Vormen. Jaargang 4(1939-1940)– [tijdschrift] Vormen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] Hallucinatie En slapeloos zijn nu de klamme nachten, Ik hijg gelijk een vogel in een klem, Ik zie uw hoogen stap; ik hoor uw stem, En 't hart bonst in mijn borst onder het jachten Van mijn bloed. Maar 'k zal u belezen, slachten zal ik het offerdier, zoodat een rem Uw eigen bloed afsluiten zal. Als brem zal uwe huid geel uitslaan, gij zult smachten Naar lucht en naar den bronzen hemel zien, En boven 't hoofd uw fulpen armen rekken; Dan zult gij 't hunkren van uw lijf ontdekken En als een nymf doorheen de struiken vliên. Ik zal de boschgod zijn, 'k zal op uw bekken Bronstig beuken, en snikken dan, misschien. Marcel COOLE. Vorige Volgende