Archief
Een bezoek aan Uitgeverij De Wereldbibliotheek, na talrijke verhuizingen in haar lange geschiedenis aan de Keizersgracht 810 te Amsterdam gevestigd, verbijstert de uitgeversvriend een beetje. De WB is opgegaan in een soort holding die ook uitgeverijen Becht en Debussy omvat en tevens de Vlaamse uitgeverij De Nederlandse Boekhandel vertegenwoordigt. Deze laatste uitgeverij is de enige uitgeverij die bij mijn weten zich uitsluitend toelegt op het verspreiden van slechte, onbeduidende en onleesbare boeken.
Door allerlei reorganisaties is het archief van de WB niet in nette staat. Men beschikt echter wel over een pakket originele contracten. Met gemak toont de directie handtekeningen van Couperus, J.I. de Haan en vele, vele anderen. Een blik in de WB-archiefboekenkasten - die niet alle WB-uitgaven bevatten en nog niet geheel op orde is - maakt een mens melancholisch. Want deze uitgeverij bezat ooit een wereldfonds. De WB is veel minder dan de tegenwoordige Arbeiderspers en De Bezige Bij een huis geweest van fondsauteurs. Dat wil zeggen: Maarten 't Hart is een AP-auteur, Remco Campert een BB-schrijver. Daarentegen was de WB ook weer niet een uitgever van snippertjes. Er is een getypte lijst van alle titels die de WB tot een paar jaar geleden had uitgegeven: het zijn er bijna 2500, afgezien van de paar honderd premieboekjes. In die onafzienbare titellijst treft men vertalingen van bijna alle grote klassieke schrijvers, zowel buitenlanders als Nederlanders, pamfletten en wijsgerige werken. Vooral geïnspireerd door Van Suchtelen bracht de WB in 1915 de tot nu toe onovertroffen vertaling van Spinoza's Ethica en in 1932 Wijsgerige fragmenten (beide vertaald door Van Suchtelen).
Verzamelaars van WB-uitgaven weten het en een beschouwer van het archief ziet het onmiddellijk: de WB was boekband-gek. De oplage van één boek werd soms in drie verschillende kleuren uitgebracht en dan kwam er uiteraard ook nog een niet-gebonden uitgave uit. Waarom is nooit iemand duidelijk geworden; duur was het wel. Van Nico van Suchtelens prachtige Die Wahlverwandtschaften-vertaling (Goethe's Zielsverwanten, 1915) bezit ik zelf drie verschillende banden. De Maatschappij voor Goede en Goedkope Lectuur herdrukte haar niet. (Deze maatschappij gaf dus ‘De Wereldbibliotheek’ uit, sedert jaren heet de uitgeverij nu zélf Wereldbibliotheek.) En zo kon Het Spectrum in 1979 met een nieuwe, slechtere vertaling komen. In het Goethe-jaar 1982 kwam er een aantal middelmatige Goethe-studies op de markt. De Wereldbibliotheek vergat haar eigen, zeer lezenswaardige Goethe, een levensbeschrijving door E. d'Oliveira (1910) te herdrukken. Van deze zelfde schrijver verschenen de befaamde interviewboeken De mannen van Tachtig (1909) en De jongere generatie (1913). Deze beide boeken werden - in bloemlezing - verpatst aan Polak & Van Gennep (1966). Het is een triest verhaal, het naoorlogse wanbeheer van de WB.
Vic van der Reijt schreef in 1981 de opwekkende woorden: ‘Sinds kort is de uitgeverij uit haar as herrezen.’ Deze herrijzenis is tot op heden niet erg gelukt. Weliswaar liep de herdruk van Van Eedens Van de koele meren des doods vanwege de verfilming rap de boekhandel uit, deed de integrale Faust het goed in de boekenclub maar de schitterende editie van Spinoza's werken - tot nu toe drie delen verschenen - verkocht slechts in een jammerlijk klein aantal. Het kan niet gelegen hebben aan de uitvoering. De soepele linnen band, die ook werd toegepast bij Faust en Van de koele meren, en het mooie leteromslag oogden zeer beschaafd. Doch de WB schijnt het liefst boeken in het geniep te willen uitgeven; lang heeft men na de oorlog blijkbaar adverteren of het toezenden van recensieexemplaren niet nodig gevonden. Toch geen onwetende in het boekenvak, zag ik tijdens een recent bezoek aan de WB de reeds in 1981 verschenen geannoteerde editie van Carry van Bruggens Het huisje aan de sloot. Het design-beleid van de WB kan, ondanks de hierboven genoemde mooie boeken, nog steeds geen succes worden genoemd. Dat Bernard MacLaverty's boek Cal in een schitterende vertaling (1983) geen succes werd, kan alleen maar verklaard worden uit de beestachtig lelijke omslag.
Maar: de WB gaat anno 1984 eindelijk echt vaart zetten achter de herrijzenis. Alleen al uit het oude fonds - hoewel er teveel uit verkocht is - zou een prachtige reeks WB-herdrukken kunnen worden samengesteld. Indien men de oude titellijsten bekijkt, de talloze folders zoals Boekennieuws, Handboekje der W.B.-V. tevens volledige catalogus (1953), Het zilveren boek van de W.B. Vereniging (1950), begrijpt men werkelijk niet hoe deze goudmijn voor een gedeelte verkocht kon worden (aan andere uitgevers) en hoe het overige deel ongedolven bleef. In een overigens bijna onleesbare ‘paper’ van Frank de Glas met de weidse titel Sociale spreiding van ‘kwaliteitsliteratuur’ en het literair-kulturele veld: uitgangspunten van de ‘Wereldbibliotheek’ (1905-) staat met recht dat de WB zich eigenlijk al in een vroeg stadium vervreemdde van ‘de gewone man’: een monumentale Vondeluitgave en het tweedelige Brieven van Vincent van Gogh (met brieven, onvertaald, in het Frans; nog steeds leverbaar) zijn nu niet bepaald arbeideristische publikaties. Glas schrijft verder in zijn te Tilburg verschenen paper (1984): ‘Zelfs Simons' erepromotie aan de Amsterdamse universiteit in 1932 heeft niet kunnen voorkomen, dat de naoorlogse waardering voor het door zijn Wereldbibliotheek tot stand gebrachte, sterk wisselend is.’ Goedkope, goede boeken voor arbeiders is uit de tijd. Maar misschien kan de WB veel oud moois gaan herdrukken. Dan komt de waardering terug en zal de WB trots en fier haar tweede eeuw met gemak halen.
■
ronald sips