een gewestwoord waar het algemeen beschaafd geen even scherp teekenenden term bezit. Bewonderenswaardig is soms ook zijn kijk op de ziel van den mensch; jammer dat hij alleen bij flitsen, en niet volhoudend, in het gansche werk doorstraalt.
René Berghen herinnert me steeds aan Maurice Roelants. De vrouw uit ‘Het jeugdavontuur van Leo Furkins’ is een zuster van of wellicht is het dezelfde dame die in ‘'t Hangt alles aan een Haar’ voorkomt. Derwinde uit ‘De kleine Isa’ is een neef van Karel uit ‘Komen en Gaan’. En ook in den stijl en de woordkeus, vind ik een verwantschap, die zich duidelijker uit, dan Berghen het mag blijven gedoogen.
De held uit zijn jongsten roman is één dier mannen, die met een minderwaardigheidsgevoel belast zijn. Zij wanen zich in hun leven niet gelukkig genoeg te wezen en zij verwachten altijd een vergoeding voor hetgene hun onthouden is. Die compensatie zoekt Derwinde in de platonische liefde die hij de kleine Isa toedraagt. Het is zijn droom het jonge meisje heelemaal onder zijn invloed te zien ontwikkelen. Haar afreis naar Australië onttrekt haar echter aan zijn plan. Hij huwt en blijft onvoldaan. Wanneer Isa later, als jonge vrouw terugkeert, wordt hij gewaar dat zijn genegenheid tot een zinnelijke liefde veranderd is. Hij hoopt dat haar gevoel voor hem een zelfde evolutie doorgemaakt heeft. Doch Isa ontgoochelt hem: zij treedt in het huwelijk en zij blijkt zelfs haar man getrouw te willen blijven. Derwinde maakt zijn hart van haar los en vindt bij zijn vrouw het geluk en nu achteraf ook een vreugde omdat de echtbreuk hem bespaard gebleven is.
De grondgedachte waarop de roman steunt: het leven dat wij droomden verwezenlijken wij niet, maar juist door die mislukking verwerven wij een hechter geluk, is één van Roelants' geliefkoosde themas. Die gedachte sluit in dat het instinctieve leven het waardigste niet is. Het werk van Berghen blijkt dan ook in zijn groote lijnen volledig aanvaardbaar te zijn.
Herhaaldelijk werd reeds de taalbeheersching van dezen Vlaming geprezen. Ook in ‘De kleine Isa’ schrijft hij een mooi, lenig Nederlandsch, in een eenvoudige, naakte stijl. Berghen is het type van