Vormen. Jaargang 3(1938-1939)– [tijdschrift] Vormen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 174] [p. 174] Herinnering Een eenzame weg langs het struikgewas. Hier was het dat ik Novalis las... Een slijkerige beek en een oude boom - van mijn verlaten jeugd het loon. De smalle rivier door de weiden alleen waarover teeder het maanlicht scheen. Bij hooge boomen een groot, wit huis; een snelle vogel, de weg die het kruis- punt mijdt - daar er menschen staan - om droevig verder door de weiden te gaan naar 't kleine dorp dat met zijn brug en toren me nader lokt om het gezang te hooren der nachtegalen bij het baanwachtershuis, langswaar de treinen hun eenzaam geruisch mee naar de schemerende verten voeren en bloemen tusschen de spoorsteenen bloeien. Een late boer die zijne koeien ment, de groote avond en een hond die rent achter de vleermuis die voedsel zoekt. Een meisje dat angstig in den avond roept... En onder de wilgen in 't struikgewas de vreemde jongen die Novalis las. J.L. DE BELDER Vorige Volgende