Vormen. Jaargang 2(1937-1938)– [tijdschrift] Vormen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Albert Westerlinck: In memoriam Nog speur ik in den diepen schoot der huiverige nachten uw oogen, zacht geloken in de pijn van 't afscheidslied dat zij eens zongen toen uw handen mij nog wachtten en Ik bij 't kruisen onzer wegen wanklend u verliet. Nu schrijf ik deze laatste droom in duizeling van woorden en in narcose van een dronken poëzie de laatst' herinnering. Dan zwijgen d'eeuwge sterren die het lied van weemoed hoorden en de aarde die het stortend bloed in haren schoot ontving. Uw oogen schroeiden diep in mij hun onultbluschbre vuren en steeds snlkt gij uw schrijnend lied als herfstige muziek. Wat baat het, baat het al - het zal niet lang meer duren - dat ook uw lied wegsterven zal, bij 't dooven van de laatste wiek... Vorige Volgende