Tekenfilmpje
Op de Buchmesse van 1958 werd het volwassen voorbeeld van de pocket gepresenteerd door S. Fischer Verlag AG. Gemaakt volgens de actueelste opvattingen en met de modernste machines. Goedkopere clichéfabricage, snellere, dus goedkopere persen, er werd twee aan twee gedrukt en in offset, en het garenloos binden kon steeds vaker toegepast worden. Specifieke problemen bleven, hoewel het berekenen van de omvang van een Salamander, met als uitgangsmateriaal de met een doktershandschriftje geschreven kopij, wat tijdrovend en gekmakend was, niet zo vaak meer zou voorkomen. Naast alle technische ontwikkelingen werden er bij Querido ook nieuwe series opgezet: de Speciale Salamander, de geïllustreerde Salamander en de Reuzensalamander (de paperback). Er werden genre-vignetten ontworpen en elke serie kreeg zijn eigen Salamander. Maar erg succesvol waren deze uitstapjes niet, zodat ze na enige tijd (rond 1961) weer verdwenen.
De uitgeverij Querido heeft het verder met de Salamanders altijd rustig aan gedaan, dat is de beste garantie tot overleven, en dat was de bedoeling. Daardoor zijn er natuurlijk ook nooit echt opwindende of verschrikkelijke dingen gebeurd. Wel is er altijd op een aardige, voor boeken niet gebruikelijke manier met de reclame rond de Salamanders omgesprongen. Dat die reclame zich het nadrukkelijkst liet zien in een periode dat de Salamander zeer populair was, lijkt wat onlogisch, maar komt voort uit het feit dat pocketreeksen in die periode (begin jaren zestig) als politieke partijen uit de grond schoten. (Pyramide, Ooievaar, Zwarte Beertjes, Prismapockets, Marka-pockets, noem maar op). Elke zichzelf respecterende uitgeverij had op een zeker moment wel een pocketreeks in de handel.
Er werd bij Joop Geesink's Studio's een tekenfilmpje gemaakt, dat op speciaal gecomponeerde muziek de produktiegang van een Salamander liet zien. Van de schrijver tot de tevreden lezer thuis. Boogie in S heette het filmpje en werd in veel bioscopen vertoond. Het filmpje kostte ruim een halve ton, en dat was een kwart van de omzet van dat jaar. Ook zijn er eens drie miljoen huis-aan-huis folders over Nederland uitgezet. Aan het eind van de jaren zestig werden er radiospotjes uitgezonden met de stemmen van verschillende bekende auteurs (dan kon je horen van wie je wat gelezen had) die opwekkende teksten uitspraken: het is een genot om een Salamander te lezen.
Vanaf de vignet-achtige tekeningetjes voor de omslagen van Theo Kurpershoek uit 1954 hebben vele tekenaars, illustratoren, vormgevers en typografen meegedaan aan de totstandkoming van een of meerdere Salamanders. Ook daarin kent de. Salamander zijns gelijke niet. Henk Broer, Jenny Dalenoord, Herman Berserik, Bert Bouman, Gerrit Noordzij, Frits Stoepman, Joost van de Woestijne, Ingeborg Lesener, Hans Bishoff. De lijst is nog langer. Pat Andrea, Dolf Zwerver, Joost Roelofsz, Lex Metz, Jan Verburg, Peter van Poppel, Friso Henstra, Michael van Heusden, Anjo Mutsaars, Mart Kempers, Co Westerik, Arja van den Berg. Nu vergeet ik er vast nog. Charlotte Mutsaers, Karin Lugtigheid, Peter Vos, Siet Zuyderland. Het Salamander kwartetspel, dat nu in de boekhandel ligt, geeft een aardige indruk van de ontwikkeling van de laatste tijd. Het vak kent ook z'n rare kanten, want in 1950 sprak men van ‘omslagontwerp’ als de grafische vormgeving werd bedoeld, daarnaast werd er melding gemaakt - soms ook niet - van de illustrator. Later verdween de naam van de vormgever en las je: omslag, tekening Ingeborg Lesener, belettering (titel in de illustratie) Gerrit Noordzij. De vorm was nog van Theo Kurpershoek, maar werd niet meer vermeld. Wat later zie je op de achterkant alleen nog: Omslag: Herman Berserik, en dan wordt uitsluitend de illustrator genoemd, niet de typograaf of vormgever. Dat al geruime tijd de enige zelfbeletterende directeur van een uitgeverij, Arie Langbroek hier achter schuilt, houden we geheim.
In 1961 ontwierp Theo Kurpershoek het nu nog steeds gebruikte Salamander-vignet, en de bovenste zwarte balk verdween van de omslagen toen dat in gebruik werd genomen. Kort daarop verdween ook de onderste zwarte balk en werd zo de weg vrijgemaakt voor geheel geïllustreerde omslagen, waaraan de typografie zich dan op de hierboven beschreven wijze aanpast. Dan pas is de Salamander in de verschijningsvorm waarin de Amerikaanse pocket zich al in en vlak na de oorlog mocht verheugen. Uiteraard staat de Salamander daar met zijn hele karakter ver vandaan. Salamanders blijven een produkt van een uitgeverij met de lijfspreuk: ‘Publishing is an occupation for gentlemen.’
■