Anne Duden
Vervolg op pagina 46
kunst van het verdrinken beschrijft Anne Duden de net niet plaats vindende ondergang. Het paar dat in On holiday op reis is, bevindt zich in een voorwereldlijk landschap, de grenzen tussen water en land zijn vervaagd, overal is het oprukkende water. Dat water is het hen scheidende element, het doet de man op de vlucht slaan en verzwelgt de vrouw. Het zijn beelden, dromen, symbolen waarin Anne Duden het oeroude drama van man en vrouw verwoordt en voor wie dat allemaal te zwaar vindt, voegt ze tot slot nog een paar troostrijke regels toe: ‘Wat er toen gebeurde, herinner ik me niet meer. Maar ze zijn vast weer veilig thuisgekomen.’ Maar die regels stammen uit een andere werkelijkheid dan die waarin de ‘ik’ de kunst van het verdrinken meesterlijk beheerst. Bij het ‘onderwaterleven’ dat zij leidt is haar mond gesnoerd, door die mond immers zou het dodelijke water kunnen binnendringen. Elk uitgesproken woord kan het einde betekenen. In deze hevige, radicale beelden heeft Anne Duden haar toevlucht gezocht om haar verbittering en haar angsten een onderdak te bieden. Het is haar daarmee gelukt om uit een individueel trauma een boek te maken van een ongebruikelijk poëtisch gehalte.
■