Schuld
Interessant is vooral McGuinness' analyse van de aard der vriendschap, waartoe Wittgenstein zich verbond. Het stramien was voorspelbaar. De vriend was in de regel jong, aantrekkelijk en een leerling van hem; hij beschikte over een moeder op wie Wittgenstein bijzonder gesteld was; hij werd geacht zijn vriendschap exclusief aan Wittgenstein te schenken; hij mocht zich in woord noch daad aan ‘vuiligheid’ (Unflätigkeit) bezondigen. Wittgensteins homofiele gevoelens hoeven niet te worden betwijfeld, maar ze waren geriefelijk verpakt in de vorm van morele steun, een gemeenschappelijke intellectuele belangstelling en een doorzichtige vader-zoon verhouding. Brain McGuinness houdt zich al te zeer op de vlakte en schrijft over deze zaken niet meer dan dat ‘daarmee natuurlijk de mogelijkheid openblijft dat er een homoseksueel element in zijn vriendschappen aanwezig was.’
In dat verband moet nog worden vermeld dat Wittgenstein vooral met zijn zus Gretl (Margarete Stonborough-Wittgenstein) een intieme verhouding onderhield. Niet alleen bouwde hij, zoals algemeen bekend, een uniek huis voor haar, hij placht in de dagelijkse omgang met haar te converseren door middel van halve, afgebroken zinnen die voor geen enkele buitenstaander te begrijpen waren. Ludwigs brieven aan Gretl werden door haar helaas vernietigd. Een diep inzicht in hun bijzondere verhouding blijft voorgoed uitgesloten.
Wittgensteins besef van schuld en morele tekortkoming was veel dieper dan te doen gebruikelijk bij katholieken. Het strenge protestantisme van vaderszijde had zijn sporen nagelaten. Toch, aldus McGuinness, was Wittgensteins godsdienstigheid lang niet uitsluitend zedelijk bepaald. Wie het aldus zou bekijken, zou de zaken vervalsen en doen ‘alsof men religiositeit door middel van zedelijke begrippen zou kunnen bepalen, terwijl zij de zedelijkheid juist een nieuwe dimensie verleent’. Het inleidende essay van Brian McGuinness geeft onvoldoende informatie om de bijna vijfhonderd schitterende foto's en illustraties thuis te brengen. Daarom hebben de samenstellers van deze unieke fotobiografie voor elke afbeelding een bepaalde tekst gekozen die het visuele materiaal illustreert, duidt en zin geeft. Terwijl afbeeldingen in de regel een discursieve tekst verluchten, verlicht hier een ruime selectie teksten de foto's en visuele documenten. Het samenhang gevende element van dit boek is dus het beeldverhaal, geïllustreerd door uitspraken van Wittgenstein, zijn vrienden, familieleden en tijdgenoten.
De foto's geven eerst recht de indruk van de financiële en artistieke luxe waarin Ludwig tussen zijn broers en zusjes opgroeide. Via het monumentale trappenhuis bereikte de gast de bel-etage van Palais Wittgenstein in de Alleegasse 16. Daar vond het souper plaats, in drie zalen tegelijk. Als het even meeviel, drukte de bezoeker de hand van Johannes Brahms, de vriend des huizes die, in een speelse bui, wat champagne uit zijn roemer over de krullebol van Gretl goot, om zich vervolgens naar het klavier te begeven en alle aanwezigen in vervoering te brengen. Als de muzikale concentratie van onze gast verslapte en hij het interieur opnam, zou zijn oog kunnen vallen op een schilderij van Karl Wittgensteins privé-schilder Franz König voorstellende de Hochreith, het buitengoed in het Middelgebergte dat het gezinshoofd in 1894 had aangekocht, en dat schitterend was ingericht door de beste kunstenaars uit de Wiener Werkstätte. Misschien merkte de bezoeker ook meer gedurfde en moderne schilderijen op, zoals Die Quelle des Uebels van de symbolist Giovanni Segantini dat de gastheer, als voornaamste maecenas in Wenen, had gekocht. Had hij in 1897 niet de Sezession, rond de rebelse schilder Gustav Klimt, mogelijk gemaakt? In ieder geval had onze denkbeeldige gast onmogelijk het betoverende portret, dat dezelfde Klimt van de volwassen Gretl maakte, kunnen ontwaren; dàt werd pas in 1905 geschilderd.