De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel– rechtenstatus



§ Dat .ij. Capittel
1 Ga naar margenoot+DIt zijn die kinderen des lantscaps dye op trocken wt der gheuangenisse, Ga naar margenoot+ die welcke Nabuchodonosor die coninc van Babilonien ouer hadde geuoert te Babilonien, ende weder te Ierusalem ende in Iuda quamen elc in zijn stat,
2 ende quamen met Zorobabel Iesua, Nehemia, Saraia, Rahelia mardochai Belsan, Mespar, Bigauai, Rehum, Baena. Dit is nv dat getal der mannen des volcs Israel,
3 die kinderen Phareas, twee duysent, hondert ende .lxxij, Ga naar margenoot* die sonen Arethi, seuen hondert, ende vijf ende .lxx. die kinderen Gersaphatia, drie hondert ende .lxxv.)
4 die kinderen Saphatia .ccc. ende .lxxij.
5 die kinderen Areah .vij.c.lxxv.
6 Die kinderen Pahath, Moab, ende die kinderen Iosue .viij.c. ende Ioab twee .m.viij. hondert ende .xij.
7 die kinderen Elam .m.cc. ende .liiij.
8 die kinderen Zethua .ix hondert ende .xlv.
9 Die kinderen Sachai .vij. hondert ende .lx.
10 die kinderen Bani .vi.c.xlij.
11 die kinderen Bebai .vi.c.xxiij.
12 die kinderen Azgad, duisent .ij.c. ende .xxij.
13 die kinderen Adonikam vi.c. ende. lxvi.
14 die kinderen Biguai .ij.m. ende .lvi.
15 dye kinderen Adin .cccc. ende .liiij.
16 dye kinderen Ater die waren wt Ezechia. xcviij.
17 die kinderen Basai .iij.c. ende. xxiij.
18 die kinderen Iorah .c. ende .xij.
19 die kinderen Hasom .cc. ende. xxiij.
20 die kinderen Gibbar .ix.c.v.
21 Ga naar margenoot+Die kinderen Bethleem .c. ende .xxiij.
22 Die mannen Nethophe .lvi.
23 Dye mannen van Anathot .c. ende .xxviij.
24 die kinderen Asmaueth .xlij
25 Dye kinderen van Cariat Iarim, Cephira, ende Beeroth .vij.c. ende .xliij.
26 Die kinderen van
[pagina Aa1v]
Rama ende Gaba .vi.c. ende .xxi.
27 Die mannen van Machmas .c. ende .xxij.
28 Die mannen van Bethel ende Hai .cc. ende .xxiij.
29 Die kinderen Nebo .lij.
30 Die mannen van Magbis .c. ende .lvi.
31 Die kinderen des anderen Elam .m.cc. ende .liiij.
32 Dye kinderen Harim .ccc. ende .xx.
33 Die kinderen Lohaddin ende Ono .vij.c. ende .xxv.
34 Die kinderen Iericho .ccc. ende .xlv.
35 Die kinderen Senaha drie duysent .vi. hondert, ende dertich.
36 Ga naar margenoot+Dye priesteren die kinderen Iadaia, inden huyse Iosue .ix.c. ende .lxxiij.
37 Die kinderen Emmer .m. ende .lij.
38 Dye kinderen Phashur duysent .cc. ende .xlvij.
39 Die kinderen Harim duysent ende seuenthien.
40 Die Leuiten, die kinderen Iesue, ende Kadmiel, vanden kinderen Hodouie .lxxiiij.
41 Die sanghers, die kinderen Asaph .c. ende xxviij.
42 Die kinderen der poortiers, die kinderen Sellum, die kinderen Ater, die kinderen Talmon. Die kinderen Ackub, Die kinderen Hatita, ende die kinderen Sobai, al te samen .c.xxix.
43 Die Nathumei, die kinderen Siha, die kinderen Hasupa, die kinderen Tebaoth,
44 die kinderen Eros, die kinderen Sia, die kinderen Phadon,
45 die kinderen Lebana, die kinderen Hagaba, die kinderen Achub,
46 dye kinderen Hagab, die kinderen Samlai, dye kinderen Hanan,
47 dye kinderen Gadel, dye kinderen Hahar, die kinderen Reaia,
48 die kinderen Nazin, die kinderen Nechoda, die kinderen Gasam,
49 die kinderen Vsa, die kinderen Paeach die kinderen Besai,
50 die kinderen Asna, die kinderen Meunim, dye kinderen Nephussim,
51 die kinderen Bacbuc, die kinderen Hakupha die kinderen Harhur,
52 die kinderen Besluth die kinderen Mehira, dye kinderen Harsa,
53 die kinderen Berkom, die kinderen Sisera, die kinderen Thamah,
54 die kinderen Naziah die kinderen Hatipha.
55 Ga naar margenoot+Die kinderen der knechten Salomonis, die kinderen Sotai, die kinderen Sophereth, die kinderen Pharuda,
56 die kinderen Iaela, die kinderen Darkon, der kinderen Giddel,
57 die kinderen Saphatia, die kinderen Hattil, die kinderen Pochereth, van Sebaim, dye kinderen Ami,
58 Alle die Nathunim ende kinderen der knechten Salomonis waren te samen, drie hondert, ende tweentnegentich.
59 Ende dese trocken ooc mede op Mithel Mesa, Thel, Harsa, Cherub, Addon, ende Emmer, maer si en consten haers vaders huys niet gethoonen, noch haer zaet oft si wt Israel waren
60 Die kinderen Dalaia, die kinderen Tobia, ende dye kinderen Necoda waren .vi.c. ende .xlij.
61 Ende vanden priesteren waren, die kinderen Haba-[kolom]ia, die kinderen Ackoz, dye kinderen Bersillai, die wt den dochteren Bersillai des Galeaditers een wijf nam, ende wert der seluer name genoemt,
62 Dese sochten hare gheboorte register, ende doen si het niet en vonden, werden si wt gheworpen vander priesterschap,
63 ende Ahersatha sprac tot hen, Dat si vander spijsen der sancta sanctorum niet en souden eten, tot dat een priester op stonde geleert ende onderwesen.
64 Der geheelder ghemeynten als een man was .xlij.m.vi.c. ende .lx.
65 wt genomen haere knechten ende maerten, dier waren .vij.m.ccc. ende .xxxvij. ende hadden onder hen .ij.c, ende xlv. sangers, ende sangersen.
66 .vi.c.xxxvij.m. peerden .cc. ende .xlv. muylen
67 .cccc. ende .xxxv. kamelen .vi.m.vij.c. ende .xx. ezelen.
68 Ende sommige der ouerster vaderen doen si quamen totten tempel des HEEREN te Ierusalem, hebben geoffert willichlijc totten huyse Godts, datment soude timmeren op zijn plaetse,
69 ende gauen na haeren vermoghen totten schat aent werc .lxi.m. guldens, ende vijf .m. pont siluers, ende .c. priesters rocken.
70 Also hebben gewoont die priesters ende dye Leuiten, ende sommige des volcs, ende die sangers ende die poortiers, ende die Nathinneen in hare steden, ende alle Israel in sinen steden.
§ Hoe die kinderen van Israel eenen outaer maecten, ende den tempel Gods, ende hoe hen dat gehindert wert door huere vianden.	margenoot+ A margenoot+ de roomsce lucrecia dodet haerseluen, om des ouerspels wille margenoot* Vanden kinderen Arethi ende Gersaphatia en leestmen niet int hebre. margenoot+ B margenoot+ C margenoot+ D

Vorige Volgende

§ Dat .ij. Capittel

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

43

44

45

46

47

48

49

50

51

52

53

54

55

56

57

58

59

60

61

62

63

64

65

66

67

68

69

70