Kavafis
Vervolg van pagina 9
die ik zelf heb aangelegd.
Er staat een huis dat ik ken
die met mijn verleden te maken hebben.
Ook de jongen aan het venster
heeft een geprent gezicht.
het kelig timbre van zijn stem,
wijst hij me bekende verzen.
Ik heb al zoveel geschreven
dat ik me argeloos vergrijp
Wèl heb ik opzettelijk het motief uit ‘De tafel naast mij’ gebruikt in
Vannacht - ik kon niet slapen
hoewel het eindelijk koel werd -
ging ik naar het morsig café
Er hingen wat mannen op stoelen,
half slapend; een magere zwarte jongen
In een hoek, met ogen als lampen
zat de oude dichter. Hoe vaak
had ik dat gewenst. ‘Is je lief
weer de hort op’ vroeg hij. Ik knikte.
‘Ik heet Soeleiman’ fluisterde de knaap,
‘ik doe alles wat u wilt, alles’.
‘Ik heb hem gekend toen ik zelf
nog een jongen was’, zei de grijze dichter,
‘als hij naakt in mijn bed lag
was het of ik in de wandspiegel keek’.
Soeleimans haar rook naar houtvuur,
zijn lijf bitter, en de grote dichter
keek goedkeurend toe in de spiegel
En nu? Ik weet het niet. Ik zal aan de vertalingen blijven werken, zoals ik aan mijn eigen gedichten blijf werken. Ik hoop nog te beleven dat álles wat Kavafis nagelaten heeft (vier archiefkasten vol) algemeen toegankelijk wordt, zodat mijn verzameling Kavafis-boeken die van één deel in de loop der jaren uitdijde tot een paar boekenplanken vol, een hele boekenkast zal gaan vullen. Ik zal nog veel ontdekken, ook in datgene wat ik al meen te kennen.
Het is mij niet mogelijk uit te maken hoe het allemaal vervlochten is. Ik kan me er enkel over verwonderen dat ik klaar zat toen ik het licht op moest vangen. En met mij zovele anderen op andere momenten, in andere landen. Wie weet of ik het door mag geven naar een plaats waar iemand die nog niet geboren is precies op tijd zal zitten wachten, het hoofd vol herinneringen aan momenten van schoonheid en geluk, de dichterpen in de hand.
■
K.P. Kavafis 1863-1935
|
1863 |
29 april geboren te Alexandrië, negende en laatste kind van Petros K. en Charikleia Photiades, beiden uit Konstantinopel afkomstig. |
1870 |
Zijn vader sterft. Het familiefortuin slinkt. |
1872-77 |
Charikleia verhuist met haar zoons naar Liverpool, in 1874 naar Londen, 1876 weer naar Liverpool, 1877 terug naar Alexandrië. 1876: liquidatie van de familiefirma, verlies van het vermogen. |
1879-82 |
Over K's opleiding is weinig bekend. Hij schijnt in Engeland school te hebben gegaan, en in 1881-82 een jaar op een handelsschool in Alexandrië te hebben gezeten. |
1882-85 |
In 1882 vlucht Charikleia wegens onlusten in Egypte naar Konstantinopel. K. blijft bij haar tot de terugkeer in '85. In deze tijd is hij met schrijven en dichten begonnen. |
1886 |
Eerste journalistieke bijdragen en gedichten gepubliceerd. |
1891 |
Eerste ‘feuille volante’, (K. publiceerde zijn gedichten op losse blaadjes.) |
1892 |
Hij gaat werken op het ‘Irrigation Office’ na drie jaar volontairschap. |
1897 |
9 mei - 28 juni reis naar Parijs en Londen met broer John. |
1899 |
Dood van zijn moeder. |
1901 |
12 juni - 5 aug. Eerste reis naar Griekenland |
1903 |
Tweede reis naar Griekenland. 30 nov.: eerste artikel van Xenopoulos over K. in ‘Panathinaia’. |
1905 |
Derde reis naar Athene. |
1907 |
K. gaat wonen in de Rue Lepsius 10 in Alexandrië. Hij zal niet meer verhuizen. |
1914 |
Ontmoeting met E.M. Forster. |
1917 |
Ontmoeting met Alexandros Singopoulos, die zijn erfgenaam zal worden. |
1922 |
Gaat met pensioen. |
1926 |
Krijgt de ‘Orde van de Phoenix’. Alexandros Singopoulos trouwt en komt met Rika in het appartement beneden K. wonen. |
1932 |
Keelkanker geconstateerd. Vergeefse operatie in Athene. |
1933 |
29 april: Kavafis sterft op zijn zeventigste verjaardag in Alexandrië. |
1935 |
Eerste uitgave van zijn gedichten, verzorgd door Rika Songopoulos. |