Vormen. Jaargang 4(1939-1940)– [tijdschrift] Vormen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 222] [p. 222] Maartsche bui De hagel aan 't gelaat benagelt mij het hart. Wolken en bosschen buigen bang en zwart onder der winden zweep. De schrei der roeken roeiend naar de schrale hei snijdt in mijn borst de wonde van een lans. Maar in dit land ligt over elken grijns een glans: een zilver dat langs waterbogen speelt, dat wazig kruinen, duinen streelt, den knaap weer wekt in mij en 't eigen kind, dat zijne wangen bloeiend rood loopt in den wind. En wijl ik vaster stap door dit vereen'gend beeld is 't mij of sneeuw mijn hagelwonden heelt. Te velde, 6 Maart 1940. Paul DE VREE Vorige Volgende