Zuckerman in het slop
The Anatomy Lesson: het derde deel van Roths trlogie over het lot van een successchrijver
The Anatomy Lesson door Philip Roth Uitgever: Jonathan Cape, 291 p., f48,60
Nienke Begemann
Het derde deel van Roths semiautobiografische triologie over de schrijver Nathan Zuckerman gaat over de laatste formatieve fase van zijn jeugd, zijn midlife crisis. Zuckerman is veertig, rijk, beroemd en berucht. Zijn moeder is nu ook gestorven en de breuk met zijn familie is compleet. In plaats van bevrijding brengt hem dat een vreemde kwaal: pijn in nek, rug en armen, waar niets aan te doen lijkt, en waardoor hij gedwongen wordt het grootste deel van de dag liggend op zijn rug op de vloer van zijn studeerkamer door te brengen, in plaats van achter zijn schrijfmachine.
Voor zijn nieuwe levenswijze heeft de schrijver van de bestseller Carnofsky (= Portnoy's Complaint) zich een kleuter-speelmatje aangeschaft, en een speciale prismabril, waarmee hij zijn bezoekers van onderaf toch min of meer correct in beeld kan krijgen, hoewel hij er zelf vreemd en vervormd mee uitziet. Zijn zoveelste huwelijk is misgelopen, maar hij wordt verzorgd door een harem van elkaar afwisselende vrouwen, die bereid zijn alles voor hem te doen, van rijstepap koken tot zijn dictaat uittikken en in alle passende tenues en houdingen de liefde met hem te bedrijven.
Zuckerman raakt in deze penibele en van symbolen zwangere situatie op typerende wijze nog het meest overstuur doordat zijn vijand Milton Appel (met het accent op de tweede lettergreep, zoals in het Frans), een criticus die hem in Inquiry, een joods weekblad, heeft beschuldigd van grof antisemitisme vanwege zijn satire op het joodse familieleven in Carnofsky, hem nu via een wederzijdse kennis laat vragen of hij niet een stuk ter verdediging van Israël wil schrijven in de New York Times. Appels cynisme of opportunisme (Zuckerman zal naar zijn mening mensen kunnen overtuigen die door getrouwe zionisten niet worden aangesproken) brengt hem tot razernij: terwijl hij in al zijn werk bezig is geweest zich met pijn en moeite van zijn joodse banden te ontdoen, wordt zelfs dat feit nog weer een middel in de strijd tegen Israëls vijanden, er is geen ontsnappen mogelijk.
Ten einde raad, gek van de pijn, de pillen, de drank, het nietsdoen en de schuldgevoelens, besluit hij zijn schrijversleven op te geven en medicijnen te gaan studeren aan zijn oude universiteit in Chicago. Stiekem vertrekt hij, met een koffer vol medicijnen en elektrische kussentjes, een heupfles vol wodka en elf joints. In het vliegtuig begint zijn bevrijding, hij geeft zich uit voor Milton Appel, pornokoning uit New York, met een eigen filosofie over de merites van het bedrijf en slaagt erin zijn buurman na enige tijd werkelijk te beledigen. De rol van pornokoning houdt hij in Chicago ook nog enige tijd vol tegenover de hoogblonde laarzendragende taxichauffeuse, die hem dagenlang rondrijdt door de stad.
Zuckermans pogingen om via een oude studievriend, die inmiddels anesthesist is geworden aan het universiteitsziekenhuis, toegang te krijgen tot de medische opleiding mislukken: ondanks al zijn tienen van twintig jaar geleden geeft zijn vriend hem geen enkele hoop. Hij ontdekt bovendien al snel dat ‘Zuck’ onder de dope zit. De anesthesist vraagt hem ‘for old time's sake’ een bezoek te brengen aan zijn vader, die bij hem inwoont sinds de dood van zijn vrouw. Samen gaan ze, gereden door de blonde chauffeuse, naar het kerkhof om haar graf te bezoeken voor de lange winter begint. Daar ontrolt zich een bizarre ruzie, Zuck vliegt de oude vaderfiguur naar de keel omdat hij diens geklaag over wat er met het joodse gezinsleven gebeurd niet langer kan aanhoren, maar de oude man ontsnapt en Zuck slaat met zijn hoofd tegen een grafsteen. Hij wordt door de chauffeuse het ziekenhuis ingedragen, zonder voortanden en met een dubbele kaakfractuur.
Zo eindigt het boek met Zuck als patiënt in plaats van arts. Hij moet worden geopereerd en gaat onder medisch toezicht afkicken. Hij brengt zijn tijd later door met het bezoeken van medepatiënten in het gevolg van de assistenten, zogenaamd als voorbereiding op zijn nieuwe carrière, maar in wezen om zo, met de neus letterlijk op de ellende van anderen gedrukt, zijn eigen pijn te kunnen vergeten - alsof hij ooit zou kunnen ontkomen aan zijn solitaire bestaan achter de schrijfmachine, aan ‘the corpus that was his’. The Anatomy Lesson is daarmee rond: zoals iedereen zit ook Zuckerman gevangen in zijn eigen lichaam, in zijn eigen erfelijkheid, ziektes en talenten. Van dat lot is niet los te komen, het enige wat je kunt doen is het onder ogen zien en dragen. Een schrijver schrijft, en niemand kiest zijn eigen genen.
Philip Roth, tekening Levine
Bij deze verkorte weergave van het plot van The Anatomy Lesson komt, vrees ik, de merkwaardige platvloersheid van het boek al tamelijk genadeloos aan het licht. Ondanks de satire, de aanvallen op Commentary en Irving Howe, de prototypen van Inquiry en Milton Appel, is het alsof Roth met deze exercitie in het ‘summing up’ een vacuüm in zijn eigen constitutie laat zien, een onvolgroeidheid, een behoefte aan lijden en sympathie, en een behoefte aan zelfrechtvaardiging, die niet interessant genoeg blijken om een hele roman aan op te hangen. Het boek lijkt wel een soort psychotherapeutische sessie met Roths eigen spiegelbeeld, in plaats van met levende anderen. Ook al probeert Roth het bizar-komische ervan met alle geweld door te voeren, en ook al creëert hij af en toe mooie portretten, vooral van vaderfiguren, toch is het probleem dat hij stelt voor een leek uiteindelijk een sociologisch vraagstuk.
Misschien is het probleem wel dat als iemand een midlife-crisis doormaakt en daarover schrijft, je als lezer wilt weten hoe hij erdoorheen is gekomen, en wat er daarna in zijn leven is veranderd. Maar bij The Anatomy Lesson blijf je steken in medias res, er is geen licht aan het eind van de tunnel en de openbaringen die Zuckerman beleeft in het ziekenhuis zijn niet van die orde dat ik althans het gevoel krijg dat ze de moeite van het lezen en/of over denken echt waard zijn. Wat te denken van iemand die pas als hij met zijn neus boven andermans wonden en gezwellen hangt, of half kotsend zijn armen diep in bakken nat beddengoed steekt, erachter komt dat er nog ergere problemen op de wereld zijn dat de zijne, of op die manier boete doet voor zijn afwezigheid bij het sterven van zijn vader en moeder? Mij storen zulke uitingen van jankerige adolescentie - grote gebaren in een leegte, die juist opgevuld had moeten zijn tegen het moment dat dit boek geschreven werd.
Het is wel opmerkelijk dat het schrijven van deze trilogie over het leven van een successchrijver in het derde deel tot dit magere resultaat leidt. De twee vorige delen The Ghost Writer en Zuckerman Unbound hadden ons daar niet op voorbereid.
Weliswaar illustreert Roth zo haast lijfelijk de kosten van zijn inspanningen om zich van zijn joodse ketenen te bevrijden, maar je moet wel veel om hem geven om over de banaliteit en de onvolgroeidheid heen te stappen, en zelfs om het geboeid uit te lezen.
■