Vormen. Jaargang 4(1939-1940)– [tijdschrift] Vormen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 126] [p. 126] Afscheid D'october-roze ruimten rillen bij uw naam: de nacht die ledig was van uw bestaan liet mij verkild als deze laatste bramen staan tot met de morgenzon gij schreedt, te zaam over de hei. En 't is, o vrouw, o kind, alsof de bosschen knielen op uw nadering, alsof een man nog nooit zóó heeft bemind, hen, die hij wederziet, als bij betoovering. Ik weet nu dat ik u als blaren op den wind in de verbanning door vereenzaamde gevoelens jaag, dat ik u straks, u morgen, in den witsten winter vind hoezeer ik nacht en dag ook naar d'omhelzing vraag,... hoezeer ik dag en nacht dit afscheid draag als iemand die bezint... Te velde, 31-10-39. Paul DE VREE. Vorige Volgende