Vormen. Jaargang 4

[p. 41]

De moeder

Begrijpt de man de vrouw wanneer hij deze hartstochtelijk
omhelst en binnentreedt in werelden die eeuwig zijn
van wijding, en hij daar toeft voldaan en alle weelden drinkt
van dezen intocht in dit rijk door beiden plots geschapen?
Hij is ontkleed, hij is een kind dat in de zon is moe gespeeld
en nu den zachten slaap daar vindt.
Maar zij... Zij blijft in stille wake en zij streelt zijn hoofd
en poogt hem uit dien slaap te doen ontwaken
opdat zij niet vergeten rake die hij nog daareven zoo
hartstochtelijk bewonderd had en heeft bemind.
Maar hij verlaat haar naar de werelden van kalmte en van Zuiderwinden.
Daar zal hij alle schoonheid, alle vrouwen vinden
en al de kinderen, te wekken door het stuwen van zijn bloed.
Zij waakt in zorgen op den zachten luister van dien gloed
en luistert reeds naar 't aadmen van een kind en vindt
dan eind'lijk troost en rust in 't preevlen van een vroom
gebed en vindt haar troost in dezen plotsen droom:
Zij zocht haar man. Zij zocht haar eerste kind.

J.L. DE BELDER.