Duits gedrag
Eerst het verhaal: de zes soldaten uit het boek vormen de overlevende helft van een peloton IR, (inlichtingen- en verkenningstroepen). Het peloton is in de laatste maanden van de oorlog gerecruteerd uit de Amerikaanse reservetroepen, bestaande uit zeventienjarige jongens die aan Amerikaanse universiteiten studeerden in afwachting van hun oproep, waarvan niemand vermoedde dat die ooit zou komen. Als ze tenslotte, buiten alle verwachting toch naar Europa verscheept worden, zijn ze eigenwijs, arrogant en niet bereid meer dan één vinger voor het leger uit te steken. Dit speciale peloton bestaat uit jongens, alle met een I.Q. van 150 punten. Kleine genieën.
Ze worden belast met de opdracht hun intrek te nemen in een verlaten ‘chateau’ en de wacht te houden bij een verlaten brug, ergens middenin de verlaten Ardennen. De tijd van handeling is rond kerstmis 1944 en de sneeuw valt stille: er is geen hand voor ogen te zien en het grootste probleem is wakker te blijven en niet te bevriezen. Onderweg naar hun opdracht zijn ze in de bossen al de lijken tegengekomen van een Amerikaanse en een Duitse soldaat, die elkaar in bevroren toestand omarmen als gold het een pas de deux. Tijdens hun verblijf in het kasteel en hun wachtpost bij de brug, merken ze dat ze omringd worden door Duitse soldaten, die hen trakteren op een sneeuwballengevecht en een brandende kerstboom, in plaats van op granaten en mitrailleurvuur. Dit alles speelt zich af als een schimmengevecht in de nachtelijke sneeuw, waarbij het raadsel van het Duitse gedrag de grootste angst oplevert.
Het raadsel wordt opgelost in een noodlottige maar vanzelfsprekende gruwelkomedie, waaruit vier van de zes levend te voorschijn komen, banger voor de oorlog dan voordien, hulpelozer ook, en met nog meer afkeer voor het leger.
William Wharton weet overtuigend en nauwkeurig de paar dagen op het kasteel in de sneeuw te beschrijven. Met grote precisie wordt uur voor uur van de jongens gevolgd, hun telefoongesprekken van en naar de wachtposten, de wachten zelf in de voortdurend vallende sneeuw, de plannen die ze maken om heelhuids uit de opdracht te komen. Die beschrijving is weinig spectaculair. Des te verrassender is dat hij geen moment verveelt, integendeel, door de exacte, monotone beschrijving raak je langzaam maar zeker verzeild in het ingesneeuwde isolement van de zes soldaten uit het boek. Het wachten, de angst, de routine, de verslaving aan het eeuwige bridgespel met zelfgemaakte kaarten - zo absurd moet de oorlog gevoeld zijn door de jonge Amerikanen van de laatste lichting.
Maar het zijn en blijven Amerikaanse soldaten. Ze spreken geen enkele taal behalve de hunne, ze hebben geen idee hoe Europa geografisch in elkaar zit, ze weten heel vaag dat Hitler ‘vreselijke dingen’ met joden uithaalt, maar verder dan een ‘fuck Hitler’ weten ze hun emoties niet te brengen. En dat is dan nog meer omdat ‘fucking Hitler’ hen in een zo bescheten positie heeft gebracht met zijn oorlog. Nu ja, het zijn ook nog maar kinderen.