Herfsttij der vrouwen
Een glansrijk en polemisch geschrift uit de middeleeuwen
Het boek van de stad der vrouwen door Christine de Pisan Vertaald uit het Middelfrans en ingeleid door Tine Ponfoort Uitgever: Feministische Uitgeverij Sara, 262 p. f 29,50 (paperback), f49,50 (gebonden)
Diny Schouten
‘Iedere dag kan men hun werken van vroomheid, barmhartigheid en deugdzaamheid aanschouwen, en men ziet, dat door hen de afschuwelijke dingen en de grote rampen, die voortdurend in de wereld plaatsvinden, niet worden veroorzaakt.’
Christine de Pisan (1365-1430) - die niet in Pisa doch in Venetië werd geboren en werd opgevoed aan het Franse hof van karel V waar haar vader raadsheer was - trok in haar Le Livre de la Cité des Dames ten strijde tegen alle laster die tot dan toe (1405) haar en haar seksegenoten naar het hoofd geslingerd was. Ze deed dat door in haar boek talloze voorbeelden te noemen van de werken van vrome, barmhartige en deugdzame vrouwen, maar ook door de levens te beschrijven van (ruw geschat) zo'n honderdvijftig illustere dames uit de bijbelse en heidense historie: verstandige, kuise, geleerde, besluitvaardige, dappere, knappe, edele, kundige, lijdzame, trouwe, sterke, kunstzinnige, profetische, vrijgevige of heilige. Dat er ook slechte vrouwen zouden kunnen bestaan, leek haar moeilijk voorstelbaar:
‘Oh God! Als ik niet dwaal in het geloof, dan mag ik er toch in het geheel niet aan twijfelen, dat uw oneindig grote wijsheid en volmaakte goedheid niets gemaakt heeft, dat niet geheel goed zou zijn?’
Slechte vrouwen, concludeert ze daarna opgelucht, zijn monsters die tegen hun natuur ingaan. God heeft ze niet zo geschapen, en ze zijn trouwens ook in de minderheid. Andere theologische klippen omzeilt ze even behendig: zo kan een man met recht beweren dat hij verbannen werd door Eva's schuld, ‘maar dan zeg ik dat hij een hogere graad bereikt heeft door Maria, dan hij verloor door Eva’.