Vormen. Jaargang 4(1939-1940)– [tijdschrift] Vormen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] [De jonge liederen zijn ons ver] De jonge liederen zijn ons ver Ach, aan ons hart zoo ver - Zij ruischten als een heimweewind vanaf een vreemde ster, zij waren zalig bronnenkoel als frissche dauw gesproeid en geurden van den rozenstam die overal nog bloeit... Zoo'n jonge liederen zingen wij ach, zingen wij niet meer. Wij dansten eens bij eigen zang ons lijf drukt ons nu neer. Wij zoeken de bedwongen maat die zulke wijsjes draagt. En voelen bitter hoe het hart te langzaam daarvoor slaat. J. TRUYTS naar Ina Seidel. Vorige Volgende