Eiland
In Egotistische herinneringen speelt de Parijse saloncultuur een hoofdrol. Het is onjuist te denken dat de conversatie zich in deze kringen steeds op hoog niveau bewoog. Soms was de stemming ronduit landerig, terwijl de etiquette (wie en in welke volgorde men de hand diende te schudden) een onevenredig grote plaats innam. Toch hield Stendhal van het salonleven, omdat het hem de mogelijkheid bood allerlei interessante mensen te ontmoeten, zoals de Marquis de la Fayette. Deze liberale edelman, die zowel in de Amerikaanse als in de Franse revolutie zijn sporen verdiend had, belichaamde voor Stendhal de ideale held. Een man van actie, heroïsch en spiritueel, die opleeft wanneer hij temidden van de mensenmassa een paar fraaie schouders of een knap gezichtje ontwaart. Deze Lafayette was een meester in het maken van dubbelzinnige opmerkingen. Ook Stendhal hield veel van zulke aardigheden, tot afgrijzen van George Sand die hem een botterik vond.
De vrouwelijke helden uit Souvenirs d'égotisme zijn Madame Daru, die Stendhal dikwijls in bescherming nam, en de zangeres Giuditta Pasta. De salon van deze laatste vormt in het vrome Parijs van de Restauratie een kleine enclave van vrolijkheid en esprit. Stendhal keert er telkens terug omdat de sfeer hem zozeer aan zijn geliefde Milaan herinnert. Hij zingt de lof van Pasta's edelmoedigheid, waarin hij niets terugvindt van de hypocrisie en het arrivisme van de Parijzenaars. De kring rond Giuditta Pasta doet denken aan de entourage van La Sanseverina in La Chartreuse de Parma, die in de verrotte samenleving van Parma figureert als een klein eiland van moed en edele gevoelens.
De hoge Parijse adel bevond zich na de Revolutie in een dubbelzinnige positie. Het hof van Versailles was voorgoed verdwenen. De nieuwe maatschappij hechtte meer waarde aan geld dan aan kwartieren, die de voornaamste pijler vormden van het Ancien Régime. Stendhal laat zien hoe de meest vooruitstrevende telgen van deze adellijke families voor een ambtelijke carrière kozen, maar voor de meesten was de stap van eeuwenlange ledigheid tot een actief bestaan te groot.
Tijdens zijn Parijse jaren bezocht Stendhal Londen. Hij vond er een bescheiden geluk in het huiselijke bordeeltje van de zusjes Appleby, maar de Engelse samenleving stond hem niet aan. De oude adel beheerste nog steeds het openbare leven, terwijl de constitutie de arbeiders geen enkele bescherming bood. Kunst en cultuur werden overschaduwd door de strijd om het dagelijks brood.
Stendhal vreesde dat zijn herinneringen, eenmaal op schrift gesteld, hun glans zouden verliezen en daarom noteerde hij voor de vuist weg wat hem inviel, zonder zich al te zeer om vorm of compositie te bekommeren. Ook in zijn oordeel over de medemens is hij zeer direct. Hij hanteert een zeer strikt onderscheid tussen vriend en vijand en deze laatste categorie vormt onophoudelijk het doelwit van spot. Op het eerste gezicht bieden de Egotistische herinneringen een nogal chaotische aanblik. De lezer raakt bedolven onder een lawine van namen, persoonsbeschrijvingen en kleine anekdotes, waarbij de schrijver zich herhaaldelijk afvraagt waarom hij dit allemaal vertelt. Het wonderlijke is dat uit deze chaos langzamerhand een coherent beeld ontstaat. Het doet er niet meer toe wie er schuilgaat achter het pseudoniem Maisonnette of wie Mevrouw Azur in werkelijkheid was. Wat overblijft is en vernuftig web van relaties waarin iedereen, goed of slecht, zich inspant om zijn positie zoveel mogelijk uit te buiten.
Egotistische herinneringen leent zich niet goed voor een eerste kennismaking met Stendhal. Maar voor wie in deze wereld enigszins thuis is, vormt het een onmisbare aanvulling op het oeuvre. Het maakt iets zichtbaar van de talloze haarfijne verbindingen die er, juist bij Stendhal, tussen verbeelding en werkelijkheid bestaan.
■