Arrangement
De historische roman, kortom, is de hachelijke verhouding tussen feit en fictie, en de schrijver ervan begint vanuit dat dilemma zijn boek te beramen. Hiervan is Elisabeth Keesing zich ten volle bewust. Uit de opzet van het boek, die uitgebreid wordt weergegeven in het eerste hoofdstuk, blijkt dat zij dit allereerste probleem niet artistiek zal gaan oplossen, zoals Manzoni, maar uit de weg wil gaan door van de fictie volstrekt af te zien en geen historische roman te schrijven. Nadat zij het onderwerp van het boek heeft vastgesteld op de vriendschap tussen Constantijn en zijn broer Christiaan, de man van onder meer het slingeruurwerk en vermaard sterrenkundige, verklaart Elisabeth Keesing niet méér te ambiëren dan deze waar gebeurde vriendschap zo volledig mogelijk te reconstrueren en na te vertellen. De broers zullen hierbij ook de gelegenheid krijgen om, door hun brieven en het dagboek van Constantijn, voor zich zelf te spreken. De schrijfster zal de feiten van de vriendschap, zoals ze verborgen liggen in deze documenten maar bij voorbeeld ook zijn op te maken uit de sneldichten van vader Huygens, die ook als dichter de actualiteit op de voet volgde, verzamelen, ordenen en van commentaar voorzien, zodat het geheel nog realistischer zal zijn dan de feiten zonder meer. Een heel enkele keer zal zij zich, als er uit het materiaal geen zekerheid meer te verkrijgen valt, een redelijke gissing permitteren, maar hierin zal zij zich zeer matigen omdat zij tenslotte toch niet méér wil doen dan ‘stukjes van een puzzel aan elkaar zetten tot een geheel’.
Deze enerzijds bescheiden, want ‘selbstlose’ opzet van het bedoelde boek, die tegelijkertijd echter ook de grootste speurzin, historisch gevoel en vertelkunst vergt, wordt door het feitelijke boek volledig gestand gedaan. Overal staan citaten, elk hoofdstuk en iedere paragraaf dragen de jaartallen van de beschreven episode, zodat men heel zeker weet: dit is een documentaire, hier wordt niets verzonnen. Toch gaat het boek de geschiedkundige studie te buiten: Constantijn en Christiaan is meer dan zo zuinig mogelijk tot verhaal verbonden feitelijkheid. Elisabeth Keesing vertelt op een toon van verstandhouding en vol sympathie over het tweetal met als creatief effect dat zij zo hun levens een spanning verschaft die niet teruggebracht kan worden tot de gebeurtenissen alleen. Het is een literaire dramatiek die het boek naar het einde draagt, veroorzaakt door het engagement van de schrijfster en bewerkstelligd door de presentatie van de gegevens: het arrangement en de stijl. Vanwege het literaire surplus doet men het boek dus niet helemaal recht wanneer men het een geschiedkundige studie zou noemen; is Constantijn en Christiaan dan toch onverhoopt de historische roman die mevrouw Keesing ‘Nee, nee’ niet willen schrijven?
‘Een historische roman speelt in het verleden’: hoewel dit criterium niet altijd zonder problemen blijft (tot hoever zal in dit verband het verleden het heden kunnen naderen, en hoe een boek te betitelen als Van Schendels Het oude huis, dat weliswaar in de zestiende eeuw begint maar wordt voortgezet tot in de eigen tijd van de auteur?), is het duidelijk dat Constantijn en Christiaan er volkomen aan voldoet. Toch is het boek geen historische roman, eenvoudig omdat het geen roman is. ‘Roman,’ zegt Vestdijk, ‘roman is zo ongeveer wat iedereen zich voorstelt als hij het woord hoort.’ Als dus een roman zo om en nabij is wat je denkt dat het is, dan is een documentaire niet een roman. Elisabeth Keesing heeft noch de feiten, noch de fictie een relatief overwicht gegund, maar zich gehouden aan de feiten alleen. Daarmee valt Constantijn en Christiaan buiten het beschreven spectrum van het genre. In deze uiterst realistische positie bevindt Elisabeth Keesing zich in het gezelschap van Hella Haasse, die over haar documentaire Bentinckboeken liever spreekt van ‘samenstellen’ dan van schrijven. Het lijkt wel alsof met Haasse en Keesing de cirkel zich sluit en Manzoni gelijk krijgt: werd de historische roman eerst mogelijk met het levend worden van het historische bewustzijn, nu schijnt datzelfde historische bewustzijn zo ver te zijn ontwikkeld en brengt het zoveel scrupules met zich mee dat de historische roman, althans voor de historici Haasse en Keesing op dit ogenblik, er door wordt uitgesloten.
■