De ene barbaar na de andere
Het werk van de Booker Prize-winnaar J.M. Coetzee
Dusklands, f 15,50; In the Heart of the Country, f 13,65; Waiting for the Barbarians, f 15,15 door J.M. Coetzee Uitgever: Penguin pockets Life & Times of Michael K door J.M. Coetzee Uitgever: Viking, f 43,15 Importeur: Nilsson & Lamm
Aad Nuis
Waar onderdrukking heerst, wordt iedereen erdoor getekend: onderdrukkers zowel als onderdrukten, en ook degenen die zich verzetten tegen de rol die hen door het systeem wordt opgelegd. In het land van de apartheid is daarom een vraag van belang die het eigenlijk niet zou moeten zijn, de vraag of een schrijver zwart is of blank.
Het werk van een blanke Zuidafrikaanse schrijver kan een afwijzing van de apartheid inhouden die niet minder fel en diep is dan die van een zwarte landgenoot, maar hun beider verbeelding wortelt in een ander deel van een diep gespleten maatschappelijke werkelijkheid, en als hun werk authentiek is, zal dat eraan te merken zijn. De kracht van de blanke literatuur van Zuid-Afrika, in haar meest kritische vertegenwoordigers, ligt niet zozeer in de directe beschrijving van het lot van de verdrukten - een zwarte bewoner van Soweto kan dat allicht beter - maar eerder in het verbeelden van de misvormingen die het systeem aanricht in de geest van de onderdrukker.
J.M. Coetzee is een blanke schrijver, en een directe afstammeling van vele generaties Boeren. De eerste Coetzee arriveerde meer dan vier eeuwen geleden uit Holland aan de Kaap, diens kleinzoon ontdekte in 1760 de Oranjerivier, die tegenwoordig de grens vormt met Namibië. De schrijver werd in Kaapstad geboren in 1940. Hij is dus een generatiegenoot van de Sestigers, de stormachtige Afrikaner schrijversgroep die politiek en literair zoveel stof deed opwaaien, en waarvan Breytenbach en Brink internationaal bekend zijn geworden. Maar hoewel zijn werk door teneur en allure zeker met dat van de Sestigers vergeleken kan worden, hoort hij er niet echt bij.
J.M. Coetzee (Foto ANP)
In de eerste plaats schrijft hij uitsluitend in het Engels, de taal die hij ook doceert aan de universiteit van Kaapstad. Wel kent hij Afrikaans en vertoont hij de veeltaligheid die je vaak bij Afrikaners ziet; zo heeft hij een Engelse vertaling van Emants' Een nagelaten bekentenis op zijn naam staan. Ook begon hij te laat met schrijven om nog met de jaren zestig in verband gebracht te kunnen worden. Toen Brink en Breytenbach hun eerste boeken publiceerden, was hij in de Verenigde Staten, eerst als student, later als docent. Pas in het begin van de jaren zeventig kwam hij terug; zijn eerste boek verscheen in 1974, een jaar voor de arrestatie en veroordeling van Breytenbach. Bovendien bevestigen de schaarse berichten over Coetzee de indruk die al door zijn boeken gevestigd wordt: dat hij een eenzelvig man is, die zich zoveel mogelijk verre houdt van alle literair en politiek gewoel.
Internationaal is zijn faam van recente datum. Zijn debuut Dusklands drong aanvankelijk nauwelijks tot de wereld buiten Zuid-Afrika door. Zijn tweede boek, In the Heart of the Country van 1977, werd weliswaar in zijn eigen land bekroond en ook in Engeland uitgebracht, maar een doorslaand succes was het niet. Dat was wel het geval met zijn derde, Waiting for the Barbarians uit 1980, dat in 1982 ook tot Amerika doordrong. Die roman werd door de kritiek zeer geprezen, met als gevolg dat niet alleen dit boek, maar ook de twee eerdere alsnog als paperback verschenen. Nu zijn nieuwste boek, Life & Times of Michael K, bovendien de belangrijke Booker Prize heeft gekregen, lijkt de doorbraak compleet. In de hele Engelssprekende wereld is Coetzee een bekend auteur geworden, zo een naar wiens volgende boek allerwegen met warme belangstelling wordt uitgezien. Ook in Nederland beginnen de vertalingen te verschijnen. Een goede reden om niet alleen over zijn laatste, bekroonde boek verslag uit te brengen, maar aandacht te besteden aan alle vier de - overigens weinig omvangrijke - boeken waaruit zijn literaire werk tot dusver bestaat.