Heropvoeding
Een van de andere dingen in de roman, Max Wolfram, is de ideoloog van het actiecomité. Als student heeft hij zich beziggehouden met een onderzoek naar utopieën, hij weet dat iedere utopie, van Plato's ontwerp af, neigt naar totalitarisme en hij heeft dat zelf aan den lijve ondervonden in de gevangenissen van de Gestapo. Als hij voor de Republiek Schwarzenberg een grondwet probeert te schrijven komt hij voortdurend met zich zelf in conflict. Tegenover de andere leden van het comité, de mannen van de daad, staat hij als denker en intellectueel zwak, maar voor de Sovjets is hij juist degene die een gevaar vormt en als contrarevolutionair aan een ideologische heropvoeding wordt onderworpen. ‘Hij (Wolfram) probeerde immers om de benen onder de Sovjets vandaan te halen door zijn eigen, kleine utopie uit te denken en de wegen daarheen - dwaalwegen natuurlijk - te propageren. Maar wie zich tegen de partij en tegen de roemruchte Sovjetunie verzette, die werd, of hij het nu wilde of niet, tot vijand en verrader van de grote utopie, die ons allen bevleugelt.’ De ideologische heropvoeding van Wolfram blijkt geslaagd: in het laatste hoofdstuk is hij jaren later als hoogleraar in de Sociologie degene die aan zijn studenten de dialectiek van de vrijheid uitlegt en ze tot terughoudendheid maant. Wie het principe boven het noodzakelijke stelt, begaat een domheid, doceert hij. Uit het verzet van de studenten tegen deze doctrine blijkt dat de oorspronkelijke ideeën van het communisme nog leven en dat er in iedere generatie weer een sprankje hoop op een samengaan van socialisme en vrijheid gloort.
In de figuur van de sovjet-majoor wordt duidelijk gemaakt dat de idee van de ‘kleine utopie’ wel degelijk ook bij de Russische machthebbers leefde. Bogdanow wil de zelfstandige Republiek Schwarzenberg een kans geven, maar zijn pogingen zijn vergeefs. Tegenover de systeemtrouwe Kapitein Workutin legt hij het af en hij bekoopt zijn afwijkende standpunten met de dood. Schwarzenberg wordt bezet, de Sovjets verzekeren zich daarmee de toegang tot de uraniumvoorraden die in de grond verborgen zitten, de vrije Republiek wordt gelijkgeschakeld. Je hoeft dit boek niet te lezen met in het achterhoofd steeds de gedachte dat de geschiedenis van de Republiek Schwarzenberg de geschiedenis van de DDR en van andere sovjet-satelietstaten spiegelt, dat kun je beter achteraf doen. De roman Schwarzenberg is als gefictionaliseerde documentaire een spannend boek en ook al weet je welke weg de geschiedenis is gegaan, je blijft benieuwd naar de afloop. De vraag die je bij alle figuren in deze roman blijft bezighouden is die naar de overlevingskans van de hoop die zij in zich meedragen. Wie is, onder welke omstandigheden corrumpeerbaar en wie niet? Ik kan mij heel goed voorstellen dat de DDR-autoriteiten bang zijn geweest voor wat dit boek teweeg zou kunnen brengen onder vooral de jonge mensen in het land die in plaats van de voorgeschreven bewondering voor het grote verleden van de DDR wel eens warm zouden kunnen lopen voor de kleine utopie Schwarzenberg. In de DDR moet zo'n boek als een bom inslaan. Wat dat betreft is deze roman van Stefan Heym DDR-literatuur, exportkwaliteit wel te verstaan.
■
charlotte mutsaers