FMR-club
Ricci heeft tal van uitgeversprojecten. Ik noemde reeds de Biblioteca di Babele, een bibliotheek - onder redactie van Borges - van fantastische vertellingen. Gevat in tamelijk drukke omslagen verhalen van Saki, Poe, Stevenson maar ook van de nogal triviale Papini en Wells. In deze reeks zijn enkele tientallen delen verschenen. Het ‘fantastische’ is een belangrijke claim van Ricci, hij geeft ook een serie kunstboeken uit met fantastisch schilder- en grafisch werk. Verder kwam hij onlangs met de reeks Quadreira dertig bij dertig centimeter, zwart zijde, goudgestempeld; in foedraal) die zich toelegt op architectuur-op-schilderijen. Reprodukties, opnieuw, schitterend, de band betrekkelijk simpel gehouden doch niet de prijs! Het deel Firenze perduta kost in Italië omgerekend meer dan vierhonderd gulden.
En zo dijt Ricci steeds meer uit. Waren zijn catalogi en plaatwerken reeds langer bekend, daar zijn bijgekomen allerhande reeksen, voordelen en een luxe agenda. Je kunt ook nog lid worden van de Club di Bibliofilo, dan krijg je de Gazetta del Bibliofilo en het lidmaatschap dat een korting van twintig procen levert op alle Ricci uitgaven. Ook op de reprints die van binnen nu niet écht van superieure kwaliteit zijn maar van buiten zuchten onder een overdreven rijkdom van leer en goud.
Het gezicht van Ricci wordt toch vooral bepaald door FMR. Een maandblad in eigenlijke zin is het niet. In 1982 verschenen negen nummers, in 1983 tien. Het laatst verschenen nummer is inmiddels zeshonderd lires duurder dan het eerste (5500 lires). In Nederland kost het blad vijfentwintig gulden per aflevering. Samen met een apart bijgeleverde ‘Indici’, die aan het eind van iedere jaargang moet verschijnen en een werkelijk peperdure kunststoffen bewaarbox, moet je wel twee girobetaalkaarten meenemen als je als koper een jaarset wilt kopen. In Amsterdam kan dat bij de verfijnde winkel ARP, Prinsenstraat 15, gedreven door Klaas Vos (geopend van dinsdag tot zaterdag, 1-6 uur). Hij heeft catalogi en tijdschriften van Ricci in voorraad. Boeken durft de dappere kunsttijdschriftenhandelaar nog niet aan. Het dichtstbijzijnde Ricci-fonds in zijn bijna volledige staat vindt de Nederlander in Brussel, Place du Grand Sablon 36. Ook daar is het alles luxe wat de klok slaat.
Ricci heeft een succesformule ontwikkeld. Het ‘Club-idee’. Een soort Vrienden van de Franse Wijn maar dan iets luxer: je krijgt het wijnblad en daardoor korting op wijnboeken en wijn per kist. Je hebt recht op de wijnagenda en de wijnthermometer et cetera. Ik heb het bange vermoeden dat het ergens heen gaat: naar het Ricciparfum (!), de Ricci-stropdas en Riccikunstreizen - tien dagen Rome met doctorandus-begeleiding, f5900,-. Het oorspronkelijke voornemen van Ricci komt mij misschien nog als sympathiek voor, maar het opgelegde pandoer en de toch onmiskenbare coffeetable-smaak aan zijn boeken en tijdschriften geeft mij het gevoel dat Ricci-fans op een briljante wijze een beetje opgelicht worden. Het heilige voornemen van Ricci om in zijn bladen alleen maar mooie en verantwoord ontworpen advertenties op te nemen heeft hij al lang laten varen. Gelukkig staan zij nog niet tussen de tekst, maar dat is misschien een kwestie van tijd en geld. Slechts beletterde Nescafé-annonces, BMW-, Rollex- en Singapore Airlines First Class-advertenties maken het blad tot iets... Ja, tot wat? Tot iets moois maar niet tot iets buitengewoons en - zonder twijfel - nouveau riche. Zijn winkelketen en publikaties veroveren de wereld. Barcelona, Genève, Brussel en Parijs kennen al Ricci-winkels. Amerika zal niet lang meer behoeven te wachten op het stijldictaat van Franco Maria Ricci.
■