| |
| |
| |
Het surplus van het lezen
De literaire reiziger of: de schrijver als gids in de wereld
Met Couperus in Afrika, met George Sand op Mallorca, met Lawrence Durrell op Rhodos, met James Joyce in Dublin, met Montaigne in de Dordogne, met Hans Keller overal, met Woody Allen in New York. Dit geeft een indruk van de charme die het literaire reizen kan hebben: het zien van de wereld door de ogen van schrijvers. In deze boekenbijlage schetst Boudewijn Büch de mogelijkheden voor wie niet onvoorbereid op stap wil gaan en niet met lege handen thuis wil komen.
| |
Boudewijn Büch
Nimmer werd door mij een reis ondernomen zonder literair doel of zonder letterkundige genietingen. Wordsworth' fameuze gedicht ‘I wandered lonely’ (in The Daffodils, 1804) begreep ik een stuk beter toen ik op een mooie zondagmorgen in het Lake District de gele narcissen zag bloeien: zo moest Wordsworth ze ook gezien hebben.
Twee jaar geleden volbracht ik mijn tot nu toe uitvoerigste literaire reis. Ik reisde alle plekken na waar de dichter Rupert Brooke in zijn korte leven (1886-1915) was geweest, behalve Amerika. Na afloop van deze reis, die mij naar Engeland, Malta, Oceanië, Frankrijk, Nieuw-Zeeland enzovoort voerde, kwam ik tot geen andere conclusie dan: Brooke's gedichten waren gestoffeerd met de beelden die hij had gezien en ik begreep ze beter. Brooke's eigen enige echte reisboek Letters from America (1916, nooit herdrukt en uitermate gezocht) bewijst zijn aandacht voor het landschap.
In het jaar 1912 verscheen het boek dat in zijn titel het genre samenvatte waarom het hier zal gaan: Literary geography and travel-sketches van William Sharp. Het omvat de literaire reisgidsen, boeken over literaire landschappen (de lokaties, de woonplaatsen van schrijvers) en de reisboeken van beroemde auteurs of van minder bekende of niet-literatoren die door hun prachtig bevonden reisbeschrijvingen tot de literatuur zijn toegelaten. Sharp zelf schreef met zijn boek een klein meesterwerk over ‘het literaire landschap’, dat wil zeggen over het landschap waarin een schrijver zijn werk situeerde of waar hij leefde en werkte.
Er is al eens gesuggereerd dat de behoefte aan reisboeken en reisverhalen toeneemt naarmate de lezer krapper van beurs is. Dat zou nu het geval zijn. Hij laat zich in gedachten wegreizen in zijn fauteuil. En over wat voor prachtige en goedkope boeken kan de lezer nu beschikken! Veel afzonderlijke uitgaven, maar niet minder opwindende series: in Nederland de reeksen Bibliotheek voor de literaire reiziger en Op Schrijvers Voeten, in Engeland Penguins Travel Library, in Duitsland de Reisenbibliothek en in Frankrijk de reeks La Découverte.
Het lijkt wel of hele bibliotheken de laatste jaren door de uitgevers zijn omgewoeld op zoek naar onbekende, geheimzinnige reisverhalen. Maar ook de bekende reisboeken worden opnieuw gedrukt. Gek genoeg zijn er dan onbegrijpelijke omissies waar te nemen. De reisboeken van Robert Louis Stevenson zijn nog steeds onvindbaar. Zijn An Inland Voyage, over een tocht in Frankrijk, en het meesterlijke In the South Seas - naar mijn smaak een van de briljantste reisboeken ooit geschreven - worden in een behoorlijke editie bijna nooit aangetroffen. Van Stevensons South Seas werd de laatste volledige editie (met kaart!) uitgegeven te New York in 1911, als deel van Stevensons ‘Biographical Edition’. Maar zo blijft er voor de verzamelaar nog iets exclusief te genieten. Ik ben zo'n verzamelaar en liefhebber. Uiteraard zijn er schrijvers voor wie het landschap van geen enkel belang is, en bij welke schrijvers het landschap dan ook niet in de interpretatie van het werk behoeft te worden meegenomen: de gedichten van Bilderdijk lenen zich meer voor psychiatrische studie dan voor studies als ‘Het landschap bij Bilderdijk’. De literaire geografie van Bilderdijk speelde zich vooral af in zijn vaak onbegrijpelijke hersens. De gedichten van Rimbaud en de ‘Romeinse’ boeken van Couperus kan men achtereenvolgens beter begrijpen door het beoefenen van taalspelletjes en studie van de klassieken dan een reis naar Frankrijk of Rome. Anderzijds zijn er niet voor niets veel boeken geschreven over Joyce's Dublin. Zijn Ulysses is bij wijze van spreken op de plattegrond van de Ierse hoofdstad geschreven, zoals Frank Delaney's Guide to the Dublin of Ulysses, James Joyce's Odyssee (Paladin-paperback), laat zien.
| |
Italiaanse reis
Nijgh & Van Ditmar
Francois Maspero
Nijgh & Van Ditmar
Luis Ripoll Arbós, Palma (lokale editie)
Oxford University Press
Schrijvers bij wie het literaire landschap zich voornamelijk in hun geest bevindt, staan tegenover degenen voor wie het waarneembare onverbrekelijk bij hun oeuvre hoort. Wat dacht u van de eeuwige Goethe? Over hem zijn de meeste reisboeken-over-reisboeken geschreven. Uiteraard heeft hij Kampagne in Frankreich (en zijn
| |
| |
Kriegs- und Reisetagebuch over deze veldtocht, 1792, helaas vernietigd) geschreven maar natuurlijk vooral zijn Italienische Reise. Dit in 1816 verschenen boek, met het veelbetekenende motto ‘Auch ich in Arkadien!’, is volgens Ernst Beutler ‘Een boek van het zuiverste geluk. In de wereldliteratuur is nauwelijks een boek te vinden dat dit evenaart.’ Het is waar, en dat schrijf ik als Goethe-adept die blijkbaar niet alleen staat. Er zijn planken vol boeken te vullen met werken die Goethe's Italiaanse reis behandelen. Nog een paar jaar geleden deden een schrijver en een fotograaf Goethe's reis integraal na per koets, via de oorspronkelijke reisroute. Het aardigste voor de huidige lezer van de Italiaanse Reis is dat het boek nog steeds uitstekend als reisgids voldoet voor het traject tussen Venetië en Sicilië. Goethe heeft zijn reis bovendien als geen ander gedocumenteerd: door middel van proza, gedichten, dagboeken, tekeningen etcetera. De Goetheanen die zich na Goethe's dood presenteerden, hebben zelfs de meest uitvoerige reisatlas, ooit over één schrijver gemaakt, het licht doen zien. Het is het vierde deel van het Goethe Handbuch (1956) dat bestaat uit tweeëntwintig kaarten en een achtenzestig pagina's lang register op alle plaatsen die Goethe ooit bezocht heeft.
Men kan uitroepen: Ach, die eeuwige Goethe! Het mág, maar men moet daarbij wel beseffen dat het Duitse genie een beweging in gang zette die heel Duitsland en half Europa naar Italië liet reizen. Men kan het nazoeken in Deutsche Dichter führen nach Italien (Mainz/Berlin, 1964). Zelfs in het voorbeeld van hoe literatuur in ieder geval níet moet zijn: in J.J.L. ten Kate. Deze tot op het bot toe afgebladderde domineedichter publiceerde in 1857 zijn Italië, reisherinneringen en tussen 1860 en 1863 Italië, nieuwe bladen uit het dagboek der reisherinneringen. Elke twintigste-eeuwse lezer heeft het recht en misschien wel de plicht de poëtasterij van J.J.L. ten Kate af te keuren, maar zijn miskende en werkelijk voortreffelijke reisverhalen behoren alsnog tot het domein der letteren te worden toegelaten.
In de ‘officiële’ letteren van Holland wordt minder gereisd dan in Engeland. Het is een groot geluk dat we Multatuli en E. du Perron hebben, die beiden het oude Indië levend hebben gehouden. De officiële letterkunde van Nederland kon maar naar een paar kolonieën uitwijken en daarbij was Indië steeds favoriet: van Multatuli tot Couperus, van Beb Vuyk en Rudy Kousbroek tot Hans Vervoort. Het enige echt literaire reisboek over Suriname legt ons probleem pijnlijk bloot: Willem Frederik Hermans' De laatste resten van tropisch Nederland.
Men kan Jules Verne een eeuw na dato niet verwijten dat de maan er anders uitziet. En als de maan er in werkelijkheid zo zou hebben uitgezien dan had hij er van mij fictie van mogen maken. Ik ben zelfs bereid een schrijver die zich als reisgids opstelt veel te vergeven. Bij voorbeeld Bert Schierbeek, die in 1954 zijn als serieus bedoelde Op reis door Italië publiceerde. Met dit reisboek op avontuur komt men, als men niet oppast, in Turkestan terecht. En waar komt men met Op reis van Remco Campert en Willem van Malsen?
Dit geluk van het half fabulerende reizen is de ontdekkingsreiziger niet beschoren. Zijn geschriften worden in kringen van aardrijkskundige geleerden afgebroken maar niet zelden juist met vlag en wimpel het literair universum binnengehaald. Bontekoes Journael (1646) lijkt nauwelijks meer een historisch belang te hebben. In de vaderlandse letterkunde blijft het reisverslag van de zeeman ondertussen van grote waarde. M.G. de Boers bloemlezing uit oude scheepsjournalen Van oude voyagiën (Amsterdam, vele drukken) laat ruwe, eenvoudige zeebonken aan het woord en wat voor schrijnendmoois krijgt men te lezen! Het journaal van de noodlottige overwintering op Spitsbergen, opgeschreven door Adriaen Jansz, en later in het ijs gevonden (1634), lijkt literatuur maar was ingevroren werkelijkheid.
Terwijl Engelse dichters en prozaïsten zich over de wereld spoedden, gingen Van Lennep en Dirk van Hogendorp te voet, per trekschuit en diligence door Nederland (1823). De Engelse romantische dichters waaierden over Europa uit en schreven er dagboeken en brieven over. Zeldzame Nederlandse uitzonderingen blijven de Indisch-gasten, de eerder genoemde J.J.L. ten Kate en Willem de Clercq. Deze laatste reisde in 1816 naar Rusland waarover hij een aangenaam dagboek schreef (veel later door dr. M. Elisabeth Kluit te Lochem uitgegeven): Per karos naar St. Petersburg. Een kostbare reeks die wordt uitgegeven door de Linschoten-vereniging legt zich er sedert 1908 op toe werken over Nederlands eerste ontdekkingsreizigers te publiceren. Zij leidt een bijkans onbekend bestaan en liet dan ook werken afdrukken van lang geleden overleden, amateuristisch-pennende matrozen en kapiteins. Ik ben ervan overtuigd dat deze reeks, in pocketvorm en met begrijpelijk commentaar, een hedendaags uitgeverssucces zou kunnen worden.
In Frankrijk en Engeland hebben uitgevers al veel eerder ontdekt dat de lezer speurt naar verre landen, melancholie en reisverhalen. Zuidpoolreiziger Ernst Shackleton publiceerde in 1919 South dat ooit ook in de Nederlandse vertaling een succes werd en vaak in antiquariaten opduikt. De recente herdruk van dit zuidpolige rampenboek - Shackleton verloor iedere slag om de Zuidpool, hij overleed op 5 januari 1922 aan een hartaanval op South Georgia, dat de Chilenen tijdens de Falkland-oorlog nog zouden ontheiligen - is een daad van rechtvaardigheid. Het is waar: Shackleton schrijft niet best maar hij kan wèl spannende verhalen vertellen. De nieuwe editie van South, the story of Shackleton's last expedition 1914-17 (Londen 1983) heb ik - opnieuw - verslonden.
| |
Avonturiers
Oxford University Press
Salamander, Querido
Meulenhoff
Eland Books
Contact Klassieken
Er bestaat een groot verschil tussen reizen en toerisme. Reizen doet de mensheid al heel lang, vaak zelfs noodgedwongen. Toerisme is een vorm van vrijetijdsbesteding die op zijn hoogst pas een paar eeuwen bestaat. De gruwelijkste reisboeken bestaan uit een soort diavoorstelling gepresenteerd door oom en tante die terug zijn uit Spanje. Het zijn boeken waarin schrijvers ons voorlichten over het gehasjisheerde leven op Ibiza of op de Indiase westkust. De mooiste reisboeken zijn geschreven door avonturiers met een vaardige of naïeve pen óf door professionele schrijvers die er ècht eens op uit wilden gaan. In veel gevallen is een reiziger niet in staat een afgerond boek over zijn reis te publiceren maar dan zijn er gelukkig, vooral in Engeland, weer die trouwe scribenten die over des schrijvers reis een boek publiceren. Een klassiek voorbeeld
| |
| |
hiervan is Alethea Hayter's boek over Coleridge mislukte opium-ontwenningstrip naar Malta (1804) A voyage in Vain (Londen 1973) of John Keay's meeslepende werk over reisgekken en reizende gekken Eccentric Travellers (Londen 1982).
Maar de reisliteratuur bereikt natuurlijk zijn hoogtepunt wanneer de Goethes, de Keatsen en de Shakespeares op reis gaan. Keats en Shakespeare hebben geen reisboeken geschreven - voor de goede orde - maar bij wijze van spreken. In Nederland kennen wij een recente crack als Cees Nooteboom (Waar je gevallen bent, blijf je, zijn laatste schitterende verzameling reisverhalen met een buitensporig onbeweeglijke titel). In Engeland Bruce Chatwin (In Patagonië) die het genre reisboek werkelijk heeft vernieuwd. Chatwin is een schrijver van de nieuwe reisorde. Hij besefte tijdens het schrijven van zijn boeken dat een opgeschreven diavoorstelling geen nut meer heeft in een tijd dat de ganse wereld dagelijks over het televisiescherm gaat. Chatwin introduceerde daarom, als een der eersten, het fenomeen van ‘het landschap in de reiziger’ in plaats van ‘de reiziger in het landschap’.
Het is altijd aardiger om een land door de ogen van een schrijver te zien dan door officiële reisjournalisten - geen kwaad woord over hen - hoeveel feiten men dan ook niet te horen krijgt. Om Spanje te leren kennen heeft men Cees Nooteboom niet echt nódig, maar hem te lezen kan wel een manier zijn om er écht in thuis te raken. In de negentiende eeuw echter, ver vóór het massale toerisme, ontsloten schrijvers nog werelden.
Duitsland heeft Italië onder andere leren kennen door Goethe; de autobus en Neckermann moesten nog worden uitgevonden. Het grote succes in Nederland van het dagboek van Bontekoe en Bernard ter Haars De Sint-Paulusrots (1846; Ter Haar had zijn informatie uit de tweede hand) was het feit dat de lezer zich eindelijk eens kon ontrukken aan de trekschuit en kon wegdromen in verre, onbekende werelden. Het succes lag zeker niet in de literaire kwaliteit van deze boeken, Ter Haar was een doorvermoeiend dichter en Bontekoe kan zelfs met de grootste moeite toch geen groot schrijver worden genoemd. Marco Polo's reisboek dat in 1477 verscheen - Amerika's ontdekking liet nog twaalf
▶
| |
Literaire reisgidsen
Wie op literaire vakantie wil kan zich wapenen met een van de volgende handleidingen. Voor Nederland met Querido's letterkundige reisgids van Nederland of, maar dat is behelpen, met Literaire gids van België, Nederland en Luxemburg van Stuiveling. In Engeland zijn tot nu toe twee delen verschenen van de reeks, gebonden en rijk geïllustreerd. Literary Landscape. De twee delen zijn: A Writer's Britain door Margaret Drabble en A Writer's Ireland door William Trevor (uitgegeven door Thames & Hudson, importeur Nilsson & Lamm). Voor Londen is onmiskenbaar de beste gids The New Penquin Guide to London van F.R. Banks, niet uitsluitend literair maar wel uitermate betrouwbaar. De literaire reisgidsen van het gehele Britse eilandenrijk die goed voldoen zijn Frank Morley Literary Britain (New York 1980), The Oxford Guide to the British Isles van Eagle en Carnell (Oxford 1977) en Michael Hardwick A Literary Atlas and Gazetteer of the British Isles met veel betrouwbare kaarten (Newton Abbot, Devon 1973).
Insel Verlag kwam kort geleden op de markt met Fred en Gabriele Oberhauser Literarischer Führer durch Deutschland, een uitputtend en zeer volledig boek over de BRD en West-Berlijn. Aangeraden wordt de gebonden uitgave, de pocket van 873 bladzijden lijdt aan instortingsgevaar. Afgezien van speciale Goethe-reisgidsen voldoet voor de DDR goed Günther Dietel Reiseführer für Literaturfreunde II, Mittel- und Ostdeutschland (Ullstein-pocket, 1972).
Frankrijk heeft traditioneel slecht in zijn literaire reisgidsen gezeten. Uiteraard zijn er de voortreffelijke Guides Bleus maar voor een reisje door Frankrijk is deze reeks nogal kostbaar en veeldelig. Karl Voss nam voor Ullstein het initiatief om uit de Guides Bleus de literaire feiten te plukken. Zo kan de francofiel beschikken over twee handzame gidsjes Reiseführer für Literaturfreunde: Paris (1975) en Frankreich (minus Parijs; 1971). In 1982 verscheen als Guides Horay te Parijs het soms bruikbare Guide des maisons d'hommes célèbres.
Tenslotte, wat Frankrijk betreft, moet nog gewezen worden op de onlangs in één band verzamelde twee delen van Pierre Dubois' Schrijvers in hun landschap (over de Franse literatuur). Voor deelgidsjes wordt de lezer verwezen naar boekhandels ter plaatse. In Illiers-Combray zijn twee leuke Proustgidsjes te krijgen, in Frankfurt een aangenaam Goethe-gidsje et cetera. Ondertussen kan het heel aardig zijn om in Amerika, bij voorbeeld, op reis te gaan met de reisherinneringen van de bioloog Hugo de Vries: Van Texas naar Florida (Haarlem 1913). Ik noem maar wat.
■
Meulenhoff
De Tijdstroom, Lochem
Paladin, Granada
Routledge & Kegan Paul
Manteau Marginaal
| |
| |
jaar op zich wachten - gaf de lezer een blik op een onvoorstelbaar geheimzinnig China. Marco Polo's boek heeft een ongekende verspreiding gehad in de veertiende en vijftiende eeuw. Het was dan ook iets onvoorstelbaars. De lezer, die in die eeuwen een gemiddelde actieradius had van tien kilometer, kon zich verplaatsen naar duizenden kilometers verder: China, Japan.
Een soortgelijk effect hadden de ontdekkingsreizigers-boeken uit de achttiende en negentiende eeuw. Zij brachten een wereld bij de lezer thuis van menseneters, woest-dansende negers, eindeloze ontberingen en het einde der wereld. Het waren vooral Engelsen, en wat later Fransen, die de aarde boek na boek groter maakten. De Duitsers presteerden op dit gebied wat minder, voornamelijk omdat het Duitse kolonialisme betrekkelijk laat op gang kwam. Hetgeen niet wil zeggen dat er geen Duitse reisboeken zijn. Ze zijn er zeker, vooral vervaardigd door natuuronderzoekers. Alexander von Humboldt (de jongere broer van de taalgeleerde en filosoof Wilhelm) publiceerde enkele aardige reisbeschrijvingen die het kleine nadeel hebben dat de niet-natuurgeleerde er iets te vaak wordt lastig gevallen met planten en aardlagen. Dat geldt in mindere mate voor Carolus Linnaeus (Linné). Deze botanicus kon heel aardig en onderhoudend schrijven, al hebben vele geleerden zich in de afgelopen eeuwen afgevraagd of zijn reizen in werkelijkheid wel helemaal door hem zelf gemaakt werden. Het neemt niet weg dat de vertaling van zijn in het Latijn geschreven Laplandse reis (bij Insel verschenen als Lappländische Reise) en zijn Oeland and Gotland Journey 1741 (deze Engelse en bijna onvindbare vertaling verscheen in 1973 te Londen) verrukkelijke boeken zijn. Ik ken weinig schrijvers waar de verbazing over al dat nieuwe en onbekende zo naar boven komt als bij Linnaeus.
| |
Niet rijmen
Schrijvers hebben wel eens de neiging het onbekende te verpakken in ‘literatuur’. Daarom vind ik Aafjes' Een voetreis naar Rome (1946) uiteindelijk zo'n slecht reisboek: een reis laat zich niet rijmen. Maar het kan ook anders: meesterstukken als Gustave Flauberts Voyage dans les Pyrénées et en Corse, Carl Philip Moritz' Reisen eines Deutschen in England im Jahr 1782 en vooral Bernardin de Saint-Pierre Voyage a L'île de France (= Mauritius), zijn boeken die ik in mijn
▶
| |
Schrijvers op reis
Menige uitgeverij heeft een reeks literaire reisboeken. In Nederland bestaan nog niet zo lang twee reeksen: Op Schrijvers Voeten van uitgeverij Veen en de Bibliotheek voor de literaire reiziger van Meulenhoff die onder redactie staat van Adriaan van Dis. Daarin verschenen tot op heden deeltjes met verhalen van Nederlandse en buitenlandse schrijvers over een streek, stad of land: Dordogne, New York, Ierland, Leningrad, Zwitserland, allemaal ingeleid door literaire kenners. Zo stelde Maarten 't Hart het deel over Zwitserland samen en Hans Keller het deel over New York. In de reeks Op Schrijvers Voeten verscheen onder meer: Een Pyreneeënboek van Kurt Tucholsky, Korte romaneske reis van Italo Svevo, De Ronde van Italië van Dino Buzzati en Langs de Nijl van Marcellus Emants.
Bij Fontana/Collins verscheen reeds tien jaar geleden het veelgeprezen Soft city van Jonathan Raban, dit boek geeft een zeer originele visie op Londen. In 1983 werd bij de nieuwe uitgever Zenith Books Peter Levi The hill of Kronos herdrukt in paperback. Hierin schetst Levi op meesterlijke wijze zijn ervaringen met vijftien jaar Griekenland. (Voor de Griekse eilanden kan men ook denken aan de boeken van Lawrence Durrell, uitgegeven door Penguin.) Aardig is Henry James' visie op zijn tweede vaderland, English hours, dat in 1981 bij Oxford University Press werd herdrukt. De laatste uitgeverij geeft traditioneel veel reisboeken uit. Dat geldt ook voor het uitgevershuis Routledge & Kegan Paul waar zojuist na meer dan een halve eeuw herverscheen Ibn Battúta Travels in Asia and Africa, 1325-1354.
Belangwekkende reeksen die in groot tempo met nieuwe delen verrijkt worden zijn LD/La Découverte van de Parijse uitgever Maspéro, Michael Haag Ltd. (Londen), de Penguin Travel Library, de Century-reeks Travel and Heritage. De reeks La Découverte telt nu bijna honderd delen met Franse originelen en vertalingen. De reeks omvat nagenoeg alle reisklassieken, zoals de twee delen van Stendhals Promenades dans Rome, de twee delen van Alexandre Dumas' Impressions de voyage en Suisse, Diderots Voyage en Hollande. Ook: Columbus' La découverte de l'Amerique (twee delen).
Twee opvallende delen verschenen bij Haag: E.M. Forster Alexandria en Steegmullers editie van Flaubert in Egypt (f33, - per deel). Bij Century (soms in samenwerking met Gentry Books) verschenen een tiental prachtwerken over Afrikaanse en Amerikaanse reizen. Charles Waterton Wanderings in South America (begin negentiende eeuw) is een van de meeslependste Century-delen, ze kosten ongeveer dertig gulden per stuk. Niet vergeten mag worden Eland Books (Londen) die onder andere Carl Philip Moritz' wandelverslag Journeys of a German in England in vertaling publiceerde (f22,50). Verder bij Eland Books spannende en geheimzinnige boeken over Aziatische, Afrikaanse en Amerikaanse reizen. Een nieuwe Franse reeks Editions Entente (Parijs) belooft veel goeds. Tot nu toe drie delen verschenen; Gustave Flauberts Voyage dans les Pyrénées et en Corse, Victor Hugo's Alpes en Dumas' A travers la Belgique. De reeks is gedrukt op recycling-papier en verschijnt onder de noemer Impressions de voyage; deze Ententereeks werd nog niet in de Nederlandse boekhandel aangetroffen, prijs per deel ongeveer f25,-.
De Penguin Travel Library is in korte tijd een gerenommeerde reeks geworden omdat volslagen onvindbare, maar unieke boeken erin herdrukt werden en worden, zoals Dorothy Carringtons A Portrait of Corsica, Ackerley's Hindoo Holiday, Doughty's Passages from Arabia Deserta, Norman Douglas' Siren Land. Sommige delen zijn ook nog te krijgen als gewone Penguin, en zijn dan tien gulden goedkoper. Dat is het geval met Pattern of Islands van Grimble.
■
Meulenhoff
John Murray, BBC
Editions Etente
Lokale editie
Fontana
| |
| |
hart gesloten heb. Er is niets heerlijkers dan met een geliefd schrijver - al is zijn verhaal honderd jaar oud - door een landschap te dwalen. Dat deed ik met Falubert door de Pyreneeën, en ik ging (hoe vaak niet?) met Goethe op reis door Tsjechoslowakije, een onderdrukt en getourmenteerd land dat voor mij uitsluitend te verdragen valt in het spoor van Goethe. Mallorca, toch geen plek die men uitkiest op zoek naar kunstgenot, wordt een stuk aangenamer voor de letterenliefhebber indien hij George Sand Un hiver à Majorque (over het verblijf van Sand en Chopin op dit eiland, 1838-1839) bij de hand heeft. (Op Mallorca verkoopt men van dit boek een eiland-editie vol zetfouten: Een winter op Mallorca, vertaald door Frans Otten).
| |
Hooivork
Het zijn dromen: het landschap van de literatuur nalopen, nafietsen, nareizen. Tot op heden heb ik een aantal van deze dromen gerealiseerd. Ik heb nagenoeg heel Goethe's leven en letteren nagereisd (sedert 1982 kan de DDR beschikken over een patente reisgids over alle bewegingen van Goethe binnen de Oostduitse republiek: Reisen zu Goethe, Berlin/Leipzig 1982). Ik ben her en der geweest maar heb nog zoveel verlangens: ik wil Mark Twains reizen in de zuidelijke staten van de USA nog namaken, ik wil in het spoor van Stevenson naar de Stille Zuidzee, ik wil het huis van Nelly Sachs in Stockholm zien waar zij haar laatste jaren heeft doorgebracht. Met het reizen door mijn eigen boekenkast kan ik heel goed leven, maar het surplus van het reizen door het literaire landschap voegt een extra dimensie toe. Proust wordt een stuk leuker indien men Madeleines heeft gegeten in Illiers-Combray. Gerrit Achterberg wordt raadselachtiger wanneer men zijn nog levende neef in Neerlangbroek op het erf van des dichters geboortehuis met een hooivork in de weer ziet. Ik ben met deze laatste opmerking via het fenomeen van de reizende schrijvers, gekomen aan het verschijnsel van iemand die naar het landschap van een auteur toereist. Zo een iemand ben ik ook: ik wil geboortehuizen en graven van literatoren zien. Ik reisde op een zondagmiddag door Utrecht en zag inderdaad Achterbergs neef hooi scheppen en zag in Doorn dat de kinderen en/of de weduwe van Simon Vestdijk tegen kernraketten zijn. Het huis van de schrijver die zo veel schreef was behangen met antikernkoppen-vlaggen en -plakkaten. Sedert het verschijnen van Querido's letterkundige reisgids van Nederland (1982) heeft Nederland eindelijk de beschikking over een volwassen letterkundighistorische reisgids voor Holland. Stuiveling c.s. eerdere poging tot een soortgelijk boek, Literaire gids van België, Nederland en Luxemburg (Parijs 1972),
was een jammerlijke mislukking omdat het eerder een zoekplaatje was dan een reisgids.
Arnhem, J.W. Swaan
In de ons omringende landen heeft men al veel vroeger ingezien dat literaire huizen, gedenktegels en standbeelden een volk kunnen verheffen. Dienaangaande schreven buitenlanders dan ook dikke boeken. Trevor Royle's The Story of Literary Edinburgh, Precipitous City (Edinburgh 1980) is weliswaar een laat maar voortreffelijk werk. Het maakt van de Schotse stad een literair paleis. Een vroeg werk van planologisch-literair belang publiceerde Marquis de Rochegude in 1910 (tweede druk, Parijs). Rochegude was dwaas, dus die wil ik mijn vriend noemen. In twintig delen liet hij zijn Promenades dans TOUTES les Rues de Paris het licht zien. Hij publiceerde zijn boekenreeks nadat hij een heel leven lang door Parijs had rondgelopen en alle huizen van literair en historisch belang had beschreven. In sommige huizen laat hij gedurende vijf eeuwen wel twintig literatoren wonen. Rochegude heeft altijd gelijk; hij schreef de meest uitvoerige literaire reisgids van één stad. Een herdruk van dit allergesjeeste werk kan ik helaas niet aanbevelen. Ik ben immers de bezitter van een kostbare, zeldzaam-aangetroffen volledige set.
| |
Uniek landschap
Literaire reizen, letterkundige adressen, ontdekkingsreizigers die mooi konden schrijven, het boek als atlas, het boek als eye-opener... wat is nu het mooiste reisboek dat ik ooit gelezen heb? Goethes Italienische Reise!, wil ik uitroepen, maar dan zou ik Johnson and Boswell onrecht aandoen. Hun als combi-trip bij Oxford University Press uitgegeven boek A Journey to the Western Islands of Scotland / The Journal of a Tour to the Hebrides (voor het eerst in deze combinatie verschenen in 1924, daarna tot op heden herdrukt) is bij mijn weten het meest volmaakte reisboek dat ooit geschreven werd. Hier is reizen geen gereis meer maar literatuur. Het is het enige boek dat ik tot nu toe niet heb willen nareizen. Niet uit gebrek aan reisliefde maar uit bescheidenheid. Wat in dit boek aan gras, land, rotspartijen, gesprekken en visie vertoond wordt, is meer dan enige bestaande werkelijkheid. Hier is sprake van onlandschappelijke literatuur. Het hier uitgestalde vermogen laat geen navolging toe. Dat unieke landschap van Boswell en Johnson wil ik blijven dromen. Het is die vreselijke angst: dat de letterkunde meer droom dan waarheid is. Want alles wat ik van Schotland gezien heb was véél méér waarheid dan droom. Uiteindelijk is het liegen van een landschap mij liever dan de werkelijkheid van Achterbergs broer met een hooivork. Achterbergs neef behoort een Verzameld Werk in de hand te hebben. Geen hooivork.
■
Michael Haag, London
Veen
Century, Gentry Books
Meulenhoff
Zenith
|
|