Polen
Vervolg van pagina 58
niet van wakker liggen. De kinderen vermaken zich met speelgoed dat bij ons al niet meer populair is, zoals de hoelahoep en de klik-klak, je weet wel, twee van die houten balletjes aan een koordje die je tegen elkaar laat klakken.
Wat de meeste indruk op me maakte was het bezoek aan een bejaard echtpaar in Lodz. Ze wonen al vijfendertig jaar in een stil hofje, verscholen achter een drukke winkelstraat. De keuken bestond uit een tafel, vier stoelen, een kolenfornuisje en een tweepits gasstel. Tussen de tafel en de muur was een looppad van nog geen halve meter. Daarnaast lag de slaap/woonkamer, een hokje van drie bij twee meter. Met een bed erin en een paar stoelen was ook dit kamertje vol. Geen douche, geen tv, geen warm water en de wc buiten de deur. Het waren heel lieve en hartelijke mensen die niet klaagden. We mochten niet bij ze weg voor we al het lekkers dat er in huis was met ze gedeeld hadden.
De woningnood is ook in Polen heel groot. Ik hoorde dat in Warschau de eerste huizen al gekraakt zijn. Pas getrouwde stelletjes wonen acht à tien jaar bij hun ouders in, dat is geen uitzondering. Soms zelfs nog als ze al gescheiden zijn.
Dus of het leuk was in Polen? Nee. Het is niet leuk om te zien hoe naast een comfortabel hotel als het onze een stuk grond braak ligt, waarop avond aan avond, tot het donker wordt, mannen, vrouwen en kinderen ploeteren. Ze halen stenen uit de schrale grond, wieden, spitten en zaaien, leggen zelf primitieve waterpompen aan. En dat alles om straks van die stadsgrond wat struikjes andijvie of sla te kunnen oogsten, voor als de winkels nóg leger raken.
Het is ook niet leuk om te zien hoeveel oude mensen nog wat bijverdienen op straat. Zoals de oude kromme man in de voetgangerstunnel onder Warschaus drukste winkelstraat, die de hele dag op een krukje zat naast een kist met grote plastic lieveheersbeesten. Elke keer als er mensen met kinderen langskwamen wond hij de beesten op.
Ze bewogen met kleine schokjes even om de voeten van de man heen en bleven dan ronkend staan. Iedereen liep gehaast langs de man heen maar toch wond hij elke keer weer de beesten op. De Polen hebben heel veel belangstelling voor literatuur en muziek. Er worden veel gratis concerten gegeven in de mooie parken die Warschau rijk is. Je ziet daar allerlei mensen, arbeiders, studenten, kinderen, oma's, vaders en moeders, dikwijls met de boodschappentas nog bij zich, die even van Chopin komen genieten.
Boeken en platen zijn stukken goedkoper dan hier, het is echt een luilekkerland voor mensen die van lezen houden, en dat doen de Polen.
Ook al zit het land in een enorme crisis, toch maken de mensen beslist geen erg gespannen of sombere indruk. Je ziet dat er iets aan de hand is, omdat er 's ochtends lange rijen voor de kiosken staan - allemaal mensen die er een uur wachten voor over hebben om een krant te bemachtigen. Al het nieuws wordt uitgespeld, overal staat de radio aan. Als je tegen het einde van de middag door de stad loopt, zie je volle café's met mensen die bij een flesje lauwe limonade of een kop thee hevig met elkaar aan de praat zijn. Ze zitten echt bij elkaar om het nieuws uit te wisselen. Ook door de geopende ramen van de huizen zie je mensen hevig discussiërend rond de tafel zitten. De mensen die je spreekt geloven heel vast in de broodnodige veranderingen, en tegelijk weten ze dat Polen voor een enorme vuurproef staat.