Vormen. Jaargang 1(1936-1937)– [tijdschrift] Vormen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 108] [p. 108] De Vlamingen Door N.A. Drojine Vlamingen! wat zijn wij toch voor idioten! Een Haagse koopman op zijn smalst, beweert Dat hij een ‘Flaming’, zelfs gecultiveerd, Niet hoger achten kan dan Hollandse malloten. Een knappe Kaas, waarmee je wel kan praten, Beantwoordt heus: - ‘Zijn wij intelligent?’ - - ‘Jouw schuld is 't niet’ - daar hij de toestand kent En dat voor reekning van de taal wil laten. De hele Roomse albergo staat bedonderd Dat wij uit België komen zonder Frans. Te Leuven hoort ons een Parijse gans En vraagt: ‘C'est ça, le belge?’ hoogst verwonderd. Zoverre staan wij met en van 't verleden Als 't echte leven ver is van de dood, Dat wij al blij zijn als een Duitse Jood Kan voelen wat de Vlaming heeft doorstreden. Uit volken en geschiedenis gestoten, In eigen huis geen baas door eigen schuld, Put Goedzak uit zijn lamme deugd geduld. Vlamingen! wat zijn wij toch voor idioten! Vorige Volgende