DeTeBe
Het fonds van Diogenes Verlag omvat zeer veel Balzac-titels, een rijkdom aan Andersch, Aristofanes en Homerus, Einsteins Briefe, tientallen Simenons, Jules Verne, Stendhal, een vracht klassieke Russen en... Het is een bijzonder eigenaardige fondsvorming die Keel erop nahoudt. Excentriek, zou ik bijna zeggen. Maar we weten het: Daniel Keel geeft uit wat hij mooi vindt - sedert een decennium genadeloos consequent - en hij zal dus wel failliet gaan. Dit laatste nu is volstrekt onjuist. Het gaat heel goed met Diogenes. Hij is zonder twijfel Zwitserlands succesrijkste uitgever en Europees gezien kan hij zelfs een topnummer worden genoemd. De uitgeverij loopt tegen de tweeduizend uitgegeven titels aan, het fonds wordt recent jaarlijks met honderdvijftig titels uitgebreid, in totaal moet zij tot nu toe zo'n vijfentwintig miljoen boeken verkocht hebben.
Het geheim van deze uitgever (want hij heeft écht een geheim!) valt niet gemakkelijk te ontsluieren. Jörg Drews schreef in 1981: ‘Auf Niveau setzen und Gewinn machen’. Men kan uiteraard gaan redetwisten over wat kwaliteit is. Naar mijn smaak geeft Diogenes enkele onbenullaria uit: Louis Amstrongs Mein Leben, een onbeduidend kwebbelwerk dat ik onlangs bij toeval las, rooms gezeur als dat van Theresa van Avila's Innere Burg en een uitsluitend nog als historische rariteit pruimbaar werk van Ernest Renan, Das Leben Jesu. Origineel is het ondertussen allemaal wel. Dat geldt eens te meer voor de kunstboeken die bij Diogenes verschijnen. Het boek over Paul Klee, dat in 1960 verscheen, geldt internationaal als een standaardwerk. Er zijn mij weinig uitgevers op deze wereld bekend die zo'n persoonlijk stempel op een uitgeverij drukken. Ja, uiteraard wel vele, exclusieve biobliofiele minibedrijfjes, maar zeer weinig bedrijven waar het om tientallen miljoenen guldens gaat. En daar gaat het over bij Diogenes Verlag AG, Sprecherstrasse 8, CH-8032 Zürich.
Het laatste nummer van Tintenfass, het huisorgaan van Diogenes
De Diogenes-catalogus 1984
Een van de sterkste punten van Diogenes is zijn Buchreien. Dat zijn de reeksen ‘detebe’ (Diogenes Taschenbücher), Diogenes Sonderbände, Sammlung ‘Klassische Abenteuer’, Club der Bibliomanen (waarbij men zich niet al te veel moet voorstellen), Diogenes Kinder Klassiker en Bibliothek für Lebenskünstler (een verzameling boeken die ik bij uitstek melig en afgetrapt vind). Het allersterkste punt van Diogenes is onmiskenbaar zijn lage prijsstelling. De Krisenbibliothek werd reeds genoemd. Een elfdelige Orwell voor iets meer dan honderd gulden, tien beroemde detectives voor een kleine vijftig gulden, het zeer leesbare en goedkope tijdschrift Tintenfass waarin vaak rake zaken, bij voorbeeld brieven van Raymond Chandler aan Alfred Hitchcock (augustus 1983). Wat is toch het raadsel dat het veertigtal medewerkers van Keel in Zürich zo'n opvallend fonds doet samenstellen? Want er zijn immers meer uitgevers op de wereld die goede reeksen hebben, goedkope boeken uitbrengen en kwaliteit leveren. Ter gelegenheid van het dertigjarig jubileum van de uitgeverij verschenen er talrijke artikelen over Diogenes. In de Berner Zeitung van 13 november 1982 stond een bijdrage van Urs Schnell.
Deze kwam tot de volgende conclusies en opmerkingen: 1. Diogenes is de grootste zuiverliteraire uitgever van West-Europa (een enigszins vreemde opwaardering: vele uitgevers hebben in West-Europa een groter literair fonds, maar doen er andere dingen bij.) 2. Keel is weliswaar expansief maar gaat nooit zover dat hij het overzicht van zijn eigen uitgeverij verliest. 3. Keel is ‘kunstenaar’ (lezer, literatuurkenner) en uitgever tegelijk. Hij bepaalt nagenoeg strikt persoonlijk de fondsvorming. 4. Hij houdt niet om 17.00 uur op, hij is dag en nacht uitgever. Het derde punt is waarschijnlijk het interessantst: Keel stelt nu reeds tweeëndertig jaar een particuliere bibliotheek samen die - en dat is het uitzonderlijke - door hem honderdduizendvoudig verkrijgbaar wordt gesteld. Daniel Keel laat zich door niets of niemand afhouden van dit ideaal. Zijn opvattingen over cultuurpolitiek en staatseconomie zijn conservatief te noemen. Hij heeft niemand of niets nodig; alleen zijn eigen smaak. En handelsgeest, zou men veronderstellen. Daniel Keel is een handige boekverkoper maar hij werkt liever informeler dan via boekenbeurzen. In 1979 baarde hij veel opzien door heel de wereld te laten weten (hij is gek op publiciteit) dat hij niets meer in de Frankfurter Buchmesse zag. 10 oktober 1979 liet hij schriftelijk weten: ‘De Messe is onpersoonlijk, fantasieloos, kent geen idee. Elke autobeurs heeft tegenwoordig meer charme dan de Buchmesse. In Frankfurt is er geen verkoopbeurs meer, het is tevens geen publieksbeurs meer. Als ontmoetingsplaats stelt Frankfurt niets meer voor. Een uitgever die denkt en rekent, ziet op de Buchmesse gekkigheid en trekt derhalve de consequenties daaruit.’ Diogenes Verlag exit. Hij verscheen niet meer in Frankfurt. Wat is er het laatste halfjaar bij Diogenes verschenen? Tegen bespottelijk lage prijzen gooide hij, zoals veel andere uitgevers, Orwell op de markt. Hij bracht het nieuwe
stuk van Dürrenmatt uit, verzen van de jonge Duitse dichter Wolf Wondratschek (einde 1983 had deze poëet reeds 125.000 bundels verkocht), een vertaling van Ian McEwan, vijftien delen B. Traven (98 mark!), twee draaiboeken van Fellini, en eindeloos veel afleveringen in de pocketreeksen. En daar houdt het niet mee op en zal het zeker niet mee ophouden.