Vormen. Jaargang 4(1939-1940)– [tijdschrift] Vormen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 148] [p. 148] Eenzaam waart gij reeds toen gij kwaamt ... Eenzaam waart gij reeds toen gij kwaamt, Eenzaam bleeft gij toen ge afscheid naamt. Uw eerste en een'ge reis naar hier Zal 'k nooit vergeten: somber vier Gloeide in uw traag' en schuwen blik; In 't stug beschermen van uw ik Sprongen uw schouders ver naar voor, Als dekten zij van 't hart elk spoor ... Ik voelde, toen aarz'lend gij spraakt, Hoe reeds de dood u had geraakt, Want juist lijk 't opgejaagde dier Wist gij: ik ruik mijn vijand hier; Doch de wil tot een fel rechtstaan, Zich een weg slaan was lang vergaan: Gij leefdet verloren en grootsch Geteekend door 't geheim des doods ... Maar nu gij heen gingt als een ster, Uitgebrand door eigen glans, ver Van mij, die vreemd u wist gegroeid In 't leven dat zich zelf verschroeit, Nu sta ik bot voor 't lot van u ... 'k Zag u, 'k hoorde u, maar uw schaduw Schoof zoo stil voorbij, dat ik niet weet Of niet uw dood eerst leven heet ... Marnix VAN GAVERE. Vorige Volgende