De Vorsterman Bijbel
(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel– Auteursrechtvrij1SIet Ga naar margenoot* in Ephraim is een tweedracht opgestaen, want si gingen ouer) ten noorden waert, ende spraken tot Iephte, Ga naar margenoot+ Waerom sidi inden strijt getrocken tegen die kinderen van Amon, ende en hebt ons niet geroepen, dat wy met v hadden getrocken? daerom sullen wi v huys verbranden, | |
2Iephte sprac tot hen, Ic ende mijn volc hadden een groote saeck teghen die kinderen van Amon, ende ick riep v aen, dat ghi mi bistant doen sout, ende ghi en hebbes niet willen doen, | |
3Doen ic dat sach, so stelde ic mine siele in mijnen handen, ende troc wech tegen die kinderen van Amon, ende dye HEERE gafse in minen handen, wat heb ic verdient, dat ghi teghen mi opstaet, om teghen mi te strijden? | |
4Ga naar margenoot+Ende Iephte vergaderde al die mannen van Ga naar margenoot* Galaad) ende street teghen Ephraim, Ende die mannen van Ga naar margenoot* Galaad) sloegen Ephraim, daerom dat si seyden, Ghi Galeaditen zijt veltuluchtighe voor Ephraim, woonende onder Ephraim ende Manasse, | |
5Ende die Galeaditen namen in, die hauen des Iordaens Ga naar margenoot* daer Ephraim wederom soude comen) Als dan die vluchtige Ephraim spraken, Ic bidde, laet mi doorgaen, so seyden die mannen van Ga naar margenoot* Galaad,) Sidi een Ephraite? Als hi dan antwoorde, neen, | |
6soo deden si hem spreken, Schiboleth, Ga naar margenoot* dat so veel is te seggen, als een are) Dye antwoorde, Sibboleth, nyet connende een are genoemen metten seluen letteren, so grepen si hem ter stont, ende vermoorden hem aen die hauen des Iordaens, alsoo dat tot dier tijt van Ephraim .xlij. duysent vielen, | |
7Iephte Ga naar margenoot* oordeelde) Israel ses iaer, Ende Iephte die Galaadite sterf, ende wert begrauen in zijn stadt Ga naar margenoot* Galaad.) | |
9dye hade .xxx. sonen, ende .xxx. dochteren, die welcke hi wtseyndende ghaf hi .xxx. [kolom] mannen, ende .xxx. Ga naar margenoot* huysurouwen) nam hi van buyten sinen sonen, ende oordeelde Israel seuen iaer, | |
10ende sterf, ende wert begrauen tot Bethlehem | |
11Na desen oordeelde Israel Ahilon een Sabulonijt, ende oordeelde Israel .x. iaer, | |
12ende sterf, ende wert begrauen inden lande Sabulon. | |
14die hadde .xl. sonen, ende van dien .xxx. neuen, die op .lxx. ezels vuelens rijden, ende oordeelde Israel acht iaer, | |
15ende sterf, ende wert begrauen tot Parathon, inden lande Ephraim, opten geberchten der Amalechiten. | |
§ Van Manue ende zijnder huysurouwe, Van Sansons gheboorte, vercondicht door den Enghel. |
|