Afstandsbediening
De commercie
Nico Scheepmaker
Aad van den Heuvel (foto Kippa)
Wouter Gortzak, (foto Willem Diepraam)
Vorige week werd de Hilversumse goegemeente opgeschrikt door het bericht (Het Parool had de primeur op de voorpagina van dinsdagavond) dat het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur het Avro-programma Mies bestudeert, om erachter te komen of dat een te commercieel karakter draagt of niet. Zo ja, dan zou de omroepwet worden overtreden. Ik citeer nu Het Parool:
‘In vrijwel elke aflevering van Mies mogen artiesten eigen films of platen aanprijzen of worden boeken aanbevolen. In de laatste aflevering bij voorbeeld mocht John Lanting, directeur van een gewone commerciële onderneming, uitgebreid reclame voor zijn produkten maken; zangeres Vanessa kon hetzelfde doen met haar eerste film. En Wouter Gortzak, de hoofdredacteur van een Amsterdams dagblad, mocht komen melden dat het de laatste tijd een stuk beter gaat met zijn krant.’
Tot zover Het Parool, dat, zoals u ziet, zich zelf allerminst schuldig maakt aan zulke gratis reclame. Die eerste film van Vanessa, De boezemvriend, wordt niet met name genoemd, in de hoop dat we daardoor de aanvechting om aanstonds naar de bioscoop te snellen zullen weten te bedwingen, en ook de produkten die de heer Lanting als directeur van ‘een gewone commerciële onderneming’ op de markt brengt, worden niet nader omschreven, zodat nog heel wat mensen zullen denken dat het om wasmiddelen gaat en niet om een vorm van toneel (namelijk de klucht), waar de mensen in drommen naar toe gaan, waardoor subsidie overbodig is en gereserveerd kan worden voor het soort toneel waar door WVC ook steeds minder subsidie aan gespendeerd wordt.
Nu heb ik mij, zoals u misschien al vermoed had, een klein jokkentje veroorloofd toen ik het voorpaginabericht van Het Parool citeerde. De laatste zin, met de hoofdredacteur van Het Parool, Wouter Gortzak erin, ontbrak in het bericht. Wouter Gortzak zat bovendien helemaal niet bij Mies in het programma, maar bij Aad van den Heuvel, waarin eerder Hans Doeleman al had mogen vertellen dat Het Parool weer in opmars is. Mij is het alevel, maar is het ook Het Parool alevel, en het ministerie? Als ik minister Brinkman een goede raad mag geven, dan laat hij de oplettendheid van zijn ambtenaren voor wat zij is: prijzenswaardige oplettendheid, waar je beter maar niet op kan reageren. Want als je eerst uit elk onderwerp dat op de radio of de televisie komt de commercialiteit moet zeven, dan krijg je buitengewoon steriele programma's die weinig meer met de werkelijkheid te maken hebben. Want er zijn niet veel dingen die, uiteindelijk, niet commercieel zijn. Een voorbeeld. Sonja had die twee journalisten van de Nieuwe Revu in haar programma, die hebben aangetoond dat de banken graag bereid zijn zwart geld op te nemen. Eerder had BGTV van de VPRO van die operatie zelfs beelden. Ik koop zelden de Nieuwe Revu, maar die week heb ik hem meteen gekocht, en niet eens naar aanleiding van deze tv-programma's, maar naar aanleiding van het voorpaginabericht in Het Parool erover. Alle aandacht voor deze scoop van de Nieuwe Revu was tegelijkertijd reclame voor deze ‘gewone commerciële onderneming’. Moet je het dan maar achterwege laten? Of heel steriel van ‘een weekblad’ gaan praten, zodat de mensen eerst Vrij Nederland, Elseviers Magazine, de Haagse Post en Story moeten kopen voordat zij erachter komen dat zij de Nieuwe
Revu hadden moeten hebben?
‘Het is allemaal een kwestie van goede smaak,’ zegt Sonja Barend (terwijl Ellen Blazer dan op de achtergrond roept: ‘Wat is nou goede smaak?!’). ‘We hebben elke week stapels boeken en stapels platen liggen, maar wij zijn toch degenen die daaruit de keus maken. Als ik De aanslag van Harry Mulisch een schitterend boek vind, dan wil ik daar aandacht aan besteden in mijn programma, omdat ik het goed vind als veel mensen dat boek lezen, en omdat ik ook denk dat zo'n onderwerp goed is voor mijn programma. En dan zal het me verder een zorg zijn of De Bezige Bij daardoor zoveel duizend boeken meer verkoopt en ik daardoor “de commercie” heb gediend. Dat doe ik in feite ook als ik een Breitnertentoonstelling aanbeveel. Maar tegelijkertijd kun je dan zeggen dat ik een cultureel doel dien.’
Tot zover Sonja. We hoeven elkaar in zoverre natuurlijk geen mietje te noemen, dat u en ik en wij allemaal weten dat aandacht op de televisie, en zeker in een populair programma, de verkoop van een produkt dat gekocht kan worden in hoge mate pleegt te stimuleren, - of het nu kinderpostzegels zijn, grammofoonplaten en boeken, of Rolykits, - of hoe heten die in- en uitrolbare gereedschapsdoosjes ook alweer, die ooit via de Nederlandse televisie hun zegetocht over de wereld begonnen. De ‘fabrikanten’ van zulke tv-vriendelijke produkten zijn dan ook niet zo bleu hun waren voor Sonja, Mies, Aad en Henk zoveel mogelijk verborgen te houden. Ik weet bij voorbeeld dat Mies het nieuwe boek van de maand: Het land der letteren, al in huis had voordat in Leiden het ‘eerste’ exemplaar aan dr. Dresden, voorzitter van de Vereniging van Letterkundigen, werd aangeboden, omdat de CPNB en/of uitgever Meulenhoff hoopten dat zij reden zou zien in Mies aandacht aan dit prachtwerk te besteden.
Op het moment dat ik dit schrijf (woensdag 9 december) wou ze dat best, zoals ze eerder ook best even de aandacht wilde vestigen op de naaldkunst van Cécile Dreesmann, zonder dat Cécile, of haar kunst, of zelfs maar een naald in het programma te zien waren. Waarom ook niet, Het land der letteren is één en al cultuur, alle facetten van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur worden ermee gediend als zoveel mogelijk Nederlanders dat boek aanschaffen. Maar Siebe van der Zee bleek opeens zenuwachtig te zijn geworden van de dreigende oplettendheid van WVC, en had als eerste reactie geroepen dat er voorlopig geen boeken en grammofoonplaten meer in Mies behandeld mochten worden. Blijkbaar heeft niemand in Hilversum ooit aan Siebe van der Zee durven of willen vertellen dat hij, als directeur van de Avro, veel machtiger en invloedrijker is dan de minister van WVC, en dat hij, zeker op dit terrein, weinig van een confrontatie heeft de duchten. Ik durf er dan ook wat om te verwedden dat óf Het land der letteren, óf een nieuwe Unicef-plaat ten bate van het Kinderfonds van de Verenigde Naties, afgelopen zaterdag in Mies ter sprake zijn gekomen. En als ze verstandig is, zelfs allebei. Siebe of geen Siebe, Brinkman of geen Brinkman!
■