Maar zijn vrouw had een neige schittering in haar oogen gekregen.
- Laat er ons eens mee uitgaan, zei ze, w'hebben nog geen plezier gehad sinds onzen trouw.
Er schoot een koude klauw rond de blijdschap van Tonne. Hij keek neer in de oogen van zijn vrouw. Ze schitterden hel groen, hij voelde plots een hevigen angst. Maar hij zei:
- Ba ja 't, en waarom niet.
Toen ze dien avond arm in arm over straat liepen, voelde Tonne zich raar bevangen; dat was een onrust lijk in de eerste dagen van hun vrijerij. Ze gingen op staminee. Daar zaten ze te drinken in het plezant gedoe van vertelsels en harmonikamuziek. Tonne zag de blijde voldoening in de oogen van zijn vrouw; hij werd jaloersch en wist niet op wien. Hij trachtte vroolijk te doen en te drinken, maar de vele jaren op 't gehucht hadden hem doordrongen van stilte en gierigheid. Als ze dan laat naar huis gingen, groeide in hem de lauwe weemoedigheid die pleegt te komen na avonden van drank en lawaai. Dan kwamen de nachten en het warm geluk van hun bed; dat was een schoone zekerheid waar zijn twijfel in verzonk.
Hij wachtte ongedurig op de zwangerschap van zijn vrouw. Maar de weken schoven voorbij en ze zei niets. Als hij in de staminee naast haar zat, voelde hij dikwijls hoe ze starlings naar iemand zat te kijken. Hij keek even opzij en zag dat ze lachte; dan blikte hij ineens den man in de oogen, hij was blij als hij den ander zag verschieten.
Maar er brak iets lijk een trage pijn in hem. Soms zat hij lang te peinzen aan 't gehucht, en aan den kalmen gang waarin het leven van menschen en dieren verglijdt. Daar neemt de boer een vrouw en ze is van hem alleen door het gebaar van God; hij is zeker van haar als van zijn ploegbeest, zoo richt hij haar sterk in den greep van zijn begeerte, lijk een schoon werktuig waar hij zijn kinderen mee maakt.
Tonne voelde ineens een donkere voldoening toen een andere inzetter hem den eersten keer verwittigde voor Soo Maes.
- Ge zult moeten op uw Tille passen Tonne, want Soo Maes heeft er zijn zinnen op gezet.
Tonne zei:
- Hij kan doen wat hij wil, maar dat hij zich maar eens