Vormen. Jaargang 1
(1936-1937)– [tijdschrift] Vormen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 18]
| |
Felix Timmermans
Hij was de kok en de cellier van onze letteren,
Spande op Franciscus' harp voor elke snaar een worst;
op Breughels bruin palet liet hij de zonne spetteren,
geen enkle van zijn helden stierf ooit van grooten dorst.
Doch als hij diep van zin zijn pijp en toebak doofde
en dacht: ‘Is Vlaanderen ooit 't Luilekkerland geweest?’
dan daalde een Engel neer, die zijn talenten loofde
‘Hoe voller Uwe(n) buik, te voller Uwe(n) geest.’
| |
Stijn Streuvels
Hij heeft West-Vlaanderen in kloeke taal herbakken,
zoodat de Boer zijn eigen Bijbel heeft.
Zijn leven lang droeg hij zeer groote klakken,
waaraan 't Museum thans veel eer beleeft.
|
|