleeft dan nog eens het overvliegen van een V1, en de angstige spanning als het knorrende geluid van de motor plotseling stokte. Het boek geeft wat de titel belooft: een kroniek van het tijdperk tussen 1928 en 1945, maar het geeft ook meer. Het levert het materiaal dat nodig was om tot een definitief beeld van Vailland te komen. Nu pas is men in staat om vast te stellen dat er een duidelijke continuïteit bestaat tussen zijn journalistieke werk en zijn latere loopbaan als romancier. Hij was journalist in de zin dat hij de actuele gebeurtenissen beschreef, maar het persoonlijke standpunt dat vaak werd ingenomen, verraadt de kunstenaar die zich oefende voor het ‘grote werk’. Anders interessant is een boekje dat ongeveer gelijktijdig verscheen: Drôle de vie van Elisabeth Vailland. Elisabeth was de tweede echtgenote van Roger, en zijn trouwe gezellin tot aan zijn dood. Zij was actrice en van Italiaanse afkomst. Haar vader, Philippo Naldi, was de eerste Italiaanse minister-president van na de oorlog. Voor de lezers van Vailland is zij geen onbekende, omdat zij uitvoerig ter sprake komt in de Ecrits intimes, maar het is daarom des te aardiger om ook haar eens aan het woord te horen. Het boekje is ingedeeld in drie delen: Elisabeth vóór Roger, Roger vóór Elisabeth, en Elisabeth en Roger. Het moet voor haar geen gemakkelijk leven geweest zijn, omdat de vele vriendinnen van Roger nogal eens voor huishoudelijke problemen zorgden, maar zij beschrijft het niet onaardig, en kennelijk was hun verstandhouding goed genoeg om een libertijnse levenswandel te kunnen verdragen. Na Vaillands dood is Elisabeth zich blijven inzetten voor de linkse zaak, en begeleidde bij voorbeeld Jane Fonda, die Roger en zij hadden leren kennen via Roger Vadim, bij haar acties tegen de oorlog in Vietnam in de Verenigde Staten. Zij heeft het verschijnen van het boek niet meer meegemaakt. In een voorwoord schrijft Monique Lange dat Elisabeth, na deze mémoires samen met Philippe Garbit geschreven te hebben ‘het leven verlaten heeft met de bescheidenheid die Roger Vailland van haar eiste’...(?) ■ |
|