§ Hier beghint die Prologhe op die twaelf Propheten.
BI den Ioden en is dieselue oordine der Propheten niet die by ons is, Waerwt sooment daer leest, hier gestelt zijn, Ozeas is zeer wel onderscheyden ende ghepuncteert so dat hi schijnt by sententien ende sonderlinge sinnen te spreken. Ende wat nv te lanc is van allen bisondere te seggen, so wil ic dat alleen O Paula ende Eustochium vermaent wesen, dat die twaelue propheten, een boeck zijn, Ende dat Ozeas en Elias op eenen tijt waren Maer Malachias, Aggeus ende Sacharias op eenen tijt, Inden welcken die tijt inden tijtels niet voorgheset en wordt, om dat die selue gepropheteert hebben onder die selue coninghen, onder die welcke die ghene gepropheteert hebben, diewelcke voor hen titels hebben.
Auteursrechtvrij