Straks allemaal naar de middenschool?
Marjo van Soest
Marieke wilde op haar negende toneelspeelster worden, omdat ze op de jaarlijkse schoolavond zoveel succes had met haar optreden als de zuster van Prikkebeen. Op haar tiende had ze zich bedacht: ze werd toch maar liever computerdeskundige, net als haar moeder; omdat je dan zoveel interessante apparaten mag bedienen. Op haar elfde wilde ze kapster worden, op haar twaalfde dierenarts en... stop! Toen was het zover. Ze moest nu echt beslissen. Wat zou het worden? Een vak leren, later naar de universiteit, of iets anders?
Er zijn maar weinig landen zoals Nederland, waar een kind van twaalf de keus heeft uit zoveel verschillende scholen: gymnasium, huishoudschool, havo, atheneum, technische school, mavo, land- en tuinbouwschool. Nou, leuk toch. ‘Voor elk wat wils,’ hoor ik veel mensen al zeggen. Maar is het wel zo leuk? Verwarrend, dat is het wel, en vooral riskant. Want hoe gaat dat? De stroom kinderen die elk jaar van de lagere school afkomt splitst zich in twee grote groepen: een groep die richting mavo-havo-atheneum-gymnasium marcheert, en een groep die kiest voor LTS, huishoudschool, lagere tuinbouwschool. Als blijkt dat je je vergist hebt is het dikwijls te laat om er nog iets aan te veranderen. Vooral voor de stap van LTS of huishoudschool naar havo/atheneum heb je zevenmijlslaarzen nodig. En die dingen bestaan nu eenmaal alleen in sprookjes.
Leerlingen van een middenschool (foto Bert Nienhuis)
Om kinderen de kans te geven na de lagere school te ontdekken wat hun sterkste kanten zijn en wat ze leuk vinden, is er een nieuw schooltype bedacht: de middenschool. Er zijn er op dit moment veertien in Nederland. Je kunt er naar toe van je twaalfde tot je vijftiende of zestiende. Het idee van de middenschool is beslist niet nieuw. In Zweden bestaat al vanaf 1962 een middenschool en in zo'n dertien andere Europese landen zijn ze er ook. Sommige al vrij lang, andere, zoals in Nederland, nog in het beginstadium, als experiment.
Wat voor vakken krijg je op de middenschool? Van alles: Engels, Nederlands, Duits en Frans, maar ook timmeren en metaalbewerken. Wis- en natuurkunde, maar ook koken en biologie. Aardrijkskunde en geschiedenis, maar ook tekenen en muziek.
Vakken dus die je voor een deel ook aantreft op bij voorbeeld LTS, huishoudschool en atheneum, maar nooit allemaal tegelijk. Want op de LTS krijg je geen Frans, op de middenschool wel. Op het atheneum leer je geen timmeren of stopcontacten aanleggen, zoals op de LTS; op de middenschool wel. Allemaal goed en wel, maar wat moet je op je vijftiende of zestiende met je diploma middenschool? Zeker van alles geleerd maar niks echt goed? Ho ho. Het is niet de bedoeling dat je het na de middenschool wel voor gezien houdt. Je stapt dan over op een Mavo, een Havo, een LTS of een atheneum. En je begint dan niet in de eerste klas, maar in de tweede of derde, dat hangt ervan af.
Op een middenschool houden ze rekening met wat je kunt, ze werken met groepen kinderen. De ene groep wordt voorbereid op mavo, de ander op havo, een derde op technische school of atheneum. ‘Domme en knappe kinderen bij elkaar, is dat wel zo goed?,’ zeggen de mensen die kritiek hebben op de middenschool. Ze vragen zich af of de bollebozen zich niet gaan vervelen omdat een leraar nu eenmaal meer tijd besteed aan achterblijvers. Op een middenschool weten ze best dat niet ieder kind even goed kan leren, maar ze gaan ervan uit dat leren niet het allerbelangrijkste is. Ze zeggen: Jan heeft meer aanleg om dingen met zijn handen te doen, Anneke kan beter leren. Het is allebei belangrijk. Als Jan iets niet snapt, of Annie heeft hulp nodig met een klus, dan helpen ze elkaar. Je leert op een middenschool heel goed met elkaar omgaan. Ze laten je liever je eigen mening vormen en dingen zelf onderzoeken dan van alles uit je hoofd leren. Want wat je zelf onderzoekt onthoud je meestal wel, en wat je in twee dagen in je hoofd pompt voor een proefwerk ben je na een week weer vergeten.
Na drie jaar middenschool komen de kinderen weer op een ‘gewone’ school terecht, waar kennis en goed kunnen leren opeens weer wél het belangrijkste zijn. Al die andere eigenschappen die je op de middenschool hebt aangekweekt zijn dan opeens minder in tel. Dat is moeilijk. Daarom
lees verder op pagina 70