Open inrichting voor normale mensen
Kingsley Amis' valse uitbarstingen
Stanley and the Women door Kingsley Amis Uitgever: Hutchinson, 256 p., f 46,80
Anthony Paul
Sinds Kingsley Amis zijn eerste anti-held Jim Dixon de onsterfelijke woorden filthy Mozart in de mond legde, schopt hij met het grootste genoegen iedereen tegen de schenen die denkt dat hij net zo'n ongelikte beer is als de figuren in zijn romans. In de loop der jaren hebben Amis' mannen zich van onbehouwen cultuurbarbaren ontwikkeld tot hartstochtelijke, goedgebekte pleitbezorgers van het schandalig onredelijke vrouwvijandelijke soort.
Net als in Jake's Thing (1978) gaat de vrouwenhaat in Stanley and the Women gepaard met een aanval op een vorm van moderne hocuspocus: moest de seksuologie het de vorige keer ontgelden, dit maal is de psychotherapie het slachtoffer. Ook nu weer geeft Amis zich zelf volop de kans zijn satirische krachten te botvieren tot ergernis van hen die denken dat een schrijver de plicht heeft een evenwichtige kijk op de dingen te geven, en tot vermaak van de rest.
De verteller en centrale figuur Stanley Duke is halverwege de veertig en acquisitiemanager bij een dagblad. Hij is een fatsoenlijke, pretentieloze doorsnee man uit een kleinburgerlijk milieu, of een van alcohol doordrenkte, onnozele, bevooroordeelde, zelfingenomen aap - het is maar hoe je het bekijkt. Hij is kennelijk gelukkig met zijn tweede vrouw, een literaire journaliste. Stanley zelf leest nooit; zijn belangstelling gaat voornamelijk uit naar auto's, versnellingsbakken om precies te zijn. Hij is een gematigd racist, vindt de jongere generatie een ramp en richt, als rechtgeaard Amis-figuur, een ongenadig scherpe blik op zijn medemens. Hij ziet zijn ex-vrouw Nowell (ze had Noël moeten heten, ‘maar zij, of haar moeder, kon het niet spellen’) over een crisis heenkomen door te praten als een dolgedraaide vrouw in een film.
Stanley en Nowell hebben een zoon van negentien, Steve, die gek wordt. Stanley's trouwe kameraad de dokter, Cliff Wainwright, roept er een psychiater bij, ene Dr. Nash, een rijke, gewichtige man die ‘nog bekakter praat dan de koningin’ (van belang voor Stanley, die zich maar al te bewust is van zijn platte Londense accent); Dr. Nash laat Steve in een inrichting opnemen. Daar valt de jongen echter in handen van de vrouwelijke psychiater Trish Collings.
Dr. Collings is niet alleen een gevaarlijke exponent van het zieltjesgezemel, maar ook een ongewoon leugenachtige en immorele vrouw. Zij en Nowell spannen samen tegen Stanley (en de schrijver tegen hen) en schuiven hem de schuld van Steve's toestand in de schoenen: het komt allemaal doordat Stanley een onwillige, ongeïnteresseerde en ongevoelige vader is. Zo heeft hij geprobeerd Steve door zijn examens te slepen en zijn teleurstelling toen hij toch zakte niet verhuld. Volgens Trish Collings heeft Steve geen schizofrenie maar - subtiel verschil - een schizofreenachtige afwijking en moet hij geholpen worden ‘zijn eigen gevoelens terug te vinden’. Stanley stikt van hulpeloze razernij. Krankzinnigheid en de behandeling daarvan is, helaas, een van de vele dingen waarvan hij weinig weet, maar hij voelt intuïtief dat Collings denkniveau het in een Amerikaanse televisieserie goed zou doen, maar ‘might have looked a bit thin in a Sunday magazine article’. Dr. Nash bevestigt zijn vermoeden: ‘Die onzin wordt tegenwoordig alleen nog door kwakzalvers, goeroes en sociaal werkers verkocht,’ en verwoordt daarmee het idee achter de hele roman dat schizofrenen gewoon gek zijn en met medicijnen moeten worden behandeld in plaats van met gesprekken over het gezinsleven of ‘steun en liefde’.
Amis heeft Nash met de cultuur begiftigd die Stanley mist: hij heeft een boek geschreven over gekte in de literatuur: de meeste schrijvers zitten er naast, maar Shakespeare niet: Lear is een klassiek geval van cerebrale atherosclerose en Ophelia lijdt aan een bepaalde vorm van acute schizofrenie. En Hamlet, de lieveling van hen die krankzinnigheid aan wijsheid gelijkstellen? Hamlet is helemaal niet gek, hij doet maar alsof. Ook Steve's krankzinnigheid is, in de vorm die Amis eraan geeft, volkomen overtuigend - een zeer hedendaagse mengeling van slechte Science fiction met fantasieën in de trant van Tolkien en een scheutje bijbel.