Uitgeven in het wilde weg
Random House of: ‘the American way of publishing’
Boudewijn Büch
Uitgevers
Nu de eerste twee delen verschenen zijn van Histoire de l'édition française (uitgever Promodis 1982, 1984) weet de liefhebber van de uitgeverswereld een stuk meer. Hij heeft de helft in handen van een handboek dat in vier delen zal verschijnen en van een ongekende degelijkheid en schoonheid is. Tientallen geleerden voeren de lezer door een ingewikkelde stof. Uitgeven is ingewikkeld, de uitgeversstructuur is nog ingewikkelder. Om een leek bij voorbeeld uit te leggen hoe de firma's Kluwer en Elsevier in elkaar zitten, kost nagenoeg een dag. Tot voor kort meende ik dat de Belgische uitgeverswereld betrekkelijk doorzichtig van structuur was; na de lectuur van Romain Vanlandschoots Joris Lannoo, drukker en uitgever voor Vlaanderen 1891-1971 (Tielt/Weesp 1984) en Ludo Simons Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen (Tielt/Weesp 1984, verschenen is het eerste deel) bleek de doorzichtigheid een illusie. Men struikelt in Vlaanderen over paters, ruzies en gecompliceerde concernsamenstellingen.
Ofschoon de uitgeverij in Amerika natuurlijkerwijze een bedrijfsvorm is die veel later opkwam dan in Europa, heeft haar kortere geschiedenis niet het voordeel dat zij in een paar woorden is samen te vatten. Het oudste Amerikaanse uitgevershuis dat nog bestaat werd in 1786 opgericht. De historie van menige grote Amerikaanse uitgever van dit moment gaat vaak niet veel langer dan een halve eeuw terug. Maar in die halve eeuw exploderen deze bedrijven tot giganten, kopen elkaar op en hebben onderling niet zelden personele banden. Ruzies binnen één concern zijn volstrekt normaal. Een fenomeen dat overigens ook in Nederland voorkomt. Hoewel Querido en de Arbeiderspers tot één en hetzelfde concern behoren, heeft het in het verleden dikwijls niet helemaal geklikt tussen deze twee poten van de Weekbladpers. Onlangs mocht men het nog meemaken dat twee poten van het Kluwerconcern (nu: Bert Bakker en Contact) ruziënd door alle kolommen van de weekbladen vlogen. Een verschil tussen Nederland en Amerika is het veel eerder optreden van concernvorming en aandelenruzies in de VS dan in Holland. De echte gezelligheid - die men in Nederland bij sommige uitgevers nog steeds kan meemaken - bestaat in Amerika al lang niet meer. Wil men in Nederland nog wel eens juichen bij een oplage van 20.000 exemplaren, in Amerika is de uitgeverij bijna uitsluitend een zaak van honderdduizendtallen: in oplage en in geld.
Het beste specimen van de bovengeschetste Amerikaanse uitgeverij is Random House. De structuur van deze firma is, gelet op haar fondscatalogus Books in print (1983) als volgt: onder de paraplu van Random House, Ine. fungeren de imprints Random House, Alfred A. Knopf, Pantheon en Vintage. Deze vier sub-uitgevers voeren ieder een aantal eigen reeksen. Aan sommige reeksen is vaak niet te zien van welke Random-poot ze stammen. Zo lijkt de beroemde Modern Library een zelfstandige uitgeverij maar zij is een afdeling van Random House. Tot slot vertegenwoordigt Random House, Inc., waarvan de boeken in Nederland worden geïmporteerd door Van Ditmar, nog een groot aantal uitgevers, bij voorbeeld de hard-covers van Ballantine en Reader's Digest Books.
Het vignet van Random House
Drie mannen - om mij te beperken - hebben een belangrijke positie gehad in de voorgeschiedenis en huidige historie van Random. Horace Liveright, Bennette Cerf en Alfred A. Knopf. Over de laatste heb ik nu reeds enige jaren ruzie. Daarom los ik deze twist - hoe zijn achternaam wordt uitgesproken - voor eens en altijd op: Knopf wordt uitgesproken als ‘Knupf’ (de ‘k’ wordt écht fonetisch gerealiseerd); als bewijs verwijs ik de twijfelaar naar Webster's (...) an dictionary of names of noteworthy persons with pronunciations (1963, p. 829.) Horace Brisbin Liveright (1886-1933) richtte met Albert Boni in 1918 uitgeverij Boni and Liveright op. Op zijn oude dag zou Liveright toneelprodukties gaan doen, na 1924 bracht hij onder andere een theaterversie van Dracula en een opvoering van Theodore Dreiser An american tragedy dat Liveright in 1925 uitgaf.
Het vignet van Alfred A. Knopf