Vertaald
Muriel door Miriam Tlali. Vertaling Jaantje Bodt (In de Knipscheer, 274 p., f37,50) Bij het beoordelen van een roman als Muriel, (het debuut van de Zuidafrikaanse schrijfster M. Tlali) betrap ik me erop dat je andere criteria aanlegt dan de literaire. Tlali laat de ‘ik’ zeggen dat ze niet kan schrijven; dat is niet waar. Schrijven kan ze al is het dan geen literatuur. Dat komt vooral door het taalgebruik dat van elk raffinement gespeend is en door de weergave van de simpele dialogen. Bij bekentenisliteratuur weegt soms de inhoud zwaarder dan de vorm. In korte hoofdstukjes doet Muriel verslag van haar ervaringen als zwarte werkneemster in een bedrijf dat onder andere radio's en meubelen verkoopt. Uiteraard zijn de eigenaars van deze zaak blank, de potentiële klanten meestal zwart. De goederen worden fel begeerd; de financiën zijn dikwijls niet toereikend dus heeft de baas een lucratieve afbetalingsregeling bedacht. Het centrale thema is - hoe kan het ook anders - de gruwelijke apartheid die in Zuid-Afrika door de wet bekrachtigd is. In steeds sterkere mate ervaart Muriel dat ze in haar baan meehelpt aan de onderdrukking van haar landgenoten door de blanken. ‘De winkel en zijn werkstructuren blijken een kleinschalige afspiegeling van hoe de “grote” maatschappij in elkaar zit,’ zegt Jan Kees van de Werk in zijn uitgebreide nawoord, waarin hij ook de wordingsgeschiedenis van de roman - die in Zuid-Afrika in de ongecensureerde versie verboden is - uiteenzet.
***
Stem uit het volk van wilden
door Bette Pesetsky. Vertaling Mea Flothuis (Meulenhof, 223 p., f34,50). Binnen een jaar nadat de bundel Verhalen tot op zekere hoogte ons kennis liet maken met de briljante, geestige schrijfster Bette Pesetsky ligt er een roman in de winkel: Stem uit een volk van wilden. De oorspronkelijke versie is door Ad Nuis uitgebreid besproken in de boekenbijlage van 22 oktober 1983. Hij roemt al haar laconieke humor, de zuiverheid waarmee ze de juiste toon aanslaat en de volstrekte afwezigheid van loze vulling. De titel is ontleend aan het motto: ‘Jullie zijn een volk van wilden,’ zei de politicus. ‘Vrouwen zijn wilden. Dat heb ik altijd geweten. De beschaving heeft de vrouwen nooit bereikt.’ Politieke uitspraken - Anoniem. Het zou me niets verbazen als May Alto, de heldin, moeder van drie opgroeiende kinderen en van beroep ghostwriter, deze uitspraak op haar naam zou kunnen zetten.
Het verhaal speelt zich af in het gewelddadige New York waar May in de alkoof van haar flat boeken schrijft die anderen zelf niet konden schrijven. Ze is daar zo goed in dat haar cliënten er veel eer mee behalen; zelfs zoveel dat een van hen voor een quasi-filosofisch geschrift de Nobelprijs krijgt aangeboden. Dan heeft ze er genoeg van om zich altijd zo dienstbaar en anoniem op te stellen en niet mee te profiteren van de roem die hen te beurt valt. Troeven heeft ze genoeg in handen. In elk afgeleverd produkt stopte ze namelijk de figuren van haar moeder en een tante. De chantage kan beginnen. Als uiteindelijk de Nobelprijswinnaar zich zo bedreigd voelt dat hij haar wil komen vermoorden, zijn er altijd nog haar drie oude, trouwe vriendinnen om haar bij te staan.
***
Cocaïne door M. Agejev. Vertaling Jeanne Holierhoek (Het Spectrum, 163 p., f25,50) In januari van het jaar 1919 wordt de aan cocaïne verslaafde student Vadim Maslennikov ijlend binnengebracht in een Moskous ziekenhuis. De dag daarop sterft hij en in zijn binnenzak vindt men een manuscript. De autobiografische roman Cocaïne speelt zich af tussen 1916 en 1919. Het boek vertelt de geschiedenis van een jonge man zonder illusies: ‘Dat was het vreemde in mijn leven. Als ik me gelukkig voelde, hoefde ik alleen maar te denken dat dat geluk niet lang zou duren en meteen was het verdwenen. In het eerste deel (Lyceum) maken we kennis met een wrede en cynische adolescent. Het tweede deel behandelt zijn verhouding met de (getrouwde) vrouw Sonja. Van haar meent hij echt te houden, maar dat betekent tegelijk dat er geen sprake meer kan zijn van passie omdat hij wordt verscheurd ‘tussen de geest en het vlees’, een conflict dat scherpzinnig geanalyseerd wordt. Pas in het derde deel worden de ‘neusgaten van Vadim ontmaagd’ en leidt de cocaïne hem definitief naar de ondergang. Agejev beschrijft het gedrag en de gevoelens van Vadim genadeloos. Cocaïne is een meeslepende roman, en het is niet te hopen dat de modieus aandoende titel veel lezers zal afschrikken. De manier waarop het boek tot ons is gekomen, is net zo bizar als de inhoud. Het verscheen begin jaren dertig in het Russisch in Parijs - het manuscript was uit Constantinopel per post verstuurd - om vervolgens in de vergetelheid te raken. Gelukkig werd het vijftig jaar later, in 1978, herondekt en in het Frans vertaald door Lydia Chweitzer die ook het voorwoord schreef. Het is niet eens bekend of Agejev die van joodse afkomst zou zijn, de werkelijke naam van de schrijver is. Naspeuringen hebben tot nu toe niets opgeleverd.
***
Verre wereld. Moderne verhalen uit Latijns-Amerika, Azië en Afrika. Samengesteld door Els Pelgrom. (Meulenhoff Informatief, 224 p., f24,50) Literatuur uit niet-westerse landen krijgt de laatste jaren eindelijk de aandacht die zij verdient. Els Pelgrom stelde een mooie bundel samen met verhalen die niet (of niet meer) in de Nederlandse taal verkrijgbaar zijn. Vooral omdat er gezegd wordt dat er bij de samenstelling ‘gestreefd is om jongeren vanaf 14 jaar door middel van goede verhalen een blik te gunnen op niet-westerse verhalen’, verwachtte ik dat je als lezer veel te weten zou komen over de zeden en gewoonten die in dat verre land heersen. Dat is niet altijd het geval. Het verhaal uit India van Ruskin Bond is een Edgar Allen Poeachtig verhaal over een stiefvader die in een put wordt gemetseld. Het enige exotische is dat mensen zich in een tonga laten vervoeren. Twee indianen van de Peruviaanse auteur Alfredo Bryce Echenique vond ik om dezelfde reden wat minder gelukkig gekozen - twee mannen ontmoeten elkaar in Rome -, bovendien lijkt mij het een wat ingewikkeld te lezen verhaal voor pubers en niet zo boeiend.
Het tegenovergestelde zou je kunnen zeggen over Die zwarte meid van Sembene Ousmane dat gaat over een Senagalees dienstmeisje dat met een blank echtpaar mee naar Frankrijk wordt genomen; over De besnijdenis van Pramoedya Ananta Toer en over Stralende verten van de Vietnamese Le Minh Khue waarin een meisje van zestien samen met haar vriendinnen tijdens de oorlog kraters van bominslagen moet dichtgooien. Deze auteurs hebben, net als de meeste van de twintig gekozen schrijvers, al een behoorlijke reputatie. Ik mis een korte inleiding bij elk werelddeel en noten. In het eerste verhaal komen al de woorden: bilboquet-spel, maté en caqui voor; een verklaring zou op zijn plaats zijn. Voor de volwassen lezer die kennis wil maken met gevarieerde, moderne literatuur uit Latijns-Amerika, Azië en Afrika is dit een uitstekende gelegenheid.
MARIJKE HILHORST