Eco neemt zijn lezers op schoot
Een naschrift bij De naam van de roos
Nachschrift zum ‘Namen der Rose’ door Umberto Eco Vertaling uit het Italiaans: Burkhart Kroeber Uitgever: Carl Hanser Verlag, 96 p., f21,45 Importeur: Nilsson & Lamm
Herman Pleij
Wanneer men zou denken dat Umberto Eco zwelgt in het wereldsucces van zijn roman De naam van de roos, dan neemt zijn onlangs in het Duits verschenen boekje over het schrijven daarvan deze gedachte niet weg. De auteur poseert als een gekwelde kunstenaar, die voor zijn eigen gemoedsrust en die van zijn lezers in één klap korte metten wil maken met al de domme vragen en intelligente reacties die hem bereikt hebben. Maar eigenlijk treedt hij meer op als de hoogleraar in de semiotiek (tekenleer), die hij ook is, zonder te erkennen dat zijn object nu wel erg dubieus is, namelijk zijn eigen roman.
Eco's roman bestaat uit het breed uitgesponnen verhaal over een reeks moorden in een Noorditaliaanse abdij in de laatste week van november 1327. De achtergrond is die van politieke verwikkelingen en moraal-filosofische disputen, met speciale aandacht voor de omstreden ketterijen van de Armoedebewegingen in het milieu der Franciscanen. Naast een geraffineerd vertel- en compositietalent getuigt het boek ook van een enorme eruditie bij de weergave van veertiende-eeuws gedachtengoed. De ruziënde monniken voeren levendige dialogen met elkaar, die vaak letterlijk ontleend zijn aan middeleeuwse bronnen.
Die presentatie heeft de nieuwsgierigheid van menig lezer geprikkeld. Hij herkent en meent te herkennen, en gaat onwillekeurig selecteren in wat echt middeleeuws zou zijn en wat pertinent niet. Het moet heel mooi voor een schrijver zijn om dit te kunnen aanrichten bij een zo massaal publiek: meten en passen met de door hem verzonnen werkelijkheid. En daar hoort het dan ook bij te blijven. Een roman draagt evenveel betekenissen in zich als er lezers zijn, en in ieder geval veel meer dan de auteur zelf ooit zou kunnen vermoeden. Dat zegt Eco ook zelf, om vervolgens toch toe te schieten met persberichten uit de gaarkeuken.
Umberto Eco
In veertien korte, column-achtige stukjes vertelt Eco hoe hij te werk is gegaan bij het bouwen van de gecompliceerde wereld die zijn roman verbeeldt. Ter sprake komen zijn kaartenbakken, de bestudering van architectuur voor de inrichting van de abdij, het labyrint, een nauwgezette beschrijving van het scheppingsproces, het opvoeden van de lezer, lering en vermaak, en de ideale historische roman, dat alles omspoeld met getheoretiseer over schrijven en lezen. Zelfs vakantiekiekjes en afbeeldingen van miniaturen worden ons niet bespaard, als materiaal dat toont wat zijn monniken uit directe waarneming beschrijven.