Bramentaart
voor taartdeeg: |
240 g bloem |
½ theel. zout |
120 g reuzel of boter, in stukjes |
30 g poedersuiker |
1 rauw ei |
voor vulling:
125 g schone bramen, gekneusd wat citroensap |
95 g suiker |
1 dessertl. frambozenlikeur |
340 g rijpe bramen, schoon |
paarse garneersuiker (Baukje) |
Zeef, voor de taartbodem, bloem en zout in een kom. Wrijf de koude reuzel of boter er met de vingertoppen luchtig in tot het resultaat op grof droog broodkruim lijkt. Klop de poedersuiker door het rauwe ei en voeg het aan de inhoud van de kom toe. Snij en roer het met twee koude tafelmessen tot het samenhang krijgt.
Kneed het met de vingertoppen tot een bal, de kom moet dan schoon zijn van bloem of deegresten. Leg de bal dan op een licht bebloemde plank en kneed het tot een licht glad deeg. Laat de deegbal in een afgedekte kom 1 uur op een koele plaats rusten.
Rol de deegbal daarna uit op een licht bebloemde plank tot een ronde plak van ongeveer 4 mm dikte, rol van het midden uit naar buiten met korte rukken en zo kort mogelijk. Drapeer de deegplak over de rol en leg haar zo op een taartvorm van 20-22 cm doorsnee, voorzichtig zonder het deeg te rekken. Sla de rand die over de vorm hangt naar binnen, tegen de opstaande rand en druk alles goed aan tegen rand en bodem. Beprik de bodem hier en daar met een vork. Bedek de bodem met aluminiumfolie, strooi er rauwe rijstkorrels in. De vorm kan het best voor het deeg erin gaat met Koopmans Cooky spray ingevet worden. Bak 15 minuten blind in de oven op 380° F, 193° C. Verwijder dan rijst en folie en bak nog 10 minuten. Laat de taartbodem in de vorm op een treeftje afkoelen.
Damp de gekneusde bramen met wat citroensap in tot er ¾ van over is, in een dikbodemige koekepan, af en toe roerend met een houten lepel. Voeg de suiker toe en kook het, weer af en toe roerend, in 15 minuten tot een dikke gelei. Laat die lauw worden en roer er de frambozenlikeur doorheen. Vul de taartbodem met de bramen. Lepel de bramengelei er gelijkelijk overheen en versier bovenop met paarse garneersuiker.
N.B. een mooie saignant gebakken kogelbiefstuk, in malse plakken gesneden, omringd door een heldere bruine vleesjus met daarin gesmoorde bramen is ook heerlijk.