New Jersey
Dus u werd al in het begin van laster beschuldigd? ‘Vanaf het moment dat ik mijn mond opendeed. Door die beschuldiging is mijn carrière anders verlopen dan die van de meeste van mijn Amerikaanse collega's. Ik werd al controversieel gevonden toen ik nog in de wieg lag. Het feit dat die razernij al meteen in het begin over me losbrak, heeft mijn werk waarschijnlijk een bepaalde richting op gestuurd, een accent gegeven dat het anders nooit gehad zou hebben. Het is moeilijk om zulke aanvallen te negeren, vooral als je vierentwintig bent. Ik heb toen twee dingen gedaan: ik ben me zelf gaan verklaren en verdedigen.’
Hoe deed u dat?
‘Ik kreeg uitnodigingen om in synagoges en voor joodse verenigingen te spreken en die nam ik aan. Tijdens de discussie achteraf stonden de mensen tegen me te schreeuwen. Daar heb ik van geleerd. Ik heb een hoop aan mijn tegenstanders te danken. Ze hebben me krijsend de Engelse faculteit uit moeten slepen. Die woedende mensen in de zaal waren echt, ze schreven geen essay over wat ze gelezen hadden, ze werden razend. Een hele verrassing.’
Tegen de tijd dat u Portnoy's Complaint schreef had u al heel wat woedende joodse lezers?
‘Maar ook joodse lezers die me waardeerden, vergeet dat niet. En zelfs een paar niet-joodse lezers. Maar mijn joodse tegenstanders bleven op me schelden. Die waren niet te stuiten, wat ik ook schreef. Dus uiteindelijk dacht ik: “Als jullie het dan zo graag willen, kunnen jullie het krijgen.” En toen kwam Portnoy, uit al zijn openingen spuitend.’
En uw eigen familie? Hoe reageerde die?
‘Op die aanvallen? Ze waren stomverbaasd. Ze voelden zich gekwetst. Ze hadden van hun poepfijne buren al gehoord dat mijn werk zedelijk beneden alle peil was. Ze gingen naar een lezing over mij in hun eigen synagoge, denkend dat hun zoon een ster opgeprikt zou krijgen, net als op de lagere school. Maar in plaats daarvan kregen ze te horen dat de jongen die al die jaren in mijn slaapkamer had geslapen en bij hun aan tafel had gezeten een antisemitische jood vol zelfhaat was. Mijn moeder moest mijn vader vasthouden anders was hij iedereen aangevlogen. Nee, ze reageerden goed. Ze herkenden genoeg uit hun eigen omgeving om te weten dat de figuren die ik beschreef inderdaad in New Jersey rondliepen.’
Dus uw eigen vader lijkt niet op Zuckermans vader, die zijn zoon op zijn sterfbed vanwege zijn boeken vervloekt?
‘Ik heb nooit gezegd dat mijn vader zo was. U verwart mij met al die slimme Amerikaanse recensenten die ervan overtuigd zijn dat ik de enige schrijver in de geschiedenis van de roman ben die nog nooit iets heeft verzonnen.’
In alle twee de laatste boeken verliest Zuckerman een van zijn ouders. In het tweede boek, Zuckerman Unbound, noemt zijn vader hem vlak voor hij sterft ‘bastaard’. In Anatomy Lesson sterft zijn moeder en blijft Zuckerman achter met een briefje waarop zijn moeder het woord ‘holocaust’ heeft geschreven.
‘Ja. Ze heeft een hersentumor. De neuroloog komt naar haar toe om te zien hoe ver heen ze is en vraagt haar om haar naam op een papiertje te schrijven. Het speelt in 1970 in Miami Beach. Ze is een vrouw die nooit iets anders heeft geschreven dan recepten, breipatronen en bedankjes. Als de dokter haar een pen in de hand geeft en haar vraagt haar naam op te schrijven, schrijft ze “holocaust” in plaats van “Selma”. Perfect gespeeld. De dokter kan het briefje niet weggooien en geeft het na haar dood aan Zuckerman. Zuckerman kan het ook niet weggooien en stopt het in zijn portefeuille.’
Waarom kunnen ze het niet weggooien?
‘Wie zou dat kunnen? Wie heeft het ooit gedaan? Zuckerman is de enige niet die dat woord niet weg kan gooien en het voortdurend bij zich draagt of hij zich daar nu van bewust is of niet. Zonder dat woord zou Nathan Zuckerman niet bestaan. Noch zijn vader de pedicure of zijn broer de tandarts met zijn broederlijke kastijdingen. En Amy Bellette, de jonge vrouw in The Ghost Writer, die volgens hem Anne Frank had kunnen zijn, zou uiteraard ook niet hebben bestaan. Evenmin als Milton Appel met zijn morele verordeningen en literaire regeltjes. En Zuckerman zou niet zo gevangen zitten. Als je dat woord wegneemt - en daarmee het gebeuren - zou geen van de Zuckerman-boeken bestaan.’
Maar daarmee bedoelt u toch niet dat het onderwerp van die boeken eigenlijk de holocaust is?
‘Nee, nee, natuurlijk niet - zeker niet zoals in Styrons roman Sophie's Choice. Ik denk dat een joods-Amerikaanse schrijver niet dezelfde drang heeft en vreemd genoeg de noodzaak niet zo voelt als een christelijke Amerikaan als Styron om de holocaust sec als onderwerp te nemen, om er zo veel morele en filosofische gedachten op los te laten, zo'n aangrijpend, woedend verhaal van te maken. Het heeft een minder zichtbaar en minder spectaculair effect op ons leven. En zo wil ik het ook in mijn werk behandelen. Voor mij, en dat geldt voor de meeste Amerikaanse joden die nadenken, is het er gewoon, verscholen, onder de oppervlakte, het duikt op en verdwijnt weer, maar wordt niet vergeten. Je gebruikt het niet - het gebruikt jou. Zuckerman wordt er in ieder geval door gebruikt. Er zit een zekere thematische opbouw in de drie boeken die, hoop ik, duidelijk zal worden als ze volgend jaar in één band verschijnen. Niet dat iedereen in 1985 door mijn grootste opzet gegrepen zal worden. Ik wil alleen maar zeggen dat het kleine stukje papier in Zuckermans portefeuille misschien toch niet zo onbeduidend is.’
■