Eenvoudige afkomst
Maar Don Fermín zit zelf ook aan de lijn en wel die van zijn moeder Doña Paula. Zij, van uiterst eenvoudige afkomst, heeft al vroeg begrepen dat de enige weg naar een carrière voor haar zoon via de priesterwijding loopt en voor die carrière neemt ze dienstjes aan bij steeds hogere priesters, waarbij ze eros en chantage allerminst schuwt. Als Fermín zijn voorlopig eindpunt heeft bereikt, houdt zij zijn gangen nauwkeurig in de gaten, zo nodig met behulp van het personeel. Alleen tot zijn biechtsessies heeft Doña Paula tot haar verdriet geen toegang. In haar vitaliteit en seksualiteit is zij heerseres over de man en over de kerk, zoals dat ook geldt voor La regenta: de heerseres.
Ook Don Alvaro dingt naar de gunsten van Ana, maar hij heeft geenszins de spirituele pretenties van zijn rivaal. Hij is voorzitter van de plaatselijke liberalen en een centrale figuur in de herenclub, waar men druk speculeert over Alvaro's kansen Ana's kuisheid te verbreken. Voor zijn onderneming neemt hij de tijd. Hij is een ervaren Don Juan en hij heeft er vele lange maanden voor over zijn doel te bereiken. Als hij dat bereikt heeft, zijn Ana inmiddels ook de sensuele verlangens van haar geestelijke leidsman duidelijk geworden.
Ana Ozores is een gevoelige en sombere vrouw. Haar treurige isolement wordt naturalistisch verklaard door haar moederloze jeugd en door de ingrijpende ervaringen, toen haar vroegste emotionele contacten door haar omgeving beroddeld en bezoedeld werden. Nu leeft ze geïsoleerd en verveeld in een provinciestad waar roddel en regen de voornaamste constanten zijn. Ze zoekt haar uitlaat, haar opwinding in het religieuze, daarbij gestimuleerd en opgezweept door Don Fermín, die zo zijn macht op haar uitoefent. De kanunnik bereikt zijn hoogtepunt als Ana blootsvoets deelneemt aan de processie op Goede Vrijdag, waar godsdienstige extase, machtslust en masoschisme onlosmakelijk verenigd zijn in Ana's gang als krijgsgevangene in Don Fermíns triomftocht.
La Regenta is een boek van wankel evenwicht tussen religie en seksualiteit en van touwtrekkerij tussen twee mannen. De kansen van beide pretendenten wisselen elkaar af en de roddelende gemeenschap van Vetusta houdt de wisseling der kansen nauwkeurig bij. Het precaire evenwicht tussen beide pretendenten wordt subtiel en uitermate komisch uitgebeeld als op een tuinfeestje Don Alvaro en Don Fermín om beurten proberen een vastgeraakte schommel los te krijgen. In die schommel bevindt zich de lichtzinnige schoonheid-op-retour Obdulia en het lukt de beide galante heren niet hun doel te bereiken zonder haar terloops te moeten aanraken.
La Regenta is op zulke momenten een bijzonder geestig boek, maar het is toch vooral een somber boek, vol pessimisme over wat mensen doen en over wat hen beweegt. Don Alvaro is kil en berekenend. Don Fermín evenzeer en daarbij nog een huichelaar die zijn eigen motieven nauwelijks doorziet. Anna is vooral slachtoffer, slachtoffer van haar opvoeding, van haar onvermogen een bruikbare levensvervulling te vinden, van de frigiditeit van haar man en van de roddelende Spaanse provinciestad. Alles eindigt voor haar fataal. Don Fermín zorgt ervoor dat aan Quintanar Ana's overspel ter ore komt. Quintanar wordt in een melig duel door Don Alvaro gedood en daarna wordt Ana door Don Fermín teruggewezen. Wanneer ze herstellend van een depressie en een ziekte na haar mans dood de troost en de vergeving van de biecht zoekt en nederig aanschuift bij de andere wachtende vrouwen, weigert de kanunnik haar die biecht af te nemen. Dreigend komt hij op Ana af, naar het Ana toeschijnt om haar te doden. Dan verdwijnt hij wankelend in de kerkelijke veiligheid van de sacristie. Ana blijft in zwijm achter en de roman eindigt met de kus van de acoliet Celedonio, een homoseksueel, die ‘in een perversie van zijn perversie’ probeert hoe het is een vrouw op de mond te kussen.
La Regenta is een uiterst veelzijdige roman. Het is een kritiek op de kerk, een kritiek die nooit helemaal het katholicisme afschrijft, maar zorgvuldige lezing zal duidelijk maken hoe weinig illusies de romanschrijver Alas over religie en menszijn had. Het is ook een kritiek op de Spaanse politiek, in die restauratiejaren een handjeklap tussen liberalen en conservatieven. Het is een kritiek op machismo en Ana is tussen alle geweld en huichelarij om haar heen met liefde getekend. Alas is geen regelrecht emancipatoire schrijver. Zijn behandeling van bijfiguren als Obdulia verraden een wat beschermende en ironische distantie tegenover de vrouw. In een wonderlijke metafoor vergelijkt hij de ontluikende ‘perversie’ van de acoliet Celedonio met de beginnende curven van een meisjesborst. Toch is Ana volwaardig en waardig benaderd, ze is een heel bijzondere kruising van Emma Bovary in haar isolement en Dorothea Brooke uit Middlemarch in haar navolging van de heilige Theresia. Maar Ana is tegelijk vitaler dan Emma en extatischer dan Dorothea.
La Regenta is ten slotte een uitermate gecompliceerd boek. Het heeft een ingewikkelde verteltechniek die het moeilijk maakt uitspraken te doen over betekenis of auteursbedoeling. Het wordt daarbij dooraderd door een freudianisme avant-la-lettre, zoals kan blijken uit deze passage waarin verdrongen seksualiteit, autoritair gedrag, verplaatsing van affectie, vrouwelijke onbetrouwbaarheid bij onderge-
vervolg op pagina 23