cale Patriot Izaac Gogel als minister van Financiën voortgaan met de hervorming van het belastingstelsel. Ook werd in 1809 de codificatie afgerond van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Strafrecht, waarvan in het bijzonder het laatste een moderaat en oorspronkelijk karakter droeg. Van Lodewijks eigen hand waren de hervormingen op het gebied van wetenschappen en kunst. Door zijn bemoeienis werd een reorganisatie van het bibliotheek- en museum-wezen uitgevoerd, waaraan we de Koninklijke Bibliotheek en het Rijksmuseum danken. Daarnaast legde hij de basis voor de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen en de Academie voor Beeldende kunsten, en voltooide hij de inrichting van het Algemeen Rijksarchief.
Voor het overige werd het bewind van Lodewijk Napoleon bovenal gekenmerkt door een gestaag va-et-vient van ministers, wier benoemingen en ontslagen zich in een rap tempo voltrokken. Keizer Napoleon irriteerde zich inmiddels openlijk aan de pogingen van zijn broer om geliefd te worden in Holland, en meer nog aan diens weigering om de dienstplicht in te stellen ten behoeve van de Franse legermacht, en wellicht het meest aan de mislukking van de isolering van Engeland omdat Lodewijk de lucratieve smokkelhandel weinig in de weg legde.
Toen de Engelsen in 1809 een invasie waagden op Walcheren, greep de keizer de gelegenheid aan de koning van Holland als een kleine jongen aan de kant te schuiven. Toen de Franse troepen in 1810 provocerend Amsterdam binnenmarcheerden, zag Lodewijk Napoleon de onhoudbaarheid van zijn situatie in. Op 1 juli deed hij afstand van zijn troon en nam de wijk naar Bohemen. Het was misschien kenmerkend voor hem dat zelfs deze heimelijke vlucht bijna mislukte toen hij in de tuin van zijn Haarlems Paviljoen uitgleed, in een sloot viel en druipend van kroos en kikkerdril in zijn koets moest worden afgevoerd.
Slechts éénmaal daarna, enkele jaren voor zijn dood in 1864, bezocht Lodewijk vanuit zijn ballingschap Holland, waar een enkeling hem nog toejuichte als ‘Lodewijk de Goede’.
De door Wim Zaal gemaakte selectie van 's konings Gedenkschriften voegt, hoewel op zichzelf tamelijk lezenswaardig, uiteindelijk toch weinig nieuwe inzichten toe omtrent Lodewijk Napoleons persoonlijkheid en bewind. Zaal etaleert in zijn bloemlezing wel een aanzienlijke mate van sympathie voor koning Lodewijk, wiens ‘integriteit’ hij meermalen roemt. Desondanks kan ook hij niet veel veranderen aan het beeld van een weliswaar goedwillende, doch warrige, kleinzielige en onevenwichtige hypochonder, die ingeklemd was tussen een uitzonderlijk slecht huwelijk en een onmogelijke relatie met zijn machtige broer. Ten slotte was het koningschap van Lodewijk Napoleon weinig meer dan een curieus en ietwat pathetisch einde van de republikeinse staatsvorm in Nederland. Het waarlijk interessante verschijnsel van de Bataafs-Franse tijd in Holland is wellicht veeleer de relatieve rust en gelatenheid waarmee vanaf 1795, tot aan de inlijving bij Frankrijk in 1810, de verschillende revoluties en machtswisselingen ondergaan werden.
Koning Lodewijk speelde in die gebeurtenissen zijn rol, maar de middelen ontbraken hem om werkelijk een stempel op de geschiedenis te zetten. Tekenend voor deze ontheemde Corsicaan was dat hij zijn motto ‘Doe wel en zie niet om’ slechts aan zijn onderdanen begrijpelijk kon maken als hij van een papiertje voorlas ‘D'ouelle ainsi ni d'homme’.
■