Professionals nemen geen wraak
De nieuwe spionageromans van Deighton, Forsyth en Allbeury
Mexico Set door Len Deighton Uitgever: Hutchinson, 380 p., f46,80
Voorspel in Berlijn door Len Deighton Uitgever: Elsevier, 287 p., f23,50
The Fourth Protocol door Frederick Forsyth Uitgever: Hutchinson, 390 p., f54,05 Amerikaanse uitgave: Viking Press, importeur Van Ditmar
The Judas Factor door Ted Allbeury Uitgever: New English Library, 202 p., f41,60 Importeur: Nilsson & Lamm
R. Ferdinandusse
Terwijl in de werkelijkheid van onze kleine planeet de spion steeds meer vervangen wordt door computer en satelliet, groeit hij in de literatuur. Schrijvers creëren geheime diensten waarvan het nageslacht zal denken dat ze bestaan hebben. En de liefhebber van het genre is het geluk beschoren dat er net weer drie blauwdrukken van grootmeesters van de pers zijn gerold: van Len Deighton, Frederick Forsyth en Ted Allbeury.
Mexico Set is het tweede deel van een trilogie waarvan het eerste deel, Berlin Game, vorig jaar verscheen. Voor wie het miste: het is nu in pocket uit, én in Nederlandse vertaling, Voorspel in Berlijn. (Het derde boek zal, zoals de minnaars van het Melkhuisje al vermoeden, na Game en Set, Match heten.)
In die twee boeken, Berlijn en Mexico, neemt Deighton weer eens het oude spionagewerk ter hand, niet meer in de ingenieuze puzzelvorm van Ipcress File, maar rechttoe rechtaan verteld door Bernard Samson, die al weer vijf jaar op een Londense bureaustoel heeft gezeten, als hij naar Berlijn wordt gestuurd om een agent tot de orde te roepen. Want er is al zoveel in Berlijn misgegaan dat een echte vakman de lekken moet dichten. En Samson in een vakman, en zijn vader was het ook al. Vader Samson was in zijn hoogtijdagen hoofd van het Britse netwerk in Berlijn, en Bernard is daardoor opgegroeid in die stad, houdt van die stad, en kent bovendien de hele spionnenvrienden- en -kennissenkring. (Van zijn vader citeert hij ook: ‘Eeuwige paranoia is de prijs van de vrijheid. Waakzaamheid is niet genoeg.’)
Len Deighton, foto Adrian Flowers
Deighton mengt weliswaar hier en daar een moord of een ander thrillereffect door zijn verhaal, maar het hoofdbestanddeel is zijn schildering van de personen, van het dagelijkse werk, en van de geheel eigen wereld van de inlichtingendiensten. Briljant verteld, soms met te veel, maar toch precies gekozen bewoordingen. Niet alleen weet Samson de Berlijnse agent, Brahms Vier, uit de gevarenzone te loodsen, hij ontdekt ook wie in Londen het lek is. Dat is plot-technisch een verrassing, en daarom hadden zoveel recensenten moeite met het bespreken van het boek. Want in zo'n geval mag je niet onsportief zijn en vertellen wat er aan de hand is.
Mexico Set is een vervolg (al kun je het ook lezen zonder Berlin Game te kennen). Opnieuw Bernard Samson, opnieuw de competentiestrijd tussen zijn smakelijk beschreven en goed bestudeerde superieuren Dicky Cruyer en Bret Rensselaer. Maar vanwege de onverwachte afloop van Berlin Game hebben zij geen onbeperkt vertrouwen meer in Samson. En de KGB, die dat uiteraard ook weet, doet alles om Samson voortdurend te compromitteren, terwijl hij het bloed in de schoenen loopt om een KGB-agent aan te werven, terwijl Londen dat buiten hem om óók nog eens doet. Kortom, niemand vertrouwt iemand. ‘A man has no friends in this job,’ zegt Samson.
Deighton heeft zich, lijkt het, voorgenomen om zo'n door hem - briljant - bedachte spionagedienst, uitvoerig tegen het licht te houden. De intrige is helder en zit vol verrassingen, maar het hoofddoel is de analyse. Deighton doet dat aan de hand van Samson, maar hij had evengoed elk ander optredend personage als hoofdfiguur kunnen nemen. Ze zijn allemaal even bezeten en gebeten door het vak. Alleen Samson is ‘cool, very cool’, want hij weet dat hij, door dat Berlijnse verraad, op eieren loopt. Prachtige observaties opnieuw over Berlijn, een stad die in handen van Deighton iets dierbaars krijgt, en die een mooi contrast vormt met Mexico waar de regels anders zijn, en er ruimte genoeg is om over het vak na te denken. Mexico Set is alweer honderd pagina's langer, en dus uitvoeriger dan Berlin Game, en als het derde deel ook die adem heeft dan gaat het erop lijken dat Deighton een soort ‘Oorlog en vrede’ van de inlichtingendiensten heeft geschreven. Compleet met bijbehorende succesagenda-filosofie; ik citeer er maar twee: ‘Amateurs keep their eyes on the target instead of looking over their shoulder’, en ‘Professionals don't take revenge; they have enough trouble doing their job’.