Karel van den Oever, door Dr Frans Verachtert. (Kath. VI. Hoogeschooluitbr. Jrg. XXXVI, nr 4. - N.V. Standaard-Boekh. Antw.)
Van den renaissancist en expressionist, asceet en vechtersbaas, Karel Van den Oever, wilde Dr F. Verachtert in dit pretentieloos werkje een zoo mogelijk objectief beeld geven. Daarin slaagde hij dank zij de minitieuse studie die hij reeds sedert verschillende jaren aan deze betwiste en steeds betwistbare figuur wijdt, dank zij ook een zeker gemis van fanatisme en een weinig geprononceerd temperament, - een goede en een minder goede hoedanigheid, die hem toelieten het probleem hier duidelijk en juist te stellen. Verre van zich blind te staren op den dichter, zooals dit maar te vaak het geval was in Antwerpsche kringen, wijst hij zelfs op dwaasheid en kleingeestigheid, op een schier doorloopend gebrek aan tucht en beheersching; maar terecht vraagt hij aandacht voor de vertellingen, de ‘Maen-rymen’, enkele verzen uit ‘Het Open Luik’ en ‘Paviljoen’, en zijn ‘kostbaarste boek’, ‘Het Inwendig Leven van Paul’. - Zoo in alle eerlijkheid aan den lezer voorgesteld, kan Van den Oever er enkel bij winnen.
R.F.L.